Direct naar content
  • Auteur

In Erfgenamen vertelt David Bijlsma over hoe hij en zijn familie omgaan met vraagstukken rondom vermogensoverdracht. David is de kleinzoon van Samuel Gassan, oprichter van GASSAN Diamonds. Maar hun familiesituatie is bijzonder, want Davids’ vader is eigenlijk zijn stiefvader en zijn zus is eigenlijk zijn halfzus. Toch heeft het feit dat de familie een samengesteld gezin is, nooit iets veranderd aan de continuïteit van het familiebedrijf. ‘Ik ben biologisch niet zijn kind, toch behandelt hij me als zijn eigen kind. Als we het over elkaar hebben, heb ik het over mijn vader en hij over zijn zoon.’

‘Mijn overgrootvader heeft rond 1920 het diamantvak geleerd. In die tijd was Amsterdam leidend in de diamantwereld. Na de Tweede Wereldoorlog richtte hij het bedrijf GASSAN op. Het begon met een diamantfabriek en slijperij, die werden alsmaar groter en groter. GASSAN leverde diamanten aan juwelenfabrikanten en later ook aan horlogefabrikanten. In 1973 is mijn vader, Benno Leeser, in het bedrijf gestapt. In 1989 ben ik aan boord gekomen en mijn zus is wat later ingestapt, rond 2007. Inmiddels wordt het bedrijf bestierd door vader, zoon en dochter, maar natuurlijk ook samen met onze eega’s, dus eigenlijk door ons zessen. We zijn een samengesteld gezin, maar ik ken mijn stiefvader nagenoeg mijn hele leven; hij is samen met mijn moeder vanaf dat ik tien was.

Ik wilde graag bij GASSAN werken omdat ik enorm gefascineerd was door horloges. Zo rond mijn tiende bracht Casio een horloge uit waar ook een rekenmachine op zat. Nu vinden we dat de normaalste zaak van de wereld, maar in de jaren tachtig van de vorige eeuw was dat iets ongekends. Ik heb toen allerlei klusjes gedaan thuis om maar aan dat horloge te kunnen komen. Jaren later startte GASSAN ook met horloges, toen werd ik bijzonder gemotiveerd om te beginnen in het bedrijf.’

Als je zelf niet oprechte intenties hebt om in het familiebedrijf te stappen, moet je dat ook niet doen.

Kiezen voor je eigen weg

‘Ik heb het nooit als een druk ervaren om bij GASSAN te komen werken. Die druk leg ik ook niet mijn kinderen op, want het moet vanuit jezelf komen. Als je zelf niet de oprechte intentie hebt om in het familiebedrijf te stappen, moet je dat ook niet doen. Mijn ouders gaven ons die ruimte ook door tegen ons te zeggen: “Ontwikkel jezelf en ga doen wat je leuk vindt. Niks moet en alles mag, en daar is ruimte voor.” Mijn kinderen weten ook nog niet wat ze willen. Die keuze moeten ze echt zelf maken. Het is namelijk niet alleen een lust maar ook een serieuze last. We hebben nou eenmaal een grote verantwoordelijkheid voor medewerkers. En uiteindelijk moet je jezelf natuurlijk ook bewijzen. Het is niks meer of minder dan dat.

Voordat ik startte bij GASSAN, hebben we één van die wel beroemde keukentafelgesprekken gehad met mijn vader. We hebben naar elkaar uitgesproken dat we altijd eerlijk en open met elkaar gaan communiceren. Ook wanneer je het werk toch niet leuk blijkt te vinden, of iemand toch niet naar behoren functioneert. We praten nu over een gesprek dat in 1990 heeft plaatsgevonden en tot op de dag van vandaag hebben we deze eerlijke communicatie naar elkaar in stand gehouden. We kunnen elkaar nu meer dan dertig jaar de waarheid zeggen. Daar ben ik trots op.’

Continuïteit bewaken

‘Een familiestatuut hebben we niet, maar het keukentafelgesprek zoals we dat in meerdere samenstellingen hebben gevoerd, heeft natuurlijk wel een professionelere vorm aangenomen. Als samengesteld gezin hebben we hooguit fiscale afspraken gemaakt, omdat er geen sprake is van een directe bloedlijn. Ik denk dat het voor iedereen belangrijk is om aan te geven hoe zij de toekomst van GASSAN zien en waar we naartoe willen. Het is niet voor niks dat we laatst nog naar buiten hebben gebracht dat er weer een aandelenoverdracht is geweest naar mijn zus en naar mij.

Ook de nalatenschap hebben we goed geregeld, voor zowel mijn ouders als voor onszelf. Het is niet het leukste wat ik heb moeten doen. Het lezen van die stukken is verschrikkelijk, want op pagina 1 overlijd je al zo’n twintig keer. Maar het is wel enorm belangrijk om het op orde te hebben. Je wilt de continuïteit van het bedrijf niet in gevaar brengen en je wilt ook dat de medewerkers van GASSAN in goede handen verkeren.’

Die stukken lezen is verschrikkelijk, want op pagina 1 overlijd je al zo’n 20 keer.

Het belang van delen

‘Delen is voor ons heel belangrijk. Ieder jaar maken we een bepaald budget vrij voor de goede doelen die we willen ondersteunen. We hebben goede doelen die jaarlijks wisselen maar ook een paar waarmee we jarenlang mee samenwerken. Het is belangrijk om niet alleen als bedrijf, maar ook als mens te delen. En ik vind ook dat je in onze positie een morele verplichting hebt. Een project dat wij bijvoorbeeld ondersteunen is Only Friends van Dennis Gebbink. Hij heeft Only Friends opgestart nadat hij een kind kreeg met een handicap, waardoor zijn kind niet mee kon komen met het normale sporten. Dennis had een plek voor ogen waar gelijkgestemde kinderen met elkaar kunnen sporten. Inmiddels staat er een prachtig mooi sportcomplex in Amsterdam-Noord, inclusief een groot voetbalveld en atletiekbaan.’

In onze positie heb je ook de morele verplichting om te delen.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.