Direct naar content
  • Auteur

Bijdragen aan het draaglijk maken van deze tijd’

In Van Missie naar Impact praten we met organisaties met een maatschappelijk doel. Zij vertellen over het wat, waarom en hoe van hun missie. Deze keer spreken we Simon Evers, per 1 juni dit jaar secretaris-generaal van de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR).

Ook al lijkt het in Nederland amper nog over het coronavirus te gaan. Terwijl in de rest van de wereld nog het virus alom aanwezig is. Hoe is de KNR en hoe zijn jullie leden de lockdownperiode doorgekomen?

‘Dat is voor de meeste leden zwaar geweest. De KNR is een verband waarbinnen ook heel veel oudere religieuzen verbonden zijn en zeker de ouderen hebben het gewoon zwaar gehad in deze tijden van lockdown. En bij de religieuzen speelt nog extra dat religieuzen erg gericht zijn op gemeenschapsleven. Dus die lijden echt onder het feit dat veel gemeenschappelijk activiteiten niet mogelijk waren. Samen eten, samen bidden, samen bezoek ontvangen. Veel kloosters hebben ook gastenverblijven. Die moesten ook worden gesloten. Dus ook contact met mensen van buiten was niet zomaar meer mogelijk. Ook wat religieuzen in praktijk willen brengen voor anderen, voor arme mensen, voor mensen die in nood zijn, die werkzaamheden moesten ook noodzakelijkerwijs gestopt worden. En we hebben natuurlijk ook wel leden gehad die ziek zijn geworden of helaas overleden zijn. In eenzaamheid afscheid nemen is zwaar en daar zijn de religieuzen ook niet aan ontkomen helaas.’

Wat baart jou het meeste zorgen op dit moment?

‘Wat je ziet is dat nog veel mensen angst hebben en wat mij ook zorgen baart dat op korte termijn bijeenkomen nog altijd lastig is. Er zijn zo veel voorschriften dat het niet gemakkelijk is om grote bijeenkomsten te organiseren. Ook de kloostergebouwen waarin veel religieuzen leven. Die zijn gewoon niet ingericht op de anderhalve meter samenleving. Er zijn geen voorzieningen. Doordat er in korte tijd zoveel veranderd is, vraagt dat ook veel inventiviteit. Dat is een zorg die wij samen dragen.’

Die inventiviteit, is dat moeilijk om op te pakken?

‘Mensen die altijd wel iets op een bepaalde wijze gedaan hebben? En je moet opeens dingen anders gaan inrichten in het gebouw, maar ook qua activiteiten. Dat vraagt dat je met elkaar daarover in gesprek gaat en ook nieuwe wegen zoekt om toch datgene te doen wat je wilt doen.

[De Konferentie Nederlandse Religieuzen KNR is een koepelorganisatie van en voor religieuzen, vergelijkbaar met een brancheorganisatie. Zo’n 190 religieuze instituten van zusters, broeders, paters, fraters, monniken en monialen zijn aangesloten.]

Hebben jullie ook moderne technologie omarmd? Je ziet dat er inderdaad hele bijzondere zaken tot stand zijn gekomen via Zoom of Teams. Zijn dat zaken die ook binnen jullie gemeenschap tot stand zijn gekomen?

‘Zonder meer. Heel veel kloosters hebben bijvoorbeeld gebedsdiensten gestreamd of andersoortige samenkomsten zoals webinars georganiseerd. En ook als vervanging voor het samenkomen is Zoom en Teams gebruikt. Maar er is toch het sterke aanvoelen bij mensen dat het een hulpmiddel is en niet vervangend.’

Jullie missie is onderlinge samenwerking bevorderen. Is die missie door de afgelopen maanden veranderd?

‘Nee, die is eigenlijk versterkt, want we hebben wegen moeten zoeken om elkaar toch nabij te zijn, alhoewel dat fysiek niet mogelijk is. En de eerste plaats is natuurlijk email een heel goed middel om toch met mensen in contact te blijven. Je ziet ook dat heel veel leden onderling elkaar gevonden hebben en elkaar bevraagd hebben: hoe ga je om met deze situatie? Dus het heeft de ook wel versterkt. En een mooie wapenfeit van onze onderlinge samenwerking is dat we ook een noodfonds hebben opgericht waar de onderlinge solidariteit op financieel vlak proberen te verwezenlijken. Er zijn heel veel kloosters die verlies geleden hebben, omdat kloosters vaak werken met vrijwilligers. Er is geen betaald personeel, dus men kon geen beroep doen op overheidssteun. We hebben nu dus een noodfonds ingericht en zijn nu aan het inventariseren of wie die financiële verliezen onderling kunnen opvangen.

De KNR heeft een missie om de onderlinge samenwerking van de ongeveer 190 leden te bevorderen. In een cultuur die wordt gedomineerd door persoonlijke ontmoetingen komt die missie tijdens de coronalockdown periode tussen maart en juni behoorlijk onder druk te staan. En toch is het de KNR gelukt.

Hoe meten jullie of jullie voldoende impact maken?

‘Een sterk punt is het persoonlijke contact. Wat we gezien hebben in de afgelopen periode is dat men contact met elkaar heeft gezocht en ook met het stafbureau van de KNR en vice versa. We hebben ook geprobeerd om te inventariseren wat de noden zijn op financieel vlak of ander vlak en te zien of we daar oplossingen voor kunnen vinden. We geloven dat we op die manier het verschil hebben gemaakt in deze periode en dat dat wel degelijk het resultaat van impact meting is.’

Nu spreken wij in deze podcast natuurlijk ook aan goede doelen die leven bij de gratie van impact. Is impact maken voor jullie ook echt heel belangrijk? Of is het onderlinge samenwerken de gemeenschapszin misschien wel veel belangrijker dan het meten van impact?

‘Dat zou je in eerste instantie voor onze leden wel kunnen zeggen, maar wij zijn een instantie die, dankzij het geld wat er binnen de religieuze wereld wordt samengebracht, heel veel goede doelen ondersteunen. Met name in deze coronatijd zijn er extra vragen gekomen, zoals voedselbanken die tekort kwamen. Ik spreek hier dus wel over enkele honderden of duizenden euro’s die naar goede doelen zijn gegaan. En in die zin hebben we ook impact gemaakt.’

Voor iedereen is 2020 een lastig jaar. Wanneer is 2020 voor jullie als organisatie geslaagd?

‘Als we iedereen die in acute nood is gekomen, financieel of geestelijk, hebben kunnen steunen. En dat we binnen onze onderlinge samenwerking en ook in de buitenwereld waar we betrokken zijn, toch iets hebben kunnen bijdragen aan het draaglijk maken van deze tijd.

[Simon Evers is op 1 juni gestart als secretaris generaal bij de KNR. Hij groeide op in een katholiek gezin en trad in 1979 in als monnik in de Sint-Andriesabdij van Zevenkerken in Brugge. In 1992 verliet hij als priester het abdijleven om als geestelijk verzorger in ziekenhuizen te gaan werken. Sinds 1996 werkt hij in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam, waar hij tevens coördinator is van het team van geestelijk verzorgers.]

Nu ben jij gestart met jouw nieuwe functie in deze coronaperiode? Hoe moeilijk is dat?

‘Dat is vooral apart. Ik weet nog heel goed dat mijn arbeidscontract werd door mijn voorzitter tekent en die heeft daar een filmpje van gemaakt eind maart. Om het toch te kunnen delen met anderen en ook met mij dat dat arbeidscontract werd getekend. Het voorbereiden op een nieuwe functie, terwijl je niet zo zeker bent hoe die gestalte kan krijgen in de eerste maanden, brengt veel vragen en onzekerheid met zich mee. Tegelijkertijd is het natuurlijk ook een enorme uitdaging om daar dan iets van te maken. Dus het kleurt mijn aantreden. Maar het heeft het niet in negatieve zin beïnvloed.’

Wat dat betreft een en een uitdagende periode. Nu is het zo dat je me in. Op 1 juni gestart. Als ik even naar mezelf kijk, dan merk je toch wel dat vanaf juni de teugels toch een beetje gingen vieren en dat we toch wat losser misschien met dingen omgingen. Zijn er bij jullie ook alweer fysieke contacten ontstaan, weliswaar op anderhalve meter, of wordt er toch nog wel heel veel vanuit huis gewerkt?

‘Er is zeker nog terughoudendheid, maar we hebben toch alweer de eerste fysieke vergaderingen op anderhalve meter gehad. Het afscheid van mijn voorganger was met een symposium dat we in aangepaste vorm toch hebben gehouden, door het in twee delen te splitsen. En dan volgens de norm per 1 juni 100 mensen per keer, maar allemaal op anderhalve meter afstand. Dus zo langzamerhand proberen we wel weer activiteiten op te starten. Je ziet het ook voor vieringen weer opgestart worden.’

Tot slot: ook al ben je nog maar heel kort in functie bij de KNR: Heb je al een persoonlijke ervaring meegemaakt, waar je een brok van in je keel kreeg van verdriet of boosheid?

‘Al heel lang geleden heb ik ooit een zuster ontmoet die mede aan de stichting ten grondslag heeft gelegen waaruit de KNR is ontstaan. Zuster Rafaël Kops. Die overleed begin juni, vlak na mijn aantreden. En ik heb haar uitvaart bijgewoond door naar het televisiescherm in een aanpalende ruimte te kijken. Maar ik was wel in staat om dan met de gemeenschap naar het kerkhof te gaan. Toen was er een ongelooflijke erehaag gevormd van medewerkers, dorpsbewoners, andere mensen. En dat maakte zo’n indruk op mij dat zo’n afscheid dan minstens even waardevol is vergeleken met een afscheid waar 400 mensen in één ruimte samenkomen. Je ziet de mensen daar behoefte aan hebben en daar gestalte aan willen geven. Absoluut.’

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.