Wij hebben een gedetailleerd beeld van hoe consumenten op het coronavirus hebben gereageerd. Aan de hand van real-time transactiedata kunnen wij namelijk nauwkeurig de consumptieve bestedingen van gezinshuishoudens volgen. Wat blijkt? Consumenten zijn dynamische beestjes, maar tegelijkertijd gedragen zij zich rationeel en zijn zij redelijk voorspelbaar. De homo economicus mag impopulair zijn, misschien moeten we toch Adam Smith, de bedenker van deze term, weer eens afstoffen.
De economie heeft een flinke optater gekregen. In het tweede kwartaal kromp het bbp van de eurozone met liefst 12% ten opzichte van het kwartaal ervoor. Spanje was de grootste verliezer met een daling van het bbp van 18,5%. In Nederland bleef de daling beperkt tot 8,5%. Een belangrijke oorzaak van de daling zijn de lagere consumptieve bestedingen, die 53% van het eurozone bbp bepalen. Voor Nederland ligt dit percentage met 44% beduidend lager.
Op basis van de real-time transactieactiedata (pintransacties en online transacties) kunnen wij zien welke sectoren het hardst zijn geraakt door de lockdownmaatregelen gedurende de periode van 13 maart tot en met 1 juni. Logischerwijs springen horeca, reizen en entertainment (cultuur) eruit met dalingen van respectievelijk 80%, 76% en 50% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Daarnaast kregen ook de kleding- en schoenenbranche en het vervoer gevoelige tikken met dalingen van respectievelijk 45% en 35%.De gedetailleerde transactiedata leren ons ook veel over het gedrag van consumenten gedurende de lockdownperiode. Zo begon de consumptie zich na het dieptepunt van -20% in de derde week van april weer mondjesmaat te stijgen. De ergste schrik was voorbij en de meeste consumenten durfden weer voorzichtig te winkelen.
Sommige consumptiecategorieën waren op dat moment bijzonder in trek. Zo zorgde de verplichting om vooral rondom huis te vertoeven tot een forse toename van de verkoop van huis- en tuinmeubelen. Ook de bouwmarkten deden het goed. Verder verdrievoudigde de verkoop van speelgoed: kinderen bleven thuis en moesten vermaakt worden. Nederlanders kochten massaal spelletjes om het thuis toch een beetje gezellig te maken. Uit de transactiedata blijkt verder dat de rij voor de kassa met ons winkelwagentje niet langer de standaard is. In de eerste week van maart groeiden de online boodschappenbestellingen met 100% ten opzichte van dezelfde week vorig jaar. De weken erna blijft de groei rond de 300% hangen. Nu we weer fysiek de winkels in kunnen, nemen de onlinebestellingen niet af. In juli groeide de online boodschappenmarkt nog steeds met 250%. Het is tenslotte makkelijk, veilig en goedkoop.Daarnaast zien wij dat steden veel harder geraakt zijn dan dorpen. Steden zijn namelijk afhankelijker van horeca en entertainment.
Ook tussen steden zijn er verschillen. In de steden met meer besmettingen liepen de consumptieve bestedingen fors terug. Laten wij Amsterdam en Groningen als voorbeeld nemen. Amsterdam beleefde een grotere corona-uitbraak dan Groningen. In beide steden daalden de bestedingen halverwege maart met 20%. Inmiddels zijn de uitgaven in Groningen sinds eind mei weer terug op pre-corona niveau, terwijl die in Amsterdam daar nog ver onder liggen.
Dit leert ons dat niet alleen de lockdownmaatregelen consumenten ervan weerhouden om geld uit te geven, maar ook angst voor het virus. Bij gevaar besluiten mensen dus ‘vrijwillig’ thuis te blijven. Uit ons onderzoek blijkt dat mensen deze beslissing ook rationeel nemen. Zo vond de eerste besmettingsgolf vooral plaats in Noord-Brabant, maar zijn er groteverschillen tussen de gemeenten in deze provincie. In de gemeenten met veel besmettingen daalden de consumptieve bestedingen beduidend harder dan in de gemeenten met weinig coronagevallen.