Direct naar content

Veel grootouders laten geld na aan hun kleinkinderen. Dat geeft de kleinkinderen een financiële steun in de rug en kan gunstig uitpakken voor de erfbelasting. Overweegt u dit ook te doen? Leest u dan deze aandachtspunten.

Nalaten aan kleinkinderen is leuk

Het idee om kleinkinderen te helpen met studiekosten of het kopen van een eerste huis, is iets wat veel grootouders aanspreekt. Een mogelijkheid om dit te doen, is door een bedrag aan uw kleinkinderen na te laten via uw testament. Meestal gebeurt dat via een legaat van een geldbedrag. U kent dan een vooraf vastgesteld bedrag toe aan uw kleinkinderen, bij de verdeling van uw nalatenschap. Er ontstaat zo een directe band tussen u als grootouder en uw kleinkinderen. Een mooie gedachte.

Hoe zit het voor de erfbelasting?

Voor de erfbelasting hebben kleinkinderen een vrijstelling. In 2024 bedraagt deze vrijstelling € 25.187. Tot dit bedrag hoeven kleinkinderen dus geen erfbelasting te betalen als zij van u erven. Laat u meer na dan dit bedrag? De erfbelasting is dan eerst 18% en daarna 36%.

Als het bedrag niet bij uw kleinkind maar bij uw kind terechtkomt, zal deze in de regel 20% erfbelasting moeten betalen over dat bedrag. Een bedrag van de vrijstelling voor uw kleinkind bespaart in deze situatie dan ook € 5.037 aan erfbelasting (€ 25.187 x 20%).

In de toekomst zal er nog een tweede besparing kunnen plaatsvinden. Door direct aan uw kleinkind na te laten, krijgt uw kind minder en zal deze bij zijn of haar overlijden ook minder nalaten.

De vrijstelling voor kleinkinderen geldt per grootouder en per kleinkind. Zijn er twee grootouders en twee kleinkinderen? Dan hebben we dus maximaal vier vrijstellingen. In grotere families kan de belastingbesparing flink oplopen.

Houd uw testament wat flexibel

Bij de formulering van uw testament kunt u enige flexibiliteit inbouwen. U kunt spreken over kleinkinderen die er op het moment van uw overlijden zijn. Kleinkinderen die worden geboren (formeel is het: worden verwekt) na het opstellen van uw testament, doen dan ook mee. En door te spreken over ‘het bedrag van de vrijstelling op het moment van mijn overlijden’, pakt u de jaarlijkse aanpassing van de vrijstelling wegens inflatie automatisch mee.

Verder is het raadzaam om een maximering van het bedrag te noemen. De wet kan namelijk wijzigen en het bedrag van de vrijstelling kan anders worden. U kunt eventueel het bedrag voor kleinkinderen ook maximeren tot een percentage van uw vermogen. Dat is relevant bij een daling van het vermogen om de verhoudingen in evenwicht te houden.

Krijgen de kleinkinderen uit de ‘grote pot’?

Stel dat u drie kinderen heeft. Er is een kind dat geen kinderen heeft, een kind dat één kind heeft en een kind dat vier kinderen heeft. Laat u aan ieder van uw kleinkinderen het bedrag van de vrijstelling van € 25.187 na? Dan wordt ieder kleinkind gelijk behandeld. Het vermogen dat over is, is voor uw kinderen. Als zij daar ieder een derde van krijgen, is het resultaat dat het gezin van het kind met de meeste kinderen ook het meeste vermogen krijgt. Dit is de gedachte van een bedrag voor de kleinkinderen uit de ‘grote pot’.

Een andere regeling is dat u het vermogen eerst in drieën splitst. Een derde deel voor elk kind. Vervolgens komen de bedragen voor de kleinkinderen ten laste van de delen van de betreffende ouder. Op deze manier krijgt elk gezin evenveel vermogen. Dit wordt wel een ‘staaksgewijze verdeling’ genoemd.

Welke mogelijkheid het meest eerlijk is? Dat is een persoonlijke afweging.

Zijn de gezinnen van uw kinderen compleet?

Kleinkinderen die worden verwekt na uw overlijden, erven niet van u. Dat is iets om rekening mee te houden als de gezinnen van uw kinderen (naar verwachting) nog niet compleet zijn. Er kan immers een ongelijkheid ontstaan tussen eerder en later geboren kleinkinderen. De omvang van het bedrag dat u nalaat aan uw kleinkinderen is ook een factor. Kan een kind een later geboren kleinkind zelf met een schenking compenseren of zal dat niet mogelijk zijn? Bij grote bedragen zal het wellicht niet mogelijk zijn.

Wanneer krijgt uw kleinkind het geld vrij in handen?

Het uitgangspunt is dat (klein)kinderen hun geld vrij in handen krijgen zodra zij 18 jaar worden. Mogelijk hebben zij dan andere ideeën over wat een verstandige besteding van het geld is dan u of uw kind.

Vaak wordt voor deze situatie een bewind ingesteld. Er is dan een bewindvoerder die het geld voor uw kleinkind moet beheren, bijvoorbeeld tot de 25-jarige leeftijd. Wellicht is uw kind (de ouder van het kleinkind) een geschikte bewindvoerder? Het idee is dat bestedingen tot de 25-jarige leeftijd in samenspraak plaatsvinden en dat na de 25-jarige leeftijd de meest wilde haren bij uw kleinkind zijn uitgevallen.

Gaat u ook schenken aan uw kleinkind?

Het is ook mogelijk om aan kleinkinderen te schenken. Of u doet beide: u schenkt aan kleinkinderen en laat ook een bedrag aan hen na. Ook voor schenken geldt immers een vrijstelling (€ 2.658 in 2024).

De hiervoor genoemde overwegingen voor nalaten aan kleinkinderen gelden ook voor schenken aan kleinkinderen. Schenken heeft het voordeel dat de band tussen u en uw kleinkind al tijdens uw leven tot stand komt. Maar een testament met bedragen voor uw kleinkinderen is wellicht makkelijker te regelen dan bankrekeningen openen voor uw kleinkinderen en schenkingsakten met bewind te maken. Dit zal mede afhankelijk zijn van uw situatie en het aantal kleinkinderen.

De ik-grootouder-clausule

Er is een manier van nalaten aan kleinkinderen die bekend staat onder de naam ‘ik-opa-clausule’ of meer neutraal als ‘ik-grootouder-clausule’. U laat dan uw vermogen na aan uw kind, waarbij uw kind een schuld krijgt aan zijn of haar kinderen. Op deze manier betrekt u uw kleinkinderen wel in uw nalatenschap, maar het vermogen komt eerst volledig ter beschikking aan uw kind.

Op deze plek wil ik volstaan met het benoemen van deze mogelijkheid. Zou u deze mogelijkheid willen onderzoeken, dan heeft u hulp nodig van een specialist zoals een notaris. Een aandachtspunt is bijvoorbeeld dat er een band ontstaat tussen uw kind en kleinkind voor een lange(re) termijn. Dat kan allerlei gevolgen hebben, bijvoorbeeld voor de belastingheffing over vermogen in box 3.

Situaties uit het verleden

Wellicht heeft u als kind van uw ouder geërfd met een ik-grootouder-clausule, zodat u nu een schuld heeft aan uw eigen kind. Of wellicht is uw positie die van kleinkind en heeft u een vordering op uw ouder. Ook in deze situaties is het goed om de gevolgen eens door te spreken met een specialist. De ik-grootouder-clausule heeft de afgelopen jaren tot veel discussies geleid met de Belastingdienst, dus het is goed om te weten wat precies bij u de situatie is.

Afsluiting

Als wij nalaten aan kleinkinderen tijdens een gesprek als mogelijkheid noemen, komt dat de sfeer bijna altijd ten goede. Grootouders vinden het kennelijk een aansprekend idee, dat ook nog eens gunstig is voor de erfbelasting. Ik heb hier een aantal zaken genoemd om er maatwerk van te maken. Een goede voorbereiding voor een gesprek met uw kinderen of uw notaris?

 

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.