Veel van onze klanten hebben een succesvol bedrijf. Vroeg of laat komt dan de vraag op: kunnen mijn kinderen mij opvolgen in het bedrijf? Dit artikel is de eerste in een reeks. Het behandelt de basis: wat geldt er voor de inkomstenbelasting en de schenk- en erfbelasting bij bedrijfsopvolging? Hieronder gaan wij ervan uit dat er sprake is van een bv en dat de aandelen door schenking of overlijden overgaan.
Inkomstenbelasting
Als iemand aanmerkelijkbelangaandelen overdraagt, moet er inkomstenbelasting worden betaald. Overlijden wordt hier ook gezien als overdragen. Deze heffing bedraagt in 2024 maximaal 33%. De wetgever heeft dit in bepaalde situaties willen voorkomen. Omdat men niet wil dat bedrijven failliet gaan als bijvoorbeeld bij overlijden belasting moet worden betaald, is er een regeling in de wet opgenomen.
De inkomstenbelasting bevat daarom een zogeheten ‘doorschuifregeling’ (DSR) voor de schenking en vererving van ondernemingsvermogen. De DSR schuift de heffing van inkomstenbelasting door naar de nieuwe eigenaar. Er hoeft op dit moment geen inkomstenbelasting te worden betaald. Maar het is geen afstel: de nieuwe eigenaar neemt de claim over. Het is dus uitstel. Als er beleggingen of contanten in de bv zitten, is de regeling niet noodzakelijk. Er kan dan immers betaald worden.
Voorbeeld 1
Vader schenkt aandelen bv aan dochter, waarde nu € 1.000.000
Verkrijgingsprijs aandelen (destijds bij vader) € 200.000
Aanmerkelijkbelangheffing, stel 33% (0.33*(1.000-200)) € 264.000
Als de DSR van toepassing is dan vindt de heffing dus niet plaats. Het bedrag van € 264.000 wordt dan niet nu betaald. De verkrijgingsprijs wordt ‘doorgeschoven’ naar de dochter. Als zij bijvoorbeeld na verkoop dividend uitkeert, dan komt de belasting alsnog binnen bij de fiscus.
De doorschuifregeling geldt alleen voor zover er sprake is van ondernemingsvermogen. Het is dus niet van toepassing bij beleggingsvermogen. In ons artikel ’Bedrijfsopvolging: is er sprake van een onderneming?’ leest u hier meer over. Of er al dan niet sprake is van een onderneming is van belang voor zowel de inkomstenbelasting als de Successiewet. Zonder onderneming dus geen toepassing van BOR en DSR.
Schenk- en erfbelasting
Met betrekking tot de schenk- en erfbelasting, voorziet de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in een voorwaardelijke vrijstelling. Ook hier moet sprake zijn van overdracht van ondernemingsvermogen. Belangrijke voorwaarden zijn daarnaast dat het ondernemingsvermogen minimaal 5 respectievelijk 1 jaar in het bezit van de schenker of erflater was: de ‘bezitseis’. De verkrijger moet de onderneming vervolgens minimaal 5 jaar voortzetten: de ‘voortzettingseis’. Over deze eisen leest u meer in ons artikel ‘Bedrijfsopvolging: nadere uitleg fiscale eisen’.
Vrijstelling
Daar waar bij de inkomstenbelasting sprake is van uitstel van heffing, kunnen de vrijstellingen in de Successiewet leiden tot afstel. Voldoet u aan de voorwaarden en blijft u hier lang genoeg aan voldoen, dan is er bij deze verkrijger niet alsnog schenk- of erfbelasting van toepassing. Om welke vrijstellingen gaat het dan nu? In 2024 geldt het volgende:
- Tot een waarde van € 1.325.253 van de onderneming is 100% vrijgesteld.
- Voor het meerdere geldt een vrijstelling van 83%.
- Voor belasting die wel betaald moet worden, kan gedurende 10 jaar rentedragend uitstel van betaling worden verkregen.
Belastinglatentie
In het voorbeeld wordt de belastingclaim voor de inkomstenbelasting uitgesteld. De in de toekomst te betalen belasting, of belastinglatentie, mag voor de schenk- of erfbelasting in mindering worden gebracht op de nalatenschap. Voor de schenk- en erfbelasting wordt echter geen rekening gehouden met het werkelijke tarief van maximaal 33%, maar met een tarief van 6,25%. Het doorschuiven van de belastingclaim leidt zo dus wel tot een hogere schenk- en erfbelasting.
Hoeveel bedraagt de heffing samen?
De inkomstenbelasting en de schenk- en erfbelasting samen kunnen tussen ouders en kind oplopen tot een belastingdruk van afgerond 46%. Daarbij gaan we uit van het hoge tarief voor de inkomstenbelasting en schenk- of erfbelasting. Hierbij zijn dus geen faciliteiten van toepassing. Als die wel benut kunnen worden, bedraagt de druk maximaal 3,4%. De BOR en DSR hebben dus veel effect op de te betalen belasting.
Toepassing regelingen en toekomst
U ziet dat bovengenoemde regelingen erg aantrekkelijk kunnen uitwerken bij de overdracht van een onderneming. Er is immers voor het geheel sprake van uitstel van inkomstenbelasting en de schenk- of erfbelasting wordt, onder voorwaarden, grotendeels afgesteld. Het is niet vreemd om te zien dat men in families probeert te voldoen aan de voorwaarden voor de BOR en DSR.
De vrijstelling in de BOR wordt overigens volgend jaar aangepast, zodat 100% van de waarde tot € 1,5 miljoen voorwaardelijk vrijgesteld wordt, en 75% van het meerdere. Voor grotere ondernemingen betekent dit een versobering van de regeling. Bij kleinere ondernemingen kan de vergroting van de zogeheten basisvrijstelling aantrekkelijk uitpakken.
Naast deze maatregelen volgen nog andere aanpassingen. Lees ons artikel ‘Bedrijfsopvolging: wat brengt de toekomst?’ voor meer informatie.
Tot slot
De BOR en DSR maken onderdeel uit van ingewikkelde regelgeving. Bovenstaande is niet bedoeld als een uitputtende uiteenzetting van de regelingen. Voor invulling van de regelingen in uw situatie en advies richt u zich tot uw fiscalist, notaris en accountant.