Direct naar content

Wat moet u weten als u nog in 2025 gaat schenken?

Gepubliceerd op:
6 min. leestijd

Schenken en de laatste weken van het jaar horen bij elkaar. Wellicht vanwege ‘goed voorbeeld doet volgen’ als ons land weer wordt bezocht door gulle gevers via stoomboot of slee. Traditioneel neemt het aantal vragen dat u ons stelt over schenken behoorlijk toe. Om het u makkelijker te maken, zetten we belangrijkste aandachtspunten bij schenken in 2025 voor u op een rij.

Schenkingsvrijstellingen in 2025

Een belangrijke vraag is natuurlijk wat het vrijgestelde bedrag is voor de schenkbelasting. Voor kinderen bedraagt de jaarlijkse vrijstelling € 6.713 en voor anderen € 2.690. U vindt alle vrijstellingen in ons artikel “Belastingvrij schenken in 2025”. Daar vindt u ook de tarieven als u meer schenkt dan de vrijstelling. We hebben voor u rekensommen gemaakt over het voordeel dat een schenking voor de erfbelasting kan hebben.

Wilt u een eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling benutten? Let u dan op de extra regels die daarvoor gelden. Verder leest u over de formaliteiten die gelden voor de aangifte schenkbelasting. Dat is een aparte aangifte. Voor een schenking in 2025 moet die voor 1 maart 2026 worden ingediend. Dit is dus een andere aangifte dan de aangifte inkomstenbelasting. Uitgangspunt is dat de ontvanger van de schenking de schenkbelasting betaalt. Maar het is ook mogelijk dat u als schenker de schenkbelasting voor uw rekening neemt. In het artikel leest u onder “Schenken vrij van recht” hoe dat uitpakt.

Vrijstellingen per kalenderjaar

De vrijstellingen gelden altijd per kalenderjaar. Dat geeft de mogelijkheid om in de periode eind december – begin januari in een korte periode tweemaal een vrijstelling te benutten. Iets om in gedachten te houden als u een kind een schenking wilt doen die de jaarlijkse schenkingsvrijstelling overtreft. Wellicht kunt u de schenking opknippen in twee delen. Bijvoorbeeld door uw kind in 2025 een bedrag te schenken dat binnen de vrijstelling blijft. En het overige schuldig gebleven bedrag in 2026 aan uw kind te schenken.

In 2026 bedraagt de jaarlijkse schenkingsvrijstelling voor kinderen waarschijnlijk € 6.908 en voor anderen (onder meer kleinkinderen) € 2.769. We weten dit definitief zodra het Belastingplan 2026 wordt aangenomen in het parlement.

Het staartje van de jubelton

De verhoogde schenkingsvrijstelling voor de eigen woning, wellicht nog beter bekend als ‘jubelton’, is inmiddels afgeschaft. Maar er is nog een staartje. In 2023 gold een verruimde vrijstelling voor een schenking voor de eigen woning van € 28.947. Dat was in andere verhoudingen dan ouders-kinderen een verruimde schenkingsvrijstelling. De voorwaarde is dat het geld uiterlijk 31 december 2025 wordt besteed aan de eigen woning.

Schenken voor de eigen woning

Dat de jubelton er niet meer is, houdt ouders niet tegen om met schenkingen hun kinderen te helpen op de woningmarkt. Er wordt vaker en gemiddeld een hoger bedrag geschonken dan toen de jubeltonvrijstelling er nog was! Kennelijk is de nood hoog. Dat zal waarschijnlijk nog wel even zo blijven. De doelstelling om jaarlijks 100.000 nieuwe woning te bouwen, lijkt steeds meer

uit beeld te raken. Of worden we op dit punt verrast door een nieuw kabinet dat zeer kordaat optreedt? Het zou mooi zijn, maar het is de vraag of dat een reële verwachting is. Lees ook: Uw kind helpen bij de aankoop van een huis

Sparen voor een eigen woning

Ouders maar ook grootouders met jonge (klein)kinderen sparen inmiddels vaker vanuit het motief om in de toekomst hulp te bieden. Wellicht door in etappes alsnog een ‘jubelton’ op te bouwen. Neem de jaarlijkse schenkingsvrijstelling van € 6.713 in 2025. Stel dat deze ieder jaar kan worden benut. Bij 2% rendement wordt na circa 13 jaar een kapitaal bereikt van € 100.000. Bij jonge kinderen kunnen (groot)ouders overwegen om te schenken onder bewind. Zo kan worden voorkomen dat een kind op 18-jarige leeftijd een andere bestemming geeft aan het spaargeld.

Is er geen tijd om met de jaarlijkse schenkingsvrijstelling vermogen te vormen? Dan kan gedacht worden aan het verstrekken van een lening, die in etappes wordt kwijtgescholden. Ofwel, de ouder leent € 100.000 aan het kind en vermindert deze lening jaarlijks met het bedrag van schenkingsvrijstelling. Het kind krijgt direct € 100.000 beschikbaar en op termijn vervalt de schuld zonder dat schenkbelasting aan de orde komt. Stel dat de rente netto 3% is en de schenking wordt gebruikt om deze rente te betalen en het restant als aflossing. De schuld is dan na ongeveer 20 jaar verdwenen.

Vooraf sparen is dus gunstiger dan lenen en kwijtschelden.

Schenken op papier en box 3

De schenking op papier is van oudsher een populaire schenkingsmogelijkheid in Nederland. De laatste jaren ging de meeste aandacht naar de gevolgen van deze schenking voor box 3. In het verleden leidde een schenking op papier vaak tot een (beperkt) voordeel in box 3. Vanaf 2023 slaat dat meestal om in nadeel. Anders dan in het verleden komt een schuld niet meer volledig in mindering op het vermogen. Er komt een fictieve leenrente van circa 2,6% in mindering op uw inkomen in box 3, terwijl de werkelijke rente 6% is.

Het leek er lang op dat de kinderen in 2026 geacht zouden worden een rente van 7,78% te krijgen. Dat is van tafel. De belastingheffing bij de kinderen is in beginsel dan ook reëel. Bij de ouder is nog sprake van een mismatch.

De tegenbewijsregeling moet hier de oplossing bieden. Is uw werkelijke rendement lager dan het forfaitaire rendement? Dan moet de box 3 belasting over het lagere werkelijke rendement worden berekend. De ouder mag de rekensom maken met de echt betaalde rente van 6% en dat geldt voor het kind ook, die in de werkelijkheid 6% rente ontvangt. Of dat ook leidt tot een lagere belastingaanslag, is van de situatie afhankelijk. Zo moet het werkelijke rendement over het volledige vermogen in box 3 worden berekend en geldt het heffingsvrije vermogen niet.

De tegenbewijsregeling komt goed van pas voor de schenking op papier. De schenking op papier is daardoor weer een reële optie, maar u moet wel bereid zijn om zo nodig de tegenbewijsregeling toe te gaan passen. Lees ook: Wordt de schenking op papier weer aantrekkelijk?

Woont uw kind in een woning van u?

Veel bezitters van vastgoed in box 3 zijn ongelukkig met de tegenbewijsregeling. Zo is een ongerealiseerde waardestijging onderdeel van het werkelijke rendement en is er geen kostenaftrek. En als geen sprake is van verhuur, moet als uitgangspunt een fictief inkomen van 5,06% over de WOZ-waarde in aanmerking worden genomen.

Heeft u een woning in box 3 die wordt bewoond door een kind? Dan kan het zinvol zijn om te bekijken of het gunstig is als die woning overgaat naar uw kind. Komt de woning bij uw kind in box 1 terecht, dan neemt de belastingdruk op familieniveau waarschijnlijk af. Tot slot: een overdracht tegen de WOZ-waarde (stel € 450.000) terwijl de werkelijke waarde hoger is (stel € 500.000), is voor dat verschil geen schenking (€ 50.000). Het voornemen is dat vanaf 2027 de werkelijke waarde het uitgangspunt wordt voor de schenkbelasting. Voldoende redenen om dit zorgvuldig te gaan bekijken?

Het nieuwe kabinet

Een spannende voor 2026 is wat het nieuwe kabinet brengt voor de schenk- en erfbelasting. Dit is niet een groot thema geweest in de verkiezingen en niet alle partijen hebben zich er duidelijk over uitgesproken. Het CDA noemt een tariefsverhoging voor erfenissen boven € 500.000. Partijen links van het CDA bepleiten in het algemeen ook voor een verhoging. En partijen rechts van het CDA lijken de huidige percentages wel prima te vinden.

De gedachte ‘goedkoper zal het niet worden’ wil in de praktijk voor schenkers nog wel eens het laatste zetje zijn om over te gaan tot een schenking in de 10%-schijf.

De schenk- en erfbelasting kan ook via een andere weg op de politieke agenda komen. Er zijn tal van regelingen in de wet die al tientallen jaren onveranderd zijn. De rente van 6% die bij de hiervoor genoemde schenking op papier geldt, is daar een voorbeeld van. Een rente van 2% zou meer aansluiten bij de huidige situatie. Dit is de conclusie van een evaluatie, waarover het nieuwe kabinet een standpunt moet innemen. Het rentepercentage speelt echter niet alleen voor de schenkbelasting maar ook voor de erfbelasting. De aanpassing van de rente kan dan ook tot een kettingreactie leiden. Een andere rente heeft meerdere gevolgen, die wellicht tot weer andere aanpassingen leiden en voor je het weet staat heel de schenk- en erfbelasting in de steigers? Maar goed, dat is nu nog speculeren. Lees ook: De schenk- en erfbelasting op de schop? en Wat wijzigt er in de Successiewet per 2026?

Schenken is meer dan de overboeking

De algemene gedachtegang die we bij schenken hebben, is: het doen van de overboeking is wellicht eenvoudig, maar bij een goede schenking komt meer kijken. Onze oproep is om altijd even tijd te nemen en te kijken naar de positie van de ontvanger, uw eigen positie en verschillende schenkingsmogelijkheden.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.

Over private banking

Vermogen biedt kansen en verplichtingen. Het is daarom prettig als er iemand met u meedenkt en samen met u de mogelijkheden verkent. Met persoonlijke aandacht bent u verzekerd van waardevol advies en dienstverlening op maat.
Over private banking