Direct naar content
6 min. leestijd
  • Auteur

Hoe innovatie dit vraagstuk verder kan brengen

Door nieuwe inzichten in de stikstofuitstoot liggen grote projecten in de bouw, de infrastructuur en de landbouw al maanden stil. Met grote economische gevolgen. Partijen buigen zich nu over de vraag hoe we de balans tussen natuur en economie weer kunnen herstellen. Cruciaal onderdeel van de oplossing: innovatie.

De verbreding van snelweg A27 bij Utrecht gaat niet door, 468 woningen aan het Melickerveld in Roermond worden niet gebouwd. En ook plannen voor de bouw van tachtig strandhuisjes en twee strandpaviljoens bij het Noord-Hollandse Schagen gaan voorlopig terug in de la van de projectontwikkelaar. Het zijn enkele van de duizenden bouwprojecten in Nederland die op losse schroeven staan door een uitspraak van de Raad van State (RvS). De hoogste bestuursrechter oordeelde dat de aanpak van schadelijke uitstoot van stikstof niet voldoende is om te voldoen aan de Europese natuurbeschermingsregels.

Onzichtbaar

De te hoge uitstoot van stikstof is door de RvS-uitspraak al maanden in het nieuws, maar stikstof zelf is onzichtbaar. Het is kleur- en reukloos gas dat in combinatie met andere stoffen een veelzijdige en krachtige werking heeft (zie kader). Het is tachtig procent van de lucht die we uitademen en een belangrijk onderdeel van de cellen en enzymen in ons lichaam. Ook is het een cruciaal bestanddeel van bijvoorbeeld kunstmest; dat helpt om gewassen sneller en beter groeien. Die krachtige werking heeft ook een keerzijde. Te veel stikstof in de grond en de lucht bedreigt mens en dier. Door teveel stikstof in de grond daalt de biodiversiteit; planten die van stikstof houden, zoals grassen, brandnetels en bramen groeien extra hard en verdringen kwetsbare planten die het goed doen op voedselarme grond. En daarmee dieren en insecten die van deze planten leven. Daarnaast zorgt stikstof in combinatie met andere stoffen tot fijnstof in de lucht en verzuring van natuurgebieden.

Zwakke plek

De aanpak van de stikstof-uitstoot in Nederland die nu onder vuur ligt, richt zich op de vermindering van stikstof. Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) wordt gebruikt om te beoordelen of de uitstoot van projecten past binnen de bescherming van Natura 2000-gebieden, een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. Een uitdagende opgave in Nederland; ons land is zo volgebouwd dat stikstof uitstotende industrie en landbouw op vele plekken dicht bij beschermde natuurgebieden liggen. Met PAS leek de overheid te voldoen aan Europese natuurbeschermingseisen. Een goed plan met één grote zwakke plek. PAS gaat uit van compensatie van het teveel aan stikstof áchteraf. De bouw van bijvoorbeeld een woonwijk kon tot nu toe na voltooiing worden gecompenseerd door op een andere plek de uitstoot te verminderen. Of door de uitbreiding van de natuur. Daarbij werd telkens uitgegaan van aannames en niet van tastbare resultaten. Niet voldoende, oordeelde de RvS en zette een streep door het achteraf compenseren van de uitstoot. In plaats daarvan moet nu vóór de start van een project de uitgestoten hoeveelheid stikstof al zijn gecompenseerd.

Gevolgen in de bouwsector

De voorwaarde om stikstof-uitstoot sterk te verminderen of vooraf te compenseren heeft grote economische gevolgen. Projecten die niet aan de nieuwe eisen voldoen, krijgen geen vergunning. Koepelorganisatie van de provincies het Interprovinciaal Overleg (IPO) schat dat meer dan 18.000 projecten die in afwachting waren van een vergunning zijn afgeblazen. Dit raakt alle bedrijfssectoren, maar vooral de bouw, de vastgoedsector en de landbouwsector merken de gevolgen. In de wegen- en woningbouw is het effect van het uitblijven van vergunningen steeds duidelijker. Door het hele land liggen bouwterreinen braak en kopers van nieuwbouwwoningen in veel gemeenten zien dat de oplevering van hun huis ernstig wordt vertraagd. De bouw was (samen met de handelssector en de overheid) in 2018 verantwoordelijk voor ongeveer 0,6 procent van de uitstoot. Het wegvervoer is verantwoordelijk voor 6,1 procent van de uitstoot, Nederlandse huishoudens voor eenzelfde percentage. Gebruik van nieuw aangelegde wegen en gebouwen levert meer stikstof in de lucht op, maar de aanleg ervan zelf ook. Denk aan het vervoer van materialen van en naar bouwplaatsen. Ook komt bij de productie van bouwmaterialen zelf stikstof vrij.

€ 14 miljard schade

Eerder becijferde de afdeling Sector Advisory van ABN AMRO dat de huidige maatregelen de bouwsector de komende vijf jaar ruim € 14 miljard kunnen kosten. Ook lopen zo’n 70.000 banen gevaar. De werkelijke schade is groter, omdat in de berekeningen de bouw van bedrijfscomplexen en utiliteitsbouw nog niet zijn meegenomen. De omvang van de economische schade door bijvoorbeeld files door het uitblijven van wegverbreding laat zich lastig inschatten. Ook zien we dat de effecten doorsijpelen naar andere delen van de economie. Bijvoorbeeld bij projectontwikkelaars. Consumenten krijgen door het dalende aanbod van nieuwbouw in gebieden met woningschaarste te maken met hogere huizenprijzen.

Wat is stikstof?

Stikstof is een kleur- en reukloos gas dat zijn ware gedaante vooral toont als het reageert met andere stoffen. De stikstofdioxiden (Nox) die de industrie en het verkeer uitstoten, bestaan uit stikstof en zuurstof en zorgen voor het schadelijke fijnstof. Als stikstof reageert met waterstof ontstaat ammoniak (NH3) dat we vooral kennen – de typische mestgeur – uit de landbouw. Als nitraat (NO3) in kunstmest zorgt stikstof voor verzuring van de grond en het grondwater.

Economische groei

Partijen kijken nu naar een oplossing voor de stikstofcrisis die de natuur beschermt én tegelijk de economische groei mogelijk maakt. Projecten kunnen bijvoorbeeld doorgang vinden als het lukt de uitstoot te verlagen en te compenseren. (zie kader). Maar zeker voor projecten die dicht bij Natura 2000-gebieden liggen is meer nodig. Het adviescollege Stikstofproblematiek onder leiding van oud-minister Johan Remkes zette met een eerste adviesrapport met de titel ‘Niet alles kan’ de toon. Het advies van het college aan de bouw: start zo snel mogelijk met modulair, energieneutraal en circulair bouwen. De stikstofcrisis kan zo verduurzaming stimuleren. We zien dat bouwbedrijven en projectontwikkelaars zich meer op de bouw van zeer energiezuinige woningen en bedrijfspanden richten. Gestimuleerd door de steeds strenger wordende wetgeving. Belangenorganisatie Bouwend Nederland wil dat vanaf volgend jaar alle nieuwbouw-productie in de woningbouw energieneutraal is.

Verduurzaming bouw

Innovatie helpt ook de bouwsector om minder uit te stoten bij het bouwproces zelf. Een uitdaging in een sector die traditioneel veel grondstoffen en zware machines gebruikt. Het aantal duurzame initiatieven neemt echter snel toe. Grote bouwkranen en vrachtwagens die rijden op diesel zijn nog lastig te elektrificeren, maar in toenemende mate wordt elektrisch bouwmaterieel in plaats van machines op fossiele brandstof ingezet. Een andere belangrijke bijdrage aan verduurzaming levert modulaire bouw. Steeds vaker worden bouwonderdelen al in de fabriek in elkaar gezet. Hierdoor zijn veel minder vervoersbewegingen nodig met bouwmaterialen van en naar de bouwplaats. Modulaire bouw vergemakkelijkt bovendien het hergebruik van grondstoffen. Bij dit zogeheten circulaire bouwen wordt materiaal uit oude panden zoals baksteen en houten kozijnen hergebruikt in nieuwe panden. Buitenlandse bouwers zijn daar al langer mee bezig. In Portugal mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd zonder dat er ook materialen en grondstoffen worden gebruikt van oude – niet meer courante – panden.

Dergelijke initiatieven kunnen de voortgang van bouwprojecten stimuleren en daarmee de schade in de sector beperken. Hoe groot de economische schade uitpakt, is ook afhankelijk van hoe in andere sectoren de beperking van stikstofuitstoot slaagt. Niet voor niets wordt reikhalzend uitgekeken naar het tweede advies van het adviescollege volgend jaar mei, waarin de luchtvaart onder de loep wordt genomen. Daarna volgen het openbaar vervoer en het vrachtvervoer. Hoe dat advies ook uitpakt, duidelijk is dat alle sectoren zich nu al moeten voorbereiden op de nieuwe realiteit waarin natuurbescherming druk legt op de economie.

Minderen om te kunnen groeien

De huidige aandacht voor stikstof doet anders vermoeden, maar de uitstoot van stikstof in de vorm van ammoniak en stikstofdioxiden is nu veel lager dan in het verleden. Sinds 1990 is de stikstofuitstoot gehalveerd, door strengere eisen aan auto’s, zoals het verplicht stellen van de katalysator en uitstoot van energiecentrales, fabrieken en veehouderijen. Toch is actie nodig, omdat de uitstoot in Nederland in de afgelopen jaren de zogeheten kritische waarden overstijgt. Die kritische waarden zijn door Europa bepaald en moeten de luchtkwaliteit beschermen en de natuur in de huidige staat behouden. Het beleid houdt bovendien rekening met de economische groei. Om economische groei in de toekomst mogelijk te maken en de welvaart in ons land te behouden, moeten de huidige economische activiteiten minder stikstof uitstoten. Dat heeft bijvoorbeeld invloed op de mogelijkheden om compenseren. Zo hebben diverse provincies ervoor gekozen om uitstootrechten van een veehouderij op te kopen en op die manier woningbouwprojecten doorgang te laten vinden. Stikstofrechten kunnen echter niet een op een van het ene project naar het andere project worden overgenomen. Een afroming van de uitstoot met 30 procent wordt naar verwachting een vereiste. Daardoor daalt ook bij compensatie de totale hoeveelheid uitgestoten stikstof.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.