Direct naar content

Projecten en partnerships in the Global South

Succesvol geven aan de zogenaamde Global South-landen, hoe doe je dat? Nobele initiatieven te over, maar dr. Sara Kinsbergen van de Radboud Universiteit Nijmegen geeft op basis van jarenlang wetenschappelijk onderzoek zes tips voor succesvolle projecten en partnerships

Je maakt een mooie reis door een land in Afrika of Azië. De natuur, de mensen, de kleuren en geuren maken een diepe indruk. Op een dag neemt je gids je mee naar het dorp waar hij vandaan komt. De omstandigheden zijn hartverscheurend. Er is één school voor honderden kinderen, waarbij de helft van de kinderen op de grond moet zitten. En dat zijn de kinderen die wel naar school kunnen, want een heleboel ouders kunnen het schoolgeld niet eens betalen. Het raakt je diep en je besluit hier actie op te ondernemen. Terug in Nederland richt je een stichting op en zamelt geld in om een nieuwe school te bouwen.

Klinkt herkenbaar? Kayleigh Boerjan van Filantropie Advies ziet dit dagelijks in de praktijk. Mooie, nobele initiatieven die vanuit een oprechte motivatie worden ontwikkeld. Helaas kunnen deze goedbedoelde interventies soms ongewenste effecten opleveren. Filantropie Advies organiseerde onlangs een sessie met dr. Sara Kinsbergen (Radboud Universiteit) voor vermogende particulieren die actief zijn in the Global South. Hierin adresseerden wij deze ongewenste effecten. Gelukkig kunnen kleinschalige initiatieven heel veel goeds opleveren. Op basis van jarenlang wetenschappelijk onderzoek deelde Sara Kinsbergen tips voor succesvolle projecten en partnerships in the Global South.

1: Durf de tijd te nemen

In confrontatie met een bepaald probleem zijn mensen vaak zo onder de indruk dat zij direct actie willen ondernemen. Maar het is belangrijk om de tijd te nemen om het probleem te doorgronden. Stel jezelf vragen: moet ik hier een rol in spelen? Wie is er al actief in dit veld? Hoe ziet de omgeving eruit? Wat zijn de behoeften van de mensen ter plekke? De praktijk laat zien dat we vaak weinig tijd nemen om ons hierin te verdiepen. Dit kan tot gevolg hebben dat je dingen doet die anderen al doen of dat je dingen opzet die niet passen in de lokale omgeving.

2: Durf niets te doen

Voorkom dat je in een situatie terechtkomt waarin je niet verzeild had willen raken. Want dan is het moeilijk om te stoppen. Niets doen is vaak ingewikkelder dan wel iets doen. Stel, je bezoekt een dorp waarin je mensen ontmoet die in hele moeilijke omstandigheden leven. Die wil je helpen en daar iets voor doen. Dit kan voor jou goed voelen maar tegelijkertijd meer negatieve dan positieve gevolgen hebben. Want je helpt maar een paar mensen en niet het hele dorp; je kunt het dorp daardoor in een conflictsituatie brengen. Daarnaast creëer je de verwachting dat je steun blijft geven. Maar wil en kan je die verwachtingen waarmaken? Een ander mogelijk negatief gevolg is dat je hulpafhankelijkheid creëert en dat er daardoor geen eigen initiatief meer wordt genomen. Neem de tijd om te kunnen besluiten eventueel niets te doen.

3: Durf te investeren in het onzichtbare

We hebben de neiging om de zichtbare problemen met concrete interventies op te lossen. We focussen graag op inspanningen die direct leiden tot oplossingen van het probleem. Een voorbeeld is een school waarbij het dak kapot is. Je zou dan dat dak kunnen laten maken. Maar stel dat dat de verantwoordelijkheid is van het oudercomité. Door dan het dak te repareren breng je het oudercomité in diskrediet en torpedeer je een lokaal systeem om vanuit lokale kennis een probleem op te lossen. Dus neem de tijd om de grondoorzaak van een probleem te begrijpen. Want misschien kon dat oudercomité door een tegenvallende oogst de bijdrage wel niet betalen. Dan is het investeren in bijvoorbeeld een spaarsysteem voor het oudercomité een meer systemische en duurzame oplossing dan het dak repareren.

4: Durf te investeren in mensen

Om tot duurzame, als in systemische veranderingen te komen die lokaal gedragen worden is het belangrijk om ook in mensen te investeren. Bijvoorbeeld een dorpsbewoner faciliteren om een bepaalde opleiding te volgen waardoor dat oudercomité beter functioneert. Of een lokale medewerker van een ngo die leert om zelf fondsen te werven. De resultaten hiervan zijn niet concreet en niet direct zichtbaar, maar op lange termijn zijn deze initiatieven veel meer lokaal gedragen en daardoor duurzamer en meer impactvol. Ook is het belangrijk om te investeren in de lokale capaciteit, zodat, zeker als jouw hulp straks stopt, initiatieven niet ontmand en onthand achterblijven. Werk toe naar de zelfstandigheid van lokale initiatieven of organisaties en onthoud dat je een tijdelijke rol speelt die moet worden overgepakt.

5: Durf vertrouwen te hebben

Vaak wil je dat geld wordt besteed op een manier zoals jij in gedachten hebt en zit je dicht op de organisatie om te kijken hoe zij het geld besteden. Maar daarmee ontneem je het lokale mandaat. En dat is problematisch want je respecteert daarmee niet de lokale expertise en kennis. Als donateur is het belangrijk om te faciliteren wat er al is. Respecteer dat de keuzes die worden gemaakt niet per se jouw eigen keuzes zouden zijn. Werk vanuit verantwoord vertrouwen. Natuurlijk kun je een rol spelen, maar houd deze rol bescheiden om recht te doen aan wat lokaal aanwezig is aan kennis en ervaring.

6: Durf op tijd te stoppen

Vanaf dat je begint moet je eigenlijk al nadenken over wanneer je gaat stoppen met jouw steun. Vaak is dat ongemakkelijk, of wil je daar niet over nadenken. Maar het nadeel is dat je niet weet wanneer jouw rol ophoudt. Er is altijd wel een nieuw probleem te bedenken waarin je een rol kan spelen. Daarom is het belangrijk om het gesprek aan te gaan over waar je met elkaar wilt eindigen. Wat en wie is daarvoor nodig? Formuleer een concreet einddoel zodat iedereen weet waar hij of zij aan toe is en wat er van hem of haar wordt verwacht. Een bescheiden rol die een begin en einde kent maakt het voor iedereen makkelijker om zijn of haar verantwoordelijkheid te nemen, ook na jouw vertrek.

Deze ‘guiding principles’ van Sara Kinsbergen geven veel richting. Ze klinken misschien vanzelfsprekend maar zijn niet eenvoudig om in de praktijk toe te passen. Want hoe moeilijk is het de tijd te nemen als een eenvoudige interventie voor de hand lijkt te liggen? En hoe lastig is het om in al je enthousiasme te wachten met handelen en eerst te onderzoeken welke andere spelers al actief zijn op ‘jouw’ thema? Laat de waan van de dag niet de overhand nemen, maar heb de moed om de principes toe te passen en te hanteren.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.