De familie Peetoom – ‘Als morgen alles omvalt, kan ik met een kam en schaar nog steeds mijn brood verdienen’

De coronacrisis kwam als een flinke klap. Tijdens de lockdown moesten alle kapsalons dicht. ‘De afgelopen vijf jaar hadden we veel geïnvesteerd, dus we hadden niet veel reserves’, vertelt Rob. ‘Gelukkig is doorzetten een familietrekje’, vult Rochelle aan. ‘We gaan niet snel bij de pakken neerzitten.’

Kappersimperium

In 1969 begon Rob Peetoom met een bescheiden kapperszaak in Santpoort; vijftig jaar later bestaat zijn imperium uit veertien salons op drie continenten: Europa, Azië en Noord-Amerika. Peetoom werd bekend door de make-overs die hij deed voor tijdschriften, zoals Libelle. Onder zijn clientèle bevinden zich sterren als Elise Schaap, Jennifer Hofman en Gijs Staverman.
Twee jaar geleden droeg hij het bedrijf over aan dochter Rochelle, toen 28. Ook dochter Savana en zoon Alexander werken mee in het familiebedrijf. Zelf werkt Rob ook nog steeds in het bedrijf en adviseert waar hij kan als founder. Maar waar Rob vooral in het hier en nu leeft, heeft Rochelle stevige ambities voor de toekomst.

Wat typeert jullie als familie?

Rob: ‘Dat is een lastige vraag, want dat kun je zelf vaak het minst goed beoordelen. Maar we zijn allemaal streberig, rusteloos en sportief.’ Rochelle: ‘We houden allemaal van sport inderdaad en we zijn doorzetters. En ik denk dat mensen ons wel leuk vinden. Dat klinkt misschien vreemd om over jezelf te zeggen, maar we zien dat terug in het feit dat mensen graag bij ons werken. Sommigen werken hier al meer dan 30 jaar. We zijn een toegankelijke, positief ingestelde familie.’

Jullie hebben vestigingen in Nederland, New York en Bali. Wat maakt die salons ‘Peetoom’?
Rob: ‘We hebben een eigen Academy, waar al onze kappers continu trainen. Dat houdt de Peetoom-lijn scherp. Daarnaast zijn nieuwe salons die worden geopend niet zomaar een Peetoom-salon. Dat wordt altijd geleid door iemand die minstens tien jaar ervaring heeft binnen de organisatie.’ Rochelle: ‘Mensen die bij ons werken, zijn ook echt onderdeel van de familie. Bijeenkomsten noemen we ook “family meetings”. Dat familiegevoel is voor ons belangrijk. Daar hebben we ook extra in geïnvesteerd tijdens de lockdown. Na een corona-persconferentie hadden we vaak een online meeting, waar we dan met een kopje thee erbij met elkaar napraten over wat de nieuwe maatregelen voor ons betekenden.’

Wat is in jullie historie een defining moment?

Rob: ‘In de jaren ’70 heb ik prijsdifferentiatie ingevoerd. Ik had vaak op zaterdagmiddag nog een wachtrij van klanten die door mij geknipt wilden worden, terwijl de andere kappers al naar huis gingen. Toen dacht ik: dit moet anders. Dus besloot ik onderscheid te maken in de tarieven voor de verschillende niveaus van kappers, gebaseerd op hun jaren ervaring en kwaliteit bij ons. Aanvankelijk deed ik alleen mijn eigen tarief omhoog. Nu is het ons business model. Een klant betaalt een hoger tarief voor een master stylist dan voor een stylist. En het heeft nog meer voordelen opgeleverd: een stylist krijgt hierdoor het carrièreperspectief om door te groeien naar master stylist en verder. Daarnaast worden mensen in het kappersvak naarmate ze ouder worden vaak te duur. Met dit model kan ik ervaren mensen behouden en nieuwe medewerkers groeiperspectief bieden.
Het openen van de salons in New York en op Bali was ook echt een defining moment. Ik kwam op het idee om een salon in het buitenland te openen toen ik op bezoek was bij mijn schoonouders die in Sydney woonden. Uiteindelijk lukte dat niet in Sydney, maar wel op Bali. Ideaal voor medewerkers die een tijdje in het buitenland wilden werken en backpacken. Naar aanleiding van een tip van een bevriende kapper in New York deden we daar martkonderzoek en werden we op slag verliefd op Brooklyn. Het is een plek waar alle trends vandaan komen en de meest inspirerende kappers zich vestigen.’

Wat zijn aannames die mensen hebben over familiebedrijven?

Rob: ‘Dat zijn wel de gebruikelijke aannames, bijvoorbeeld dat het Rochelle allemaal kwam aanwaaien omdat ze “de dochter van” is. Maar wat mensen vaak niet weten is dat ze zelf al bij diverse grote bedrijven had gewerkt voordat ze bij mij in dienst kwam. Ze had zich ontwikkeld tot expert op het gebied van digital marketing en branding en zag op dat vlak bij ons bedrijf verbetermogelijkheden. Zo is ze in het bedrijf gekomen.’ Rochelle: ‘Dat vooroordeel herken ik. En hoe hard ik ook werk, sommige mensen blijven altijd denken dat het mij in de schoot is geworpen. Ik zeg altijd: het bedrijf is niet aan mij overgedragen, ik heb het overgenomen.’

Wat zijn voordelen aan werken in een familiebedrijf?

Rochelle: ‘Het idee leeft dat het niet makkelijk is om met je familie te werken. Maar ik zie vooral veel voordelen. Het kan natuurlijk een keer botsen; we zijn allemaal verschillend. Maar je bent familie, dus je bent er 24/7 voor elkaar en je vertrouwt elkaar.’ Rob: ‘Het gaat altijd over werk bij ons, zelfs tijdens het kerstdiner. Maar dat is ook leuk. We zitten allemaal steeds vol ideeën voor vernieuwing. En vergaderen hoort er toch bij. Wij doen dat dan met een lekker glas rosé bij strandtent De Republiek van mijn zoon Roger.’

Hoe belangrijk is het om dit bedrijf als familie te runnen?

Rob: ‘Ik vind het ontzettend leuk dat Rochelle het heeft overgenomen. Maar het was voor mij geen ramp geweest als ze geen van allen in het bedrijf waren gestapt. Ik heb vijftig jaar met ontzettend veel plezier dit werk gedaan. Dat is voor mij al genoeg.’ Rochelle: ‘Ik denk dat het bedrijf ook zonder ons goed voortgezet kan worden. Het zit sterk in elkaar en is in handen van een sterk managementteam met een duidelijke missie, visie en strategie. Hierdoor zal Rob Peetoom generatie na generatie blijven shinen.’

Wat doet de nieuwe generatie anders?

Rochelle: ‘Waar Rob vroeger vooral te zien was in tijdschriften en op tv, proberen wij nu vooral zichtbaar te zijn op social media. Dat is natuurlijk een generatieverschil, maar we hebben ook echt een andere manier van werken. Rob doet dingen meer uit de losse pols, op gevoel. Ik ben meer van structuur en planning. Dream big. Als je plannen goed uitwerkt, zijn er naar mijn idee geen limits aan de mogelijkheden. Daar is Rob wel eens kritisch op.’ Rob: ‘Nieuwe plannen uitwerken is leuk. Dat heb ik in het verleden ook vaak genoeg gedaan. Maar als dat dan mis ging, kon het bedrijf daar tegen, omdat de basis stevig was. Die basis moet je niet uit het oog verliezen. Ik zeg altijd: ik heb een kam en een schaar. Dus als morgen alles omvalt, kan ik nog steeds mijn brood verdienen.’

Hoe ziet de toekomst er voor jullie uit?

Rob: ‘Ik ben al twintig jaar slecht in golf. Daar wil ik eindelijk eens wat aan gaan doen. Maar ik ga voorlopig nog niet met pensioen, hoor. Daarvoor vind ik dit werk veel te leuk. Ik probeer te adviseren waar ik kan en verder vermaak ik me met het opzetten van de nieuwe salon hier op Bali.’ Rochelle: ‘De komende twee jaar gaan we vooral de puntjes op de i zetten, de processen in het bedrijf vernieuwen en versterken. Als de basis stevig staat, willen we het bedrijf uitbreiden. Bijvoorbeeld met een eigen productlijn en een businessmodel achter onze educatie. Mijn ambitie? Over tien jaar het sterkste beautymerk van de wereld zijn.’