Het Belastingplan 2024 is per 1 januari definitief geworden. Hieronder vindt u een overzicht van tien belangrijke maatregelen en de daaraan door ons gekoppelde tips. Sommige van deze maatregelen waren al vastgelegd in eerdere wetsvoorstellen. Door aan het begin van het jaar rekening te houden met deze wijzigingen, kunt u daar tijdig uw voordeel mee doen.
Overdrachtsbelasting
1. Maak gebruik van de startersvrijstelling
Voor starters op de woningmarkt is de vrijstelling voor de overdrachtsbelasting voor starters verhoogd. Meerderjarige huizenkopers jonger dan 35 jaar betalen eenmalig geen overdrachtsbelasting bij de aankoop van een woning met een waarde tot maximaal € 510.000. Deze woningwaardegrens was in 2023 € 440.000. Belangrijk daarbij is dat de volledige vrijstelling komt te vervallen als de waarde van de te verkrijgen woning hoger is dan de vrijstelling.
Schenk- en erfbelasting
2. Voorkom heffing van schenkbelasting over de “Jubelton”
De verruimde schenkingsvrijstelling voor de eigen woning is per 2024 vervallen. Er zit nog wel een soort na-ijleffect in de vrijstelling. Een schenking voor de eigen woning in 2022 moet uiterlijk voor 31 december 2024 aan de eigen woning worden besteed. Het was mogelijk om een onbenut gebleven deel van de vrijstelling uit 2022 aan te vullen in 2023. Ook voor dat deel geldt de bestedingstermijn tot 31 december 2024. Heeft u in 2023 gebruik gemaakt van de verlaagde jubelton van € 28.947? Dan heeft de ontvanger tot 31 december 2025 om de schenking te besteden. Als dat niet lukt en de schenking kan of wordt niet teruggedraaid, dient alsnog schenkbelasting te worden betaald. In de blog 'Belastingvrij schenken in 2024' leest u daar meer over.
Inkomstenbelasting
3. Hou rekening met beperkte hypotheekrente-aftrek
Een groot aantal aftrekposten in box 1 is niet meer aftrekbaar tegen het hoogste tarief (49,5%) in de inkomstenbelasting. Zo is het maximale percentage, waartegen aftrek van de eigenwoningrente per 1 januari 2024 mogelijk is, 36,97%. Onder meer vanwege deze beperkte aftrekbaarheid kan (deels) aflossen verstandig zijn.
4. Maak voor de laatste keer gebruik van de middelingsregeling
De middelingsregeling in de inkomstenbelasting is per 2023 afgeschaft; 2022-2024 is het laatste tijdvak waarover middeling mogelijk is. Deze regeling is relevant voor mensen met wisselende inkomens. Een spreiding van het inkomen over meerdere jaren kan tot een lagere belastingdruk leiden. Omdat u elk jaar maar één keer in een middelingsverzoek mag betrekken, is het verstandig om te kijken over welke jaren middeling voor u het meest interessant is. Mogelijk levert het u extra voordeel op als u in 2024 door aftrekposten (zie de tips hierna) uw inkomen kunt verlagen.
5. Voeg aftrekposten samen
Voor aftrekbare kosten als giften aan goede doelen of zorgkosten kunnen alleen bedragen hoger dan een bepaalde drempel in aftrek worden gebracht. Het kan daarom voordelig zijn om giften en kosten naar voren te halen of juist uit te stellen om te voorkomen dat u ieder jaar te maken krijgt met die drempel. Als u jaarlijks eenzelfde bedrag aan hetzelfde goede doel schenkt, kunt u overigens ook kiezen voor een periodieke gift. Er geldt dan geen drempel. In de blog “Ontwikkelingen in de giftenregeling” leest u daar meer over.
6. Verzoek om extra aftrek culturele giften
Bij giften aan culturele instellingen mag u 1,25 keer het bedrag van de gift in aftrek brengen. De verhoging bedraagt maximaal € 1.250. Voor de jaren 2017-2022 geldt dit maximum per persoon. Vanaf 2023 geldt het maximum voor fiscale partners samen. De Belastingdienst gaat in zijn aangiftesysteem tot 2023 al uit van een maximale verhoging van € 1.250 voor partners samen. Dit kan betekenen dat u te weinig aftrek heeft genoten. Als 25% van het bedrag van de jaarlijkse giften aan culturele instellingen van u en uw partner in de jaren 2019-2022 boven de € 1.250 uitkomt, kunt u de Belastingdienst vragen om vermindering van de aanslag. Voor het jaar 2019 is het belangrijk dit voor 31 december 2024 te doen. Als de belastingaanslag korter dan zes weken geleden is opgelegd, kunt u een bezwaarschrift indienen.
7. Dien op tijd uw aangifte inkomstenbelasting 2023 in en voorkom heffing van belastingrente
Met ingang van 2024 is er een nieuw systeem voor het vaststellen van de belastingrente. Hierdoor brengt de Belastingdienst 7,5% rente in rekening bij het te laat betalen van inkomstenbelasting. Check daarom uw voorlopige aanslag of voorlopige teruggaaf inkomstenbelasting 2023. Als u over 2023 moet bijbetalen, kunt u om een aanpassing van de voorlopige aanslag of teruggaaf vragen. Als u de aangifte inkomstenbelasting 2023 indient vóór 1 mei 2024 voorkomt u de belastingrente. Meer hierover leest u op de site van de Belastingdienst "Belastingrente betalen bij inkomstenbelasting".
8. Stel uw werkelijk genoten rendement vast
Het kabinet heeft het voornemen om vanaf 2027 een nieuw box 3 stelsel te introduceren, waarbij het werkelijke rendement (inkomsten en waardeontwikkeling) zal worden belast. Ter overbrugging van de periode 2023-2026 is een heffing op basis van forfaitaire rendementen over banktegoeden, overige bezittingen en schulden in de wet opgenomen. In de blog “Overbruggingswet box 3: wat wordt er belast?” leest u daar meer over. Veel belastingplichtigen hebben bezwaar gemaakt tegen hun aanslag. In 2024 wordt er een uitspraak verwacht van de Hoge Raad over situaties waarin het werkelijke nettorendement op het gehele box 3-vermogen significant lager is dan het forfaitaire rendement. Als de Hoge Raad in het voordeel van de belastingplichtigen beslist, mag het box 3-inkomen over de jaren tot en met 2022 worden berekend op basis van het werkelijk genoten rendement. De verwachting is dat dit dan ook gaat gelden voor de jaren 2023 tot en met 2027. U dient dan te kunnen bewijzen dat het werkelijk genoten rendement lager is geweest. Het is daarom verstandig facturen en bankafschriften en dergelijke nog even te bewaren.
9. Let op anti-misbruikmaatregel
De forfaitaire rendementspercentages voor beleggingen zijn hoger dan die voor bank- en spaartegoeden. Als u in het laatste kwartaal van 2023 beleggingen heeft verkocht en de opbrengst op een bank- of spaarrekening heeft gezet, dient u een wachttijd in acht te nemen van tenminste drie maanden voor u dit geld gaat herbeleggen. Bij een herbelegging binnen drie maanden zal de Belastingdienst de transacties negeren, tenzij u aannemelijk kunt maken dat er een zakelijk motief aan ten grondslag lag.
10. Stort een aftrekbaar bedrag op een lijfrenterekening
Met een lijfrente kunt aan extra inkomen voor later werken door bedragen te storten op een lijfrenterekening (waar u kunt sparen of beleggen). Als u te maken heeft met een pensioentekort, mag u de stortingen van uw inkomen aftrekken tegen maximaal 49,5%. Met ingang van 2023 is de ruimte voor aftrek fors verhoogd. Het percentage voor maximaal fiscaal aftrekbare bedragen voor lijfrente is nu 30% (met in 2024 een maximum van € 36.077) van de premiegrondslag (dat is kort gezegd uw inkomen verminderd met het deel waarover later AOW wordt ontvangen). De gestorte bedragen zijn bovendien vrijgesteld in box 3. Er wordt pas belasting als het opgebouwde kapitaal wordt omgezet in uitkeringen. Meer over de kenmerken en voordelen van lijfrente leest u in de blog "Wat kunt u met lijfrente doen aan de opbouw van uw pensioen?".
Zoals elk jaar zijn er ook nu wijzigingen in de belastingwetten. Het is van belang de ontwikkelingen in de gaten te houden. Voor 2024 staan bij voorbeeld verschillende evaluaties gepland. Dat kan leiden tot aanpassingen in de regelgeving. Onder meer op deze site houden wij u op de hoogte.