Hoe zit het met de schenkingsaftrek?

De wijzigingen zijn beperkter dan gedacht 

In het hoofdlijnenakkoord werd deze zomer gesproken over bezuinigingen op de giftenaftrek tot € 250 miljoen per jaar. Op een budget van ongeveer € 450 miljoen zou dat een forse ingreep zijn. De vraag kwam op of hiervoor wel een meerderheid bestaat in de Eerste Kamer. In het Belastingplan 2025 heeft het kabinet ingebonden. De wijziging blijft beperkt tot het schrappen van de giftenaftrek voor de vennootschapsbelasting en de regeling voor geven vanuit de vennootschap. Deze ingrepen zijn een versobering van € 61 miljoen.  

Samenvattend: 

• Kabinet beperkt het fiscale voordeel van schenken vanuit een bv 
• Het voordeel van schenken vanuit privé blijft bestaan 
• De voorstellen gaan minder ver dan eerder aangekondigd 

Noot: met goede doelen bedoel ik instellingen die beschikken over de status van algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s). 

Wie worden er door de wijziging geraakt? 

Vennootschappen zoals bv’s of nv’s betalen vennootschapsbelasting over hun winst. Tot zekere hoogte is een schenking aan een goed doel fiscaal aftrekbaar. En er geldt de regeling dat een schenking vanuit een vennootschap niet wordt gezien als een dividenduitkering. Het kabinet schaft beide regelingen af. Dat gebeurt per 1 januari 2025. De argumentatie is met name dat de regelingen niet gunstig uit de evaluatie komen en ingewikkeld zijn. Voor meer achtergronden hierover verwijs ik u naar mijn artikel “Schenken aan goede doelen wordt minder gunstig?”. 

Het schrappen van de giftenaftrek raakt vennootschappen die niet-zakelijke giften deden aan goede doelen. Dat is vaak ingegeven door de aandeelhouder en het kabinet meent dat de aandeelhouder de gift maar vanuit privé moet doen.  

Daarnaast is er een categorie zeer grote gevers. Bijvoorbeeld een ondernemer die (een deel van) een bedrijf in een bv wil schenken aan een goed doel. Of een ondernemer die na verkoop van een bedrijf in een bv (een deel van) de opbrengst wil schenken. Het kan dan gaan om giften van enkele tot tientallen miljoenen. Dergelijke schenkingen werden lastiger na de beperking in 2023 van de periodieke schenking tot € 250.000 per jaar. Goede doelen constateerden dat dergelijke grote giften minder tot stand kwamen. In reactie daarop geldt vanaf 2024 de regel dat giften vanuit een bv niet meer als winstuitdeling worden gezien. De slotsom is dat deze regeling maar één jaar zal bestaan. De regeling vervalt per 1 januari 2025. Tot dat moment kan een grote schenking uit een vennootschap dus nog fiscaal gunstig zijn.   

Voor meer achtergronden verwijs ik u naar mijn artikel “Uw bv als gulle gever”.  

Het fiscale voordeel van schenken vanuit privé blijft 

Gebeurt er ook iets met de giftenregeling voor schenkingen aan goede doelen vanuit privé? Nee, voorlopig niet. Hoewel ook deze regeling niet ongeschonden door de evaluatie komt, laat het kabinet de regeling ongemoeid. Dit wegens het maatschappelijke belang van de filantropie.  

Overweegt u een schenking aan een goed doel in 2024? Dan leest u in ons artikel “Schenken aan goede doelen in 2024” hoe de giftenaftrek in elkaar zit.  

Voorlopig rust, of toch niet? 

Het kabinet geeft aan stabiel beleid belangrijk te vinden. Daarom blijft de giftenregeling vanuit privé ongemoeid. Maar, er is wel een onderzoek gestart naar de omvorming van de giftenaftrek naar een (matching)subsidie. Ofwel, geen voordeel voor een donateur maar voor het goede doel, al naar gelang zij erin slaagt geld op te halen bij het publiek? Een interessante gedachte, die wellicht toch tot wijziging van regelgeving gaat leiden. De resultaten van het onderzoek worden eind 2024 al bekend.  

Verder lopen er evaluaties naar regelgeving voor goede doelen zelf. Dat kan ook gevolgen hebben voor donateurs van die goede doelen.  

Conclusie

Voor Prinsjesdag werd al duidelijk dat de ingrepen van het kabinet minder groot zouden zijn dan genoemd in het hoofdlijnenakkoord. Nu weten we de inhoud van de voorstellen. De wijzigingen vallen mee, zij het dat een aantal grote gevers geraakt gaan worden. De bal ligt nu bij de politiek, omdat eerst de Tweede Kamer en daarna de Eerste Kamer met de wetswijziging moet instemmen.