De verplichte eigen bijdrage voor zorgkosten is vaak een onderwerp van gesprek. Veel mensen zijn bang dat zij ooit nog een groot deel van hun eigen vermogen kwijt zijn aan de eigen bijdrage voor zorgkosten. Is de hoogte van de eigen bijdrage voor zorgkosten een reële bedreiging voor uw vermogen? Of zijn de financiële gevolgen te overzien?
Lage zorgkosten bij een beperkte zorgbehoefte
Bij een beperkte zorgbehoefte volstaat meestal een combinatie van mantelzorg en hulp van buitenaf. Zo neemt de wijkverpleging een deel van de medische hulp over. Zoals hulp bij het opstaan en aankleden en het toedienen van medicijnen. De kosten hiervoor worden volledig vergoed door de zorgverzekeraar. Omdat deze zorg deel uitmaakt van het basispakket hoeft u geen eigen bijdrage te betalen.
Wie praktische hulp nodig heeft om zelfstandig te wonen, kan ook een beroep doen op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het gaat dan onder andere om (taxi)vervoer, hulpmiddelen en huishoudelijke hulp. De Wmo wordt uitgevoerd door de gemeente, die bepaalt of en in welke mate mensen hulp nodig hebben. Hiervoor geldt een vast abonnementstarief van maximaal €20,60 per maand. Daarbij wordt niet gekeken naar de hoogte van het inkomen, het vermogen en het gebruik.
Per 1 januari 2026 zal er net als voor de Wet langdurige zorg een inkomensafhankelijke eigen bijdrage gaan gelden.
Wanneer betaalt u een eigen bijdrage voor zorgkosten?
De eigen bijdrage voor zorgkosten speelt met name voor mensen die onder de Wet langdurige zorg (Wlz) komen te vallen. Dit is het geval als u niet meer zelfstandig thuis kunt wonen en u de hele dag intensieve zorg of toezicht nodig heeft. Er ontstaat dan recht op verblijf in een zorginstelling. Hiervoor betaalt u een eigen bijdrage die afhankelijk is van de hoogte van uw inkomen en uw vermogen. Afhankelijk van hoe u uw zorg organiseert, betaalt u een hoge of een lage eigen bijdrage voor zorgkosten.
Hoe wordt de eigen bijdrage voor zorgkosten berekend?
De overheid stelt de eigen bijdrage vast op basis van uw verzamelinkomen uit box 1, box 2 en box 3 van twee jaar eerder. Voor de berekening van de eigen bijdrage voor 2024 is dus uw inkomen uit 2022 relevant.
Als u in box 3 vermogen heeft, wordt u geacht daar inkomen uit te halen door te sparen of te beleggen. Of u dit inkomen ook daadwerkelijk behaalt, doet er niet toe. Wel wordt onderscheid gemaakt tussen rendement uit banktegoeden (‘spaargeld’) een overige bezittingen (‘beleggingen’). Voor een volledig overzicht verwijs ik u naar ons artikel “Belasting betalen in box 3, hoe zit dat?”.
De Hoge Raad zal waarschijnlijk in augustus uitspraak doen of het wettelijke systeem door de beugel kan in situaties waarin het werkelijke rendement lager is dan het veronderstelde rendement. Moet in die situaties de belasting niet worden betaald over dat werkelijke rendement? Als dit het oordeel is, heeft dat grote gevolgen voor veel mensen en ook voor de overheid.
Voor de berekening van de eigen bijdrage wordt er overigens nog een correctie op uw inkomen uit box 3 toegepast. Uw belastbaar inkomen in box 3 wordt met 4% verhoogd en daarbij wordt geen rekening gehouden met het heffingsvrije vermogen (€ 57.000 per persoon in 2024) maar met een lager toetsbedrag (€ 31.747 per persoon).
Wanneer is de hoge eigen bijdrage van toepassing?
De maximale eigen bijdrage in 2024 bedraagt € 34.645 per jaar (€ 2.887,40 per maand). Dit is de hoge eigen bijdrage en die geldt voor mensen die langer dan 4 maanden in een zorginstelling wonen. Zij hebben 24 uur per dag zorg of toezicht nodig. In een zorginstelling heeft u recht op een compleet pakket van wonen, eten en zorg. Maar soms zijn er nog extra kosten voor bijvoorbeeld een wandeling buiten of het wassen van kleding. Bent u een echtpaar en gaat u beiden naar het verzorgingshuis? Dan betaalt u samen eenmaal de hoge eigen bijdrage van maximaal € 34.645 per jaar.
De werkelijke kosten voor een jaar zorginstelling bedragen ongeveer € 90.000. Het is dus niet zo dat u medebewoners ‘subsidieert’ als u de maximale eigen bijdrage betaalt.
Wanneer is de lage eigen bijdrage van toepassing?
De eerste 4 maanden in een zorginstelling geldt de lage eigen bijdrage. Deze bedraagt maximaal € 12.624 per jaar (€ 1.052 per maand). Als u alleenstaand bent, bedraagt de totale eigen bijdrage voor het eerste jaar in een zorginstelling dus maximaal ongeveer € 27.307.
Bent u een echtpaar en gaat één van de partners naar het verzorgingshuis? Dan geldt de lage eigen bijdrage van maximaal € 12.624 per jaar. Naast deze kosten draagt u namelijk ook nog de woonlasten van uw huidige woning en kosten voor levensonderhoud.
Gaat u de zorg thuis organiseren? Dan geldt ook de lage eigen bijdrage van maximaal
€ 12.624 per jaar. Bent u een echtpaar en heeft u beiden thuis intensieve zorg nodig? Dan geldt de lage eigen bijdrage voor u beiden.
Wat is de gemiddelde verblijfsduur in een zorginstelling?
De gemiddelde verblijfsduur in een zorginstelling is vaak een relatief korte periode. Ongeveer 15% van de mensen overlijdt binnen 3 maanden en hoeft daarom nooit de hoge eigen bijdrage te betalen (die geldt pas na 4 maanden). Ongeveer 60% van de mensen overlijdt binnen 2 jaar. En ongeveer 20% verblijft langer dan 4 jaar in een zorginstelling. Zorginstituut Nederland actualiseert deze cijfers jaarlijks.
Relatie tussen maximale eigen bijdrage zorgkosten en vermogen
Vanaf welk inkomen en vermogen geldt de maximale eigen bijdrage? Heeft u geen aanvullend pensioen maar wel vermogen in box 3? Dan betaalt u de maximale eigen bijdrage bij een vermogen van meer dan € 700.000.
Heeft u geen vermogen? Dan geldt de maximale eigen bijdrage bij een bruto inkomen in box 1 (AOW en pensioen) vanaf ongeveer € 75.000 per jaar.
Voor de berekening van de maximale lage eigen bijdrage komen we op een hoger vermogen uit. Voor iemand met alleen een AOW-uitkering wordt de maximale lage eigen bijdrage bereikt bij een vermogen van ongeveer € 2,5 miljoen.
Voor uw eigen situatie kunt u een berekening maken op de website van het CAK.
Bedreigt de eigen bijdrage uw vermogen?
De eigen bijdrage is meestal geen bedreiging voor uw vermogen. Dat geldt sowieso als u de bijdrage kunt betalen uit hun pensioeninkomen. Heeft u geen aanvullend pensioen maar wel een groot vermogen? Dan heeft u waarschijnlijk ook inkomsten uit dat vermogen. Voor zover de eigen bijdrage uw inkomsten dan overtreft, moet u uw vermogen aanspreken. Maar dat zal meestal om een beperkt bedrag gaan. En daarbij is de verblijfsduur in een zorginstelling vaak beperkt. Er zal niet snel een situatie ontstaan dat u flink moet interen op uw vermogen om de eigen bijdrage te betalen.
Vermogen schenken uit angst dat uw vermogen door de bijdrage voor zorgkosten wordt bedreigd, is niet nodig. Ook is het niet nodig om in uw testament te bepalen, dat de kinderen hun erfdelen kunnen opeisen als de langstlevende een eigen bijdrage voor zorgkosten moet betalen. Dat kan uw mogelijkheden beperken om zelf keuzes te maken of aanvullende zorg in te schakelen.
Het is verstandiger om u meer te concentreren op de levensfase vóór het betreden van een zorginstelling, met aandacht voor het creëren van een fijne woonomgeving en zonodig de inkoop van goede zorg.
Meer informatie over het thema Wonen & Zorg vindt u in deze artikelen:
Belastingaangifte: wanneer zijn uw zorgkosten aftrekbaar? – Financial Focus (abnamro.nl)
Wonen met zorg: de belangrijkste aandachtspunten op een rij – Financial Focus (abnamro.nl)
De eigen bijdrage voor zorgkosten en uw testament – Financial Focus (abnamro.nl)