De afgelopen jaren hebben veel van onze cliënten een deel van hun vermogen vanuit box 3 naar een bv overgeheveld. Een logische keuze destijds, maar de tijden veranderen en daarmee ook de fiscale spelregels.
Laat ik u meenemen naar 2008. De financiële crisis leidde tot een bizarre situatie: beleggers betaalden belasting over een forfaitair (denkbeeldig) rendement van 4 procent, terwijl van hun vermogen soms 30 procent aan waarde was verloren en spaarders zaten nog jaren daarna vast aan een rente rond nul. Het was alsof de Belastingdienst de rekening presenteerde voor een feestmaal, terwijl u honger leed. Geen wonder dat vermogenden massaal uitweken naar een bv.
Maar nu zien we een opmerkelijke ommekeer. Sinds de Hoge Raad vorig jaar (opnieuw) oordeelde dat de wet in strijd was met Europees recht, mogen belastingplichtigen kiezen voor belastingheffing over hun werkelijk rendement. Door deze uitspraak krijgen box 3-beleggers het beste van twee werelden: zij betalen belasting over hun werkelijke rendement, maar nooit meer dan over het forfaitaire bedrag. Deze zogenoemde tegenbewijsregeling heeft de kaarten opnieuw geschud.
Bv-beleggers vragen zich daarom af of zij nu toch niet beter af zijn in box 3. Maar als winstreserves worden uitgekeerd aan de aandeelhouder, moet daarover in box 2 met de Belastingdienst worden afgerekend tegen een tarief van 24,5 procent of 31 procent bij grotere bedragen. Het bedrag waarmee in privé kan worden belegd, is zo veel kleiner dan in de bv. Dat verschil maak je niet snel goed door een lagere belastingdruk in box 3, zeker niet nu het forfaitair rendement in 2026 omhooggaat van 5,88 naar 7,78 procent.
Beleggen in box 3 kan voordelig zijn als daarover niet eerst in box 2 hoeft te worden afgerekend. Bijvoorbeeld door een vordering op de bv te innen of door de bv onbelast terug te laten betalen op het aandelenkapitaal. Het verschil in nettorendement hangt dan af van het verwachte rendement en de kosten.
Kortom, beleggen in box 3 kan dus een hoger nettorendement opleveren, maar niet als u eerst in box 2 met de fiscus moet afrekenen. Dat kan wel anders zijn als het vermogen onbelast uit de bv kan worden gehaald. Het is in ieder geval de moeite waard om te (laten) onderzoeken in welke box u wilt beleggen.
De vraag is niet zozeer of de bv nog de beste plek is, maar welke structuur het beste past bij uw specifieke situatie en toekomstplannen. Laat u niet verleiden door algemene stellingen of tijdelijke fiscale voordelen. Een grondige analyse van uw persoonlijke omstandigheden blijft de basis voor elke goede vermogensstrategie.
Lees hier de uitgebreide versie met rekenvoorbeeld.