Direct naar content

Wie is uw partner voor de erfbelasting?

Gepubliceerd op:
5 min. leestijd

Wel of niet partner van elkaar zijn voor de erfbelasting kan een enorm verschil maken. Goed dus om te kijken wanneer u wel en wanneer u niet partner van elkaar bent. En sluit deze regeling wel goed aan op de praktijk en huidige maatschappelijke ontwikkelingen? We zetten deze zaken voor u op een rij.

Let op! In dit artikel bespreken we de erfbelasting. Verwart u dat niet met het erfrecht. Het erfrecht gaat over de vraag wie van u erft en de erfbelasting bepaalt hoeveel belasting daarover moet worden betaald. Samenwoners worden nooit automatisch erfgenaam van elkaar. Zij moeten daarvoor altijd een testament maken.

De voordelen voor de erfbelasting

Partners hebben een grote vrijstelling voor de erfbelasting. In 2024 bedraagt deze vrijstelling maximaal € 795.156. Erft de partner meer? Dan gelden tarieven van 10% en 20% voor het meerdere. Dat is een groot verschil in vergelijking met de vrijstelling en tarieven voor ‘anderen’. Die hebben een vrijstelling van € 2.658. Voor het meerdere gelden tarieven van 30% en 40%.

Het kan dus een enorm verschil betekenen of iemand wel of niet als partner kwalificeert; tot 40% over de partnervrijstelling ofwel circa € 317.000! In ons artikel “Erfbelasting berekenen” treft u een volledig overzicht aan van de tarieven en vrijstellingen.

Wanneer bent u een partner voor de erfbelasting?

Voor gehuwden en geregistreerde partners is het overzichtelijk. Die zijn altijd partners van elkaar voor de erfbelasting. Er geldt niet de verplichting om op hetzelfde adres te wonen of ingeschreven te zijn. Dit partnerschap eindigt als sprake is van een echtscheiding of een scheiding van tafel en bed.

Samenwoners kunnen ook partner zijn voor de erfbelasting, maar zij moeten aan een aantal voorwaarden voldoen. Zij moeten ongehuwd zijn, meerderjarig zijn, ingeschreven staan op hetzelfde woonadres, geen ouder en kind van elkaar zijn en met niemand anders aan deze voorwaarden voldoen. Vervolgens zijn er de ‘flitspartners’ en gewone samenwoners. De flitspartners hebben een notarieel samenlevingscontract met een wederzijdse zorgverplichting (‘samen kosten delen’) en kunnen al na 6 maanden partner van elkaar zijn. Anders moet men gedurende 5 jaar aan alle voorwaarden voldoen. Hier vindt u de omschrijving door de Belastingdienst.

Knelpunten in de praktijk

Om partner van elkaar te zijn voor de erfbelasting moet u dus aan een aantal voorwaarden voldoen. Alleen dan geldt de grote partnervrijstelling voor de erfbelasting. In de praktijk geven de voorwaarden knelpunten:

  • Het komt voor dat iemand gehuwd is, maar gescheiden leeft van zijn huwelijkspartner en inmiddels een nieuwe samenwoonrelatie heeft. Die nieuwe partner kan geen ‘erfbelastingpartner’ worden.
  • Men woont al meer dan 5 jaar samen, maar is vergeten zich op hetzelfde adres in te schrijven bij de gemeente.
  • Mensen met een LAT-relatie hebben hetzelfde probleem, in de zin dat zij ook niet op hetzelfde adres staan ingeschreven. Zij kunnen overwegen te trouwen of een partnerschap te registeren, want daarvoor geldt geen samenwoonplicht.
  • Er is sprake van een meerrelatie, bijvoorbeeld 3 personen die met elkaar samenwonen. Niemand is dan partner van elkaar. Goedgekeurd is dat 2 personen een samenlevingscontract kunnen aangaan en dan zo een keuze voor erfbelastingpartner kunnen maken. Partner zijn met 2 anderen kan echter niet.

Dit kunnen situaties zijn waarin de partners een zorgverplichting naar elkaar voelen en elkaar tot erfgenaam benoemen. Maar zij passen niet in de ‘mal’ die de wetgever zich voor partners voorstelde. Zoals al vermeld, voor de erfbelasting kan dat een enorm verschil betekenen.

Overigens zijn er soms versoepelingen mogelijk op een aantal punten. Via beleid worden zo onbedoelde of schrijnende situatie verzacht. Bijvoorbeeld voor de situatie dat in het zicht van een huwelijk een overlijden plaatsvindt. En verder is het zo dat het zijn van partner niet alleen voordelen heeft. Krijgen beide partners bijvoorbeeld een schenking? Dan worden die als uitgangspunt als één schenking gezien en geldt maar één schenkingsvrijstelling.

Sluit de regeling aan bij de huidige tijd?

Is de wet dan niet nodig aan herziening toe, is de logische vervolgvraag. Nu stamt de huidige wet uit 2010 dus heel oud is deze niet. Maar er worden met enige regelmaat wel ideeën naar voren gebracht voor aanpassingen. Moet de wet niet meer ‘leefvormneutraal’ worden? Een aantal voorbeelden daarvan:

  • Dezelfde vrijstelling voor de erfbelasting voor iedereen, ongeacht de relatie met de erflater. Dat is dan neutraal, maar gaat ten koste van de huidige verzorgingsgedachte naar kinderen en partners.
  • Een hoge vrijstelling naar keuze. Iedereen kan één partnervrijstelling uitdelen en zelf beslissen naar wie de verzorgingsgedachte uitgaat. Maar dit kan weer leiden tot ongelijkheid tussen de erfgenamen (denk aan een kind dat wel en een ander kind dat niet de vrijstelling krijgt).
  • De vrijstelling zelf over de erfgenamen mogen verdelen, kan een antwoord zijn op de kritiek in het vorige punt. Maar is dit uitvoeringstechnisch wel haalbaar? Hoe gaat iemand dit vastleggen en kan de Belastingdienst ermee overweg?
  • Een uniform tarief voor iedereen. Maar is het eerlijk om bijvoorbeeld kinderen net zo zwaar te belasten als een willekeurige derde?

Voor elk idee valt wat te zeggen en tegenin te brengen. Wat zegt de politiek hierover?

Geen wijzigingen op de korte termijn

De minister van Justitie en Veiligheid heeft namens het kabinet aangeven dat er op deze punten geen voornemens bestaan om wijzigingen aan te brengen in de erfbelasting. Volgens de minister sluit een leefvormneutrale erfbelasting niet aan bij de huidige verwachting van mensen en de verzorgingsgedachte in de huidige tarieven en vrijstellingen. Ook ontstaan er nieuwe vraagstukken die de wet complexer kunnen maken. En dan zijn er natuurlijk nog de budgettaire gevolgen.

Afsluiting

Nu even niet, is dus de reactie van de wetgever. Gezien de vele andere fiscale dossiers (denk aan box 3) die op moment spelen, wellicht begrijpelijk. Maar de maatschappelijke ontwikkelingen gaan door en de roep voor aanpassingen zal blijven.

Tot het zover is, is het voor partners in ruime of minder ruime zin goed opletten op de eisen van de partnerregeling. In de praktijk is dan vaak de vraag voor partners die nog niet kwalificeren: ‘wat moet ik doen om wel te kwalificeren, en heb ik dat er voor over?’ Een samenlevingscontract opstellen, op hetzelfde adres inschrijven en/of een huwelijk aangaan, kunnen dan stappen zijn.

 

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.