Onlangs deed een rechter een aantal uitspraken over een erfenis in een samengesteld gezin. Vaak is de vraag of de nalatenschap wel goed verdeeld wordt over de verschillende partijen, hier ook. In een andere uitspraak kwam de vraag aan de orde of een man zijn nieuwe vrouw wel goed verzorgd achter kon laten.
Alvorens in te gaan op de uitspraken, wijs is ik u graag op het artikel ‘Aandachtspunten voor een samengesteld gezin’ van mijn collega Tjarko Denekamp. Als u nog niet veel weet over dit onderwerp, is dat een mooie start. Is uw interesse gewekt, lees dan vooral verder.
Tuchtklacht
In eerste instantie blijkt het te gaan om een tuchtklacht met de volgende kenmerken.
- De vader heeft op het kantoor van de notaris een testament op laten maken. Zijn twee kinderen en een nieuwe partner (hun stiefmoeder) zijn ieder voor een deel als erfgenaam benoemd. Dat betrof een directe verdeling.
- De stiefmoeder is kort na het overlijden van haar man zelf overleden. Zij was flink jonger dan haar man en het overlijden was volkomen onverwacht.
- De dochter van de man verwijt het notariskantoor dat zij met haar vader niet de mogelijkheid van een zogeheten 30-dagenclausule hebben gesproken. Als gevolg van het ontbreken van deze clausule is een deel van de nalatenschap van vader toegevallen aan de kinderen van stiefmoeder.
- Met bijvoorbeeld een 30-dagenclausule had de vererving naar de kinderen van de vrouw voorkomen kunnen worden.
- De rechter vindt dat de notaris de vader dan in elk geval had moeten wijzen op de gevolgen van het overlijden van de echtgenote binnen korte tijd, nu hij in een samengesteld gezin zat.
De rechter acht hier een berisping passend en geboden, een verderstrekkende maatregel blijkt niet nodig.
Kan iemand überhaupt wat nalaten?
In een andere uitspraak speelde een meer basale vraag: kan de man eigenlijk wel wat nalaten aan zijn nieuwe vrouw? Het antwoord daarop was in deze casus ‘nee’ en dat was over het hoofd gezien door de notaris.
- De man had een testament laten opmaken waarin stond dat het zijn ‘uitdrukkelijke bedoeling’ is dat zijn (tweede) echtgenote na zijn overlijden verzorgd achter zou blijven.
- Het blijkt echter dat zijn kinderen opeisbare vorderingen op zijn nalatenschap hebben die groter zijn dan zijn vermogen. Die vorderingen waren ontstaan bij het overlijden van de eerste vrouw van de man en werden inclusief rente opeisbaar door het overlijden van de man.
- Deze vordering kon de man niet onopeisbaar maken door het opstellen van een nieuw testament.
- Feitelijk kon hij in zijn nieuwe testament slechts nog iets bepalen over wat aanwezig was minus de vorderingen van de kinderen. Maar dat deel werd elk jaar wat minder doordat de vorderingen rente droegen.
De notaris had de erflater bij het maken van zijn testament echter verzekerd dat ‘de kinderen zullen moeten afwachten wat er uiteindelijk voor hen overblijft’ en de ‘echtgenote niet kunnen dwingen om het bezit te bewaren of eerder aan de kinderen uit te betalen’. De tweede echtgenote heeft de notaris aansprakelijk gesteld en ook een tuchtklacht ingediend. Deze laatste klacht ging dan met name om het volgende.
- Het testament kon nooit ‘het beoogde rechtsgevolg’ hebben, dat wil zeggen dat de man niet kon bereiken dat vermogen bij zijn nieuwe vrouw terecht zou komen.
- De notaris heeft de erflater onvoldoende voorgelicht over de gevolgen van de vorderingen van de kinderen.
Ook in deze zaak wordt aan de desbetreffende notaris en kandidaat-notaris een berisping opgelegd. Deze berisping geldt omdat de notaris niet zijn voorlichtingsplicht in acht had genomen.
Opeisingsgronden
Wat niet aan de orde kwam in deze zaken, maar wel kan spelen, is het volgende. De vorderingen die kinderen verkrijgen worden, zoals hierboven duidelijk werd, opeisbaar bij overlijden van de langstlevende. In een testament staan daarnaast nog vaak andere opeisingsgronden genoemd, dat wil zeggen: naast overlijden.
U moet dan denken aan samenwonen, trouwen of het huis verkopen. Het is u hopelijk duidelijk dat het dan oppassen geblazen is. Als een van deze omstandigheden zich voordoet, kan het zijn dat er sprake is van een ‘welvaartsval’ bij de nieuwe partner. Daar moet dus bijvoorbeeld bij een wens tot trouwen van een van beide partners rekening meer worden gehouden.
Tot slot
De eerste les moet zijn om na te denken over wat er gebeurt als uw nieuwe partner kort na u overlijdt. Wilt u dan bepalen waar het vermogen naar toe gaat, regel dat in uw testament. De tweede les is dat als de eerste relatie is ontbonden door overlijden, er aandacht moet zijn voor de vorderingen van kinderen.
We weten uit onderzoek dat het ‘smeden’ van een samengesteld gezin niet altijd eenvoudig is. Daarbij gaat het dan in eerste instantie om de sociale en praktische aspecten. U ziet dat in deze situatie ook het overlijden en testament aanleiding kan geven tot bepaald niet eenvoudige vraagstukken. Speelt dit in uw situatie, bespreek dit met meer dan gemiddelde aandacht met uw notaris of een andere adviseur.