Direct naar content

In gesprek met Robert Swaak en Jacco Vonhof

Gepubliceerd op:
6 min. leestijd

‘Het mkb is meer dan de motor van de economie’

In deze rubriek gaan we in gesprek met een bijzonder persoon. Dit keer zelfs twee. We spreken met Robert Swaak, CEO van ABN AMRO, en Jacco Vonhof, voorzitter van MKB-Nederland. Over de sociale functie van het mkb, financiering, verduurzaming en de rol van de bank.

Door:

Jacco, hoe begon je reis als ondernemer?

Jacco: ‘In 1993 begon ik voor mezelf, als glazenwasser. Om aan de slag te gaan wilde ik een bedrijfsbusje en een ladder kopen, daar had ik zo’n 5.000 gulden voor nodig. Ik klopte aan bij mijn lokale bank, toevallig ABN AMRO. Ik had een heel fijn gesprek met een bankier die vertrouwen had in mij als ondernemer, verder keek dan mijn ondernemingsplan en mij wilde financieren. De bank was toen voor mij heel persoonlijk en benaderbaar.’

Robert, jij had bijna een ander carrièrepad gekozen.

Robert: ‘Door mijn pianospel stond ik inderdaad voor de keuze of ik wel of niet naar het conservatorium wilde gaan. Uiteindelijk heb ik er niet voor gekozen. Maar tot op de dag van vandaag speel ik nog steeds piano. Elk jaar studeer ik óf een sonate van Beethoven óf een prelude van Bach in. Dat ik daar een jaar over doe, zegt wel iets. Toch lukt dat aardig.’

Robert, hoe kijk je naar de sociale rol van het mkb?

Robert: ‘Ik zeg het overal waar ik kom: het mkb is meer dan de motor van de economie. Het is tegelijkertijd het beginpunt van carrières. Het zijn de plaatsen waar stageplekken gecreëerd worden en talent zich kan ontwikkelen. Daarnaast is het mkb de plek van innovatie. We hebben heel veel familiebedrijven in Nederland, die enorm belangrijk zijn voor de continuïteit van onze economie. Daarom zeg ik altijd: het mkb heeft de mogelijkheid om generationeel te denken. Familiebedrijven zorgen dat nieuwe generaties de volgende stap kunnen zetten.’

De motor van de economie, hoe klinkt dat Jacco?

Jacco: ‘Dat gaat erin als Gods woord in een ouderling. Het is vanuit mijn werk als voorzitter van MKB-Nederland heel herkenbaar. Voor de beeldvorming: bij ons zijn zo’n 140 branches aangesloten, van ballonvaarders tot begrafenisondernemers. Dat zijn 220.000 bedrijven waar 4,5 miljoen mensen werken, bijna de helft van de Nederlandse beroepsbevolking. In het mkb zit groei, innovatie én werkgelegenheid. Ook staat de sociale cohesie centraal, de verbinding met wijk, dorp, stad en regio. Of het gaat om het sponsoren van het verenigingsleven of mensen aan het werk helpen met een achterstand of beperking: de maatschappelijke bijdrage van het mkb is groot.’

Jacco: ‘Het is belangrijk dat bankiers in netwerken zitten en praten met ondernemers’

Wat zijn de grootste uitdagingen voor het mkb?

Jacco: ‘Mijn grootste zorg op dit moment is dat groeiende mkb’ers op een gegeven moment niet meer kunnen doorgroeien en vastzitten in hun omvang. Dat zit ’m denk ik vooral in steeds complexere regelgeving, waar ondernemers moeilijk mee uit de voeten kunnen. Denk aan de loondoorbetaling bij ziekte, bij het aannemen van je eerste medewerker. Daar komt meteen zoveel bij kijken. Hoe groter je onderneming wordt, hoe meer regels op je af komen. Maar het zit ook in financiering. Om je bedrijf bijvoorbeeld klaar te maken voor de energietransitie, moet je zijwaartse investeringen doen. Die financiering is voor het mkb niet altijd makkelijk te krijgen. Alle regels waaraan de banken in het kader van de Wwft moeten voldoen helpen ook niet. Daar hebben ondernemers echt last van.’

 

Robert: ‘Het mkb is de plek van innovatie’

Hoe kan de bank helpen met die regeldruk?

Robert: ‘Wat er de afgelopen jaren is ontstaan, is dat banken als poortwachters gezien worden. Enerzijds is dat verankerd in de wet, zoals de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, waar de banken die poortwachtersfunctie ook toebedeeld hebben gekregen. Anderzijds komt er nog een hoop kijken bij door de overheid opgelegde regels en financiering. Er zal altijd een vorm van regelgeving zijn, maar er is een grens. Het is aan ons om te zorgen dat we die processen zo effectief mogelijk maken. De realiteit is dat we nog steeds met elkaar aan het leren zijn hoe we dat doen.’

Hoe gaan ondernemers om met verduurzaming?

Jacco: ‘Er wordt van ons allemaal verwacht dat we stappen maken in het verduurzamen van processen, bedrijfsgebouwen en mobiliteit. Maar bij zo’n transitie hoort ook handelingsperspectief. Bij de meeste ondernemers komt dat onderwerp pas laat in de avond aan bod, als ze thuiskomen na een drukke dag. Daarom is het belangrijk dat ze worden ontzorgd en weten wat ze moeten doen, hoe en wanneer ze dat kunnen financieren. En het moet ook uitvoerbaar zijn. Er rijden in Nederland een miljoen bestelwagens rond die allemaal over moeten op elektrisch. Dan moeten er genoeg laadpalen zijn, moet het elektriciteitsnet erop zijn berekend en ook de subsidieregeling moet toereikend zijn. Die bereikt nu maar 10.000 ondernemers. Je kunt wel steeds meer van ondernemers vragen, maar zorg dan eerst dat de randvoorwaarden op orde zijn.’

Hoe kan de bank helpen met verduurzaming?

Robert: ‘We hebben veel gesprekken met ondernemers over hoe ze kunnen verduurzamen. Daarnaast hebben we al heel lang specifieke kennis opgebouwd over het verduurzamen van je onderneming. En we merken als het gesprek met een ondernemer op gang komt, er daadwerkelijk handelsperspectief ontstaat. Als we dat soort gesprekken kunnen voeren en dat doorvertalen in wat we die ondernemer kunnen bieden, heeft de transitie kans van slagen. Want we hebben allemaal onze verantwoordelijkheid om onze CO2-uitstoot te verlagen.’

Hoe vinden de bank en het mkb elkaar tegenwoordig?

Jacco: ‘Met de steeds verdere digitalisering van banken en het verdwijnen van kantoren wordt dat persoonlijke contact met de bank steeds lastiger. Daar ben ik wel kritisch op. Ik denk dat het belangrijk is dat bankiers buiten de bank om in netwerken zitten om in gesprek te gaan met ondernemers. Daarnaast is het voor ondernemers van belang dat er met het sluiten van bankkantoren wel voldoende plekken in de buurt blijven voor basale zaken als geld storten. Ik hoor nu van ondernemers dat zij daar ver voor moeten rijden. Dat frustreert hen én het is onveilig.’

Robert, hoe zie jij deze ontwikkelingen als bankier?

Robert: ‘Het is een feit dat de wereld digitaliseert, bankproducten ook. Klanten hebben minder behoefte aan een fysiek kantoor. Sommige ondernemers vinden het juist fijn dat aanvragen voor een lening worden geautomatiseerd. Maar als ze vragen hebben, moeten ze ons wel kunnen vinden. Als we die vragen niet goed behandelen, ontstaat er inderdaad frustratie. Daarom zeggen we ook altijd: (digitaal) gemak overal en specifieke kennis als het relevant wordt. Dat is ook de reden dat we bankiers in de regio’s zichtbaarder willen maken: zodat ondernemers ze kunnen aanspreken. Bankieren is uiteindelijk met mensen in contact komen, dat is belangrijk om te blijven onthouden.’

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.