Direct naar content
4 min. leestijd
  • Auteur

Zowel de bouw zelf als het energieverbruik van gebouwen leggen een zware druk op het milieu. In dit artikel nemen we twee benaderingen onder de loep die nodig zijn om de bouwsector te verduurzamen: circulariteit en energie-efficiëntie.

De zogenoemde ‘planetary boundaries,’ oftewel planetaire grenzen, zijn grenzen waar onze aarde binnen zou moeten blijven. Figuur 1 laat zien dat we ons buiten zes van de negen planetaire grenzen bevinden. Alleen de aantasting van de ozonlaag lijkt momenteel afdoende te worden beheerd, maar op alle andere gebieden neemt de druk toe. Het concept planetary boundaries is gedefinieerd door het Stockholm Resilience Centre en vertegenwoordigt negen verschillende gebieden die de stabiliteit en veerkracht van de aarde reguleren.1 Het raamwerk omvat onderwerpen die verband houden met klimaatverandering, zoals CO2-concentratie, verandering van landgebruik en beschikbaarheid van zoetwater.

De ontwikkeling en constructie van gebouwen en infrastructuur is direct gekoppeld aan enkele van deze onderwerpen. Het is duidelijk dat de maatschappij moet veranderen om de druk op alle negen grenzen te verminderen. Het goede nieuws is dat er oplossingen bestaan waarmee deze problemen te lijf kunnen worden gegaan. In dit artikel belichten we als voorbeeld enkele bedrijven die een rol spelen in het verminderen van de druk die menselijke bouwactiviteiten uitoefenen op onze planeet.

Circulaire bouwmaterialen

De bouwsector is niet alleen verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de wereldwijde broeikasgassenuitstoot, maar draagt ook bij aan de afvalproductie. In de EU is bouw- en sloopafval bijvoorbeeld goed voor meer dan een derde van al het afval dat ontstaat uit beton, bakstenen, hout, glas, metalen en kunststoffen.2 Daarom is een circulaire aanpak nodig, waarbij de levenscyclus van een product tijdens de ontwerpfase actief wordt meegenomen. Daarbij wordt ook al nagedacht over het einde van de levensduur van een product.

De in de VS gevestigde producent van bouwmaterialen Owens Corning heeft voor een dergelijke aanpak gekozen. In het dakbedekkingssegment is 90% van het afval afkomstig van dakspanen die aan het einde van hun levensduur worden verwijderd (dakspanen zijn dakbedekkingstegels die in de VS veelvuldig worden gebruikt). Op verschillende manieren probeert Owens Corning om de impact van deze afvalstroom te verminderen. Zo heeft een samenwerking tussen bestratingsaannemers, de wetenschappers en ingenieurs van het bedrijf ertoe geleid dat gerecyclede dakspanen kunnen worden opgenomen in een asfaltmengsel dat voldoet aan de federale en staatseisen voor goede bestrating.3 Dankzij deze inspanningen is een aanzienlijke hoeveelheid gebruikte dakspanen niet op de stortplaats geëindigd. Owens Corning speelt ook een rol in het vergroten van het bewustzijn over de recyclingmogelijkheden. Het bedrijf werkt samen met Earth911, een recyclingdatabase waarmee aannemers recyclingfaciliteiten kunnen vinden.4 Owens Corning eist ook van aannemers dat ze beloven dakspanen te recyclen. In 2022 had het bedrijf al 665 aannemers in zijn netwerk zover gekregen om deze toezegging te doen.

Effiëntere verwarming, ventilatie en klimaatregeling

Een aanzienlijk deel van de impact van de gebouwensector is het energieverbruik, vooral verwarming en koeling. Naarmate de aarde opwarmt zal met name de vraag naar koeling waarschijnlijk toenemen: wereldwijd zal het aantal geïnstalleerde airconditioners groeien van 1,2 miljard eenheden nu tot 4,5 miljard in 2050.5 Dit betekent ook meer energieverbruik en een groeiende vraag naar koudemiddelen die wereldwijd gebruikt kunnen worden.

Het Protocol van Montreal is een multilateraal milieuverdrag dat verschillende chemische stoffen reguleert, waaronder koudemiddelen. In dit verdrag is overeengekomen om een bepaald type koudemiddelen, de gechloreerde fluorkoolwaterstoffen (HCFK’s), geleidelijk uit te bannen omdat zij schade toebrengen aan de ozonlaag. Het uitfaseren van HCFK’s is succesvol verlopen. Nu wordt de aandacht verlegd naar de gevolgen die andere koudemiddelen hebben voor het klimaat. HCFK’s zijn vervangen door fluorkoolwaterstoffen (HFK’s). HFK’s dragen bij aan de opwarming van de aarde; het broeikaseffect van deze stoffen is zelfs aanzienlijk sterker dan dat van CO2.

Trane Technologies, een toonaangevende leverancier van verwarming, ventilatie en airconditioning voor gebouwen, heeft ambitieuze klimaatdoelstellingen geformuleerd. Trane evalueert bijvoorbeeld alternatieve koudemiddelen zodra deze beschikbaar zijn en biedt producten aan met het koudemiddel dat de minste impact heeft op het milieu. Daarnaast biedt het bedrijf thermische managementsystemen die de mogelijkheid van verwarming en koeling combineren. Klanten van Trane kunnen op deze manier aanzienlijke energiebesparingen realiseren. Het bedrijf streeft ernaar om de koolstofuitstoot van zijn klanten tegen 2030 met één gigaton te verminderen.

Nu de planetaire grenzen zo veelvuldig overschreden zijn, staan we voor de uitdaging om de druk op onze planeet te verminderen. In dat kader zijn Owens Corning en Trane Technologies ondernemingen die bij kunnen dragen aan het vinden van oplossingen. Bovendien tonen zij met hun verantwoorde bedrijfsvoering zelf leiderschap op het gebied van duurzaam ondernemen.

 

1 Planetary boundaries – Stockholm Resilience Centre

2 Construction and demolition waste – Europese Commissie (europa.eu)

3 https://www.owenscorning.com/en-us/corporate/sustainability/roofing-business-summary

4 https://www.owenscorning.com/en-us/corporate/sustainability/docs/2022/2021-Owens-Corning-Sustainability-Report.pdf

5 Trane Technologies/ Rocky Mountain Institute Gigaton Challenge | Trane Technologies

 

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.