Belastingheffing in 2025: tips voor de directeur-grootaandeelhouder

Tip 1: Betaal op tijd en voorkom 9% rente

Heeft uw BV in 2024 meer rendement gemaakt dan u dacht? En blijkt uit de (voorlopige) cijfers dat de BV over 2024 vennootschapsbelasting (vpb) moet (bij)betalen? Vraag dan om een aanpassing van de voorlopige aanslag of teruggaaf en voorkom een vermeerdering van de te betalen belasting met 9% rente.

Tip 2: vraag om omzetting van box 2-verlies in een belastingkorting

Een directeur-grootaandeelhouder (dga) kan bij opheffing van de BV of bij het verkopen van de aandelen, aanlopen tegen een verlies. Hebben u en uw partner geen BV meer? De Belastingdienst kan op verzoek het verlies in box 2 omzetten in een korting op de belasting in box 1. Vraag op tijd uw belastingkorting aan. De praktijk leert dat de belastingkorting nog wel eens wordt vergeten. Meer hierover leest u in de blog ‘Verlies gemaakt in box 2? Vergeet uw belastingkorting niet!’.

Tip 3: stort nog dit jaar aftrekbare bedragen op een lijfrenterekening

Als ondernemer/dga moet u zelf zorgen voor uw pensioen. Dit kan via een lijfrente.

Belastingvoordeel:

De storting op een lijfrente spaar- of beleggingsrekening trekt u af van uw inkomen. U betaalt tot 49,5% minder belasting over het gestorte bedrag. U betaalt belasting als u het opgebouwde vermogen laat uitkeren, maar mogelijk tegen een lager tarief. Let op dat uw inkomen hoog genoeg is om optimaal belastingvoordeel te krijgen.

Aftrek in 2025:

U kunt dit jaar tot 30% van uw premiegrondslag (uw inkomen verminderd met het deel waarover later AOW wordt ontvangen) aftrekken, tot een maximum van circa € 35.000.

Inhaalregeling:

Als u de afgelopen tien jaar geen stortingen heeft gedaan, terwijl u daar wel ruimte voor had, mag u dat inhalen. Dit kan tot een maximum van circa € 42.000 per jaar.

Maximale aftrek:

In 2025 kunt u dus in totaal circa € 77.000 aftrekken (het normale maximum plus het inhaalbedrag). Meer hierover leest u in de blog ‘Wat kunt u met lijfrente doen aan de opbouw van uw pensioen?’.

Tip 4: laat uw dividenduitkering niet ten koste gaan van uw heffingskortingen

Als uw BV dividend uitkeert, betaalt u daar belasting over in box 2. Tot een bedrag van € 67.804 (voor partners € 135.608) is het tarief 24,5%. Daarboven is het tarief 31%. Met ingang van dit jaar telt dividend mee bij de afbouw van belastingkortingen. Daardoor kan de belastingdruk over een deel van het dividend oplopen tot maximaal 31% of zelfs 41% voor AOW-ers. Laat uw accountant vooraf bekijken welk bedrag aan dividend netto het meest oplevert. Meer hierover leest u in de blog ‘Box 2: hoeveel belasting betaalt u in 2025 over dividend uit uw bv?’

Tip 5: leen niet te veel van je BV

Heeft u op 31 december een schuld aan je BV? Dan moet u in box 2 belasting betalen over het bedrag als dat meer is dan € 500.000. Een uitzondering geldt voor leningen die u bent aangegaan voor uw eigen woning. U kunt dit voorkomen door bijvoorbeeld de schuld met prive middelen af te lossen of de lening bij een bank (over) te sluiten. Meer hierover leest u in de blog ‘Excessief lenen in 2025’.

Tip 6: overleg met uw adviseur wat voordeliger is: beleggen in de BV of toch prive

Door een nieuwe wet mogen belastingplichtigen kiezen voor belastingheffing over hun werkelijk rendement als dat lager is dan het forfaitair rendement (7,78% in 2026). Voor de BV bestaat een dergelijke keuzemogelijkheid niet. Het kan daarom voordelig zijn in box 3 te beleggen in plaats van in de BV. Meer hierover leest u in de blog ‘Wet tegenbewijsregeling box 3 is van kracht. Wat zijn de gevolgen?’ en ‘7,78% forfaitair rendement: de Spaar BV weer van stal halen?’

Deze blog is eerder verschenen als column in Accountancy Vanmorgen. Deze tips zijn gebaseerd op bestaande wetten en op de belastingplannen van het kabinet voor 2026 en daarna. Deze kunnen tijdens de parlementaire behandeling nog wijzigen. Overleg met uw fiscalist en adviseur over uw voorgenomen keuzes.