Direct naar content

Al vaker hebben wij hier uitgelegd dat de fiscale behandeling van een werknemer en een directeur- grootaandeelhouder (minimaal 5% van het aandelenbelang in een besloten vennootschap; hierna: DGA) van elkaar verschillen. Wordt bij een werknemer zijn verdiensten direct volledig in box 1 in de inkomstenbelasting belast, bij een DGA wordt een deel direct als salaris in box 1 belast en een deel als dividend in box 2. Waarbij de DGA zelf het moment kan bepalen waarop hij zichzelf dividend uitkeert. Maar hij kan ook besluiten om het bedrag uit de BV te lenen zonder daar belasting over af te dragen.

Bij de beantwoording van kamervragen over Zuidas-partners op 28 januari 2022 maakte staatssecretaris van Financiën Van Rij duidelijk dat de bestaande regelgeving volstaat. Aanpassingen zijn naar zijn mening niet nodig. Maar wat is die bestaande regelgeving? In deze blog ga ik daarop in.

Globale evenwicht tussen een werknemer en een DGA

Van Rij wijst er op dat er gestreefd wordt naar een ‘globaal evenwicht in belasting- en premiedruk’ tussen de werknemer in loondienst en de DGA. Hij legt in zijn antwoorden uit hoe dit bereikt moet worden. Drie regelingen moeten daaraan bijdragen:

  1. de tariefstructuur in de vennootschapsbelasting.
    Een bv is 15% vennootschapsbelasting verschuldigd over eerste € 395.000 winst en 25,8% over het meerdere. Deze netto-winst wordt vervolgens aan de winstreserve van de bv toegevoegd. Vindt er daarna een dividenduitkering ten laste van deze winstreserve plaats, dan wordt daarover box 2-belasting (26,9%) geheven. De gecombineerde belastingdruk op vermogen dat niet als salaris uitgekeerd wordt, is daarmee 37,9% respectievelijk 45,8%. Als je bedenkt dat salaris in box 1 tot een bedrag van € 69.399 tegen 37,07% en daarboven tegen 49,5% belast wordt, zou je kunnen stellen dat er inderdaad sprake is van een globaal evenwicht. Voor meer informatie over de tariefstructuur verwijs ik u naar mijn blog Hoe kan de DGA anticiperen op de wijziging van het VPB-tarief per 2022.
  2. de gebruikelijk loonregeling.
    Een DGA moet zichzelf een loon toekennen dat recht doet aan het niveau en de duur van de arbeid. Van Rij stelt nadrukkelijk dat de hoogte van de gemaakte winst in de bv geen invloed heeft op de hoogte van het gebruikelijke loon. In de Loonbelasting wordt verder uitgewerkt aan welke voorwaarden voldaan moet worden. Voor 2022 geldt dat het loon minimaal de hoogste van de volgende bedragen moet zijn:- 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
    – Het loon van de meestverdienende werknemer van de onderneming of van een verbonden vennootschap;
    – €48.000.

    De Inspecteur van de Belastingdienst zal goed gemotiveerd een ‘meest vergelijkbare dienstbetrekking’ moeten vaststellen. Doordat de werkzaamheden van DGA’s verschillen, zal de onderbouwing ook per situatie verschillen. Dit geeft ruimte voor interpretatie en dus discussie. Het is mogelijk om vooroverleg met de Belastingdienst over de hoogte van het loon te hebben. Hierdoor hebt u zekerheid over de fiscale gevolgen van uw keuze.

  3. Wetsvoorstel excessief lenen bij eigen vennootschap.
    In dit wetsvoorstel wordt het lenen van de bv waardoor het gehele bedrag in privé beschikbaar komt, aangepakt. Het gaat daarbij om leningen die niet kwalificeren als een eigen woning-lening in box 1 en die (samen) groter zijn dan €700.000,-. Het meerdere wordt dan beschouwd een (fictieve) dividenduitkering te zijn. Ondanks dat er geen uitkering plaatsgevonden heeft, moet er dan toch box 2-belasting over afgedragen worden. Van Rij verwacht dat met de invoering van deze wet het excessief lenen wordt ingeperkt. Zou de DGA dat geld dan toch in privé nodig hebben, dan zal de bv dit alsnog als dividend aan hem moeten uitkeren. Voor meer informatie over dit wetsvoorstel verwijs ik u graag naar onze blog Coalitieakkoord: belangrijke aanpassing in wetsvoorstel over excessief lenen bij eigen vennootschap.Van Rij ziet dus geen aanleiding voor direct aanscherping van de regels. Maar hij geeft wel aan dat verder nog bezien zal worden hoe het coalitie-voornemen om tot een evenwichtigere arbeidsmarkt te komen, verder geconcretiseerd kan worden. Dat sluit nieuwe, aanvullende maatregelen dus niet uit.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.