Direct naar content

Ons belastingstelsel kent vele forfaits, in alle soorten en maten. Via een forfait kan kort gezegd een vaste waarde in de plaats komen van werkelijk genoten voordeel of geleden nadeel. Dit kan de belastingheffing eenvoudiger en doelmatiger maken.

Onderzoek door de Algemene Rekenkamer

In 2017 en latere jaren onderzocht de Algemene Rekenkamer 17 belastingwetten en vond daarin 48 verschillende forfaits. Forfaits hebben invloed op het netto-inkomen van belastingplichtigen. Een van de onderzoeksvragen was dan ook: “welke onderbouwing is er voor de forfaits?”. Het onderzoeksrapport uit 2019 meldt dat voor de onderbouwing vaak moet worden teruggevallen op de parlementaire geschiedenis bij de invoering van de wet. Evaluatie en aanpassing van forfaits vindt maar mondjesmaat plaats; sommige forfaits zijn zelfs tientallen jaren niet bijgesteld. Het is dan de vraag of deze forfaits nog wel de werkelijke waarde benaderen.

Weerstand tegen forfaits neemt toe

Forfaits zijn er om een ingewikkelde werkelijkheid op een eenvoudige en doel­matige wijze te benaderen. Maar dat mag niet ten koste gaan van de eerlijkheid. Een bekend voorbeeld is de belastingheffing over het forfaitaire rendement in box 3. De Hoge Raad heeft in juni van dit jaar geoordeeld dat deze heffing ondanks reparatiewetten, nog steeds in strijd is met Europees recht. Hoewel de Hoge Raad heeft aangegeven hoe dan wel belasting moet worden geheven, zijn er nog zoveel vragen onbeantwoord gebleven dat het wachten is op volgende procedures. Van een forfait dat de eenvoud of doelmatigheid dient, is hier al lang geen sprake meer.

Het eigenwoningforfait

Ondertussen ligt ook de belastingheffing over de forfaitaire bijtelling voor de eigen woning (box 1) onder vuur. Voor woningen met een waarde tussen de € 75.000 en € 1.310.000 wordt 0,35% van de WOZ-waarde bij het inkomen geteld. Voor woningen met een WOZ-waarde van meer dan € 1.310.000 is dit percentage 2,35%. Deze hogere belasting wordt gerechtvaardigd door te stellen dat duurdere woningen als belegging kunnen worden gezien. In 2022 kregen ongeveer 90.000 huiseigenaren hiermee te maken, deels door prijsstijgingen. De indexatie van het grensbedrag is achtergebleven.  Mogelijk is ook hier sprake van strijd met Europees recht. Daarom dienen belastingadvieskantoren bezwaarschriften in.

Of daadwerkelijk sprake is van strijd met Europees recht zal nog moeten blijken. Maar feit is wel dat de laatst gepubliceerde onderbouwing van het eigenwoningforfait stamt uit 1993. Sinds 2010 is het hoge maximale percentage van 0,55% in stappen verhoogd naar 2,35% per 2016. De Algemene Rekenkamer schrijft voor de hoogte van het percentage van 2,35% in de parlementaire stukken geen onderbouwing te hebben gevonden, behalve budgettaire redenen. Het lijkt alsof de oorspronkelijke onderbouwing van het eigenwoningforfait is losgelaten.

Waar wringt de schoen?

Met een forfait wordt geen onderscheid gemaakt tussen belastingplichtigen, wat vragen kan oproepen over de rechtvaardigheid van het systeem. Als de uitgangspunten van een forfait niet duidelijk zijn en het forfait niet wordt aangepast aan gewijzigde omstandigheden, wekt dat argwaan bij belastingplichtigen. Overigens eigenlijk alleen als de uitkomst tegenvalt. Zo kwamen de procedures tegen de rendementsheffing pas op gang nadat box 3 mede door dalende spaarrentes, het predicaat ‘pretbox’ had verloren.

Evaluatie en actualisatie van forfaits

De staatssecretaris stelt dat er geen sprake is van een wettelijke evaluatieplicht, maar zegt het belang van het onderbouwen en accuraat houden van de forfaits te onderschrijven. Uit het jaarverslag 2023 van het Ministerie van Financiën kan worden opgemaakt dat 28 forfaits voor actualisatie in aanmerking komen. Voor 10 daarvan is het onderzoek inmiddels afgerond en heeft deels actualisatie plaatsgevonden. De fiscale eigenwoningregeling zal in 2027 integraal worden geëvalueerd. Pas dan zal naar de noodzaak van de mogelijkheden voor en gevolgen van eventuele actualisatie worden gekeken.

Op de Evaluatiekalender fiscale regelingen voor 2024 staat een onderzoek naar actualisatie van forfaits op basis van rekenrente en levensverwachting op de planning. Dit heeft betrekking op onder meer de waarde van een periodieke uitkering of een genotsrecht. Een genotsrecht is het recht om bezittingen van iemand anders te gebruiken, zoals een woning. Om de waarde te bepalen wordt voor de belastingheffing gebruik gemaakt van forfaits. Deze forfaits zijn terug te vinden in de schenk- en erfbelasting, de omzetbelasting, de overdrachtsbelasting en de inkomstenbelasting. De hoogte van deze forfaits zijn behalve voor de inkomstenbelasting niet meer aangepast sinds 1980. Nu de levensverwachting is toegenomen en de rente is gedaald, is het waarschijnlijk dat deze forfaits moeten worden aangepast.

Tijd voor versnelling evaluatie en actualisatie van forfaits?

Misschien goed om alsnog de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer uit 2019 over te nemen. Bijvoorbeeld de aanbeveling, om alle forfaits gezamenlijk te evalueren in bijvoorbeeld een drie- of vijfjaarlijkse QuickScan. Door te toetsen aan de actuele (economische) werkelijkheid kunnen de forfaits zo nodig worden bijgesteld of kunnen in plaats daarvan (weer) de werkelijke kosten of opbrengsten in aanmerking worden genomen.

Daarnaast zou het goed zijn om de evaluatie van het eigenwoningforfait op de Evaluatiekalender 2024 te zetten. Dan kan gelijk nog een keer worden gekeken naar de onderbouwing van het forfait voor de tweede woning in het nieuwe box 3-stelsel. Waarop is het verschil in forfait (0,35% tegenover 2,65%) tussen een eigen woning en een tweede woning gebaseerd? Dit wetsvoorstel ligt nu voor advies bij de Raad van State.

Conclusie

Het is duidelijk dat het huidige gebruik van forfaits in het Nederlandse belastingstelsel vragen oproept over hun actualiteit en eerlijkheid. Het ontbreken van structurele evaluaties en aanpassingen aan veranderende omstandigheden kan leiden tot wantrouwen bij belastingplichtigen. Een brede en versnelde herziening van deze forfaits lijkt dan ook noodzakelijk om de belastingheffing eerlijker en transparanter te maken en zo het draagvlak bij de burger te vergroten.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.