Gepubliceerd op:
Het doen van een belastingaangifte is niet ingewikkeld, als uw situatie niet is veranderd. Die gedachte kan overboord als een overlijden heeft plaatsgevonden. De belastingaangifte van de overledene, de belastingaangifte van de erfgenamen en de aangifte van de erfbelasting kunnen dan op uw bord liggen. Zie daar maar eens uit te komen! Hopelijk bent na het lezen van dit artikel een paar stappen verder.
Ik stel me de situatie voor dat uw ouder is overleden en u (mede-)erfgenaam bent. De principes gelden overigens ook in andere verhoudingen.
Belastingaangifte voor de overledene
De inkomstenbelasting wordt normaal gesproken per kalenderjaar vastgesteld. Als er een overlijden plaatsvindt, wordt de inkomstenbelasting geheven tot het moment van overlijden. Er is als het ware een ‘verkort boekjaar’.
Als er een executeur is, doet die de aangifte. Is er geen executeur? Dan doen de erfgenamen de aangifte.
Er is een apart ‘aangifteformulier F’ voor de aangifte over het jaar van overlijden. Deze aangifte kan worden ingediend vanaf 1 maart in het volgende jaar. Moet er over een voorgaand jaar nog aangifte worden gedaan? Dan kan dat via ‘aangifteformulier P’.
Had uw ouder een fiscale partner? Dan is het goed om te kijken wie eventuele fiscale aftrekposten krijgt. Door het wijzigen van het inkomen van uw overleden ouder kan het zijn dat een andere keuze dan voorheen gunstig is. Verder is er de keuze om tot het moment van overlijden fiscaal partner te zijn of voor het hele kalenderjaar. Dit zal per situatie bekeken moeten worden.
Voor het inkomen in box 3 geldt dat de peildatum van 1 januari beslissend is. Er vindt geen tijdsevenredige correctie plaats als er tijdens het jaar een overlijden plaatsvindt. Bij een overlijden op 1 februari, wordt uw ouder dus toch geacht over het hele kalenderjaar inkomen uit box 3 te hebben. Daar staat tegenover dat u als erfgenaam (zie ook hierna) het vermogen pas hoeft op te geven op 1 januari van het volgende jaar.
De Hoge Raad heeft echter geoordeeld dat box 3 een stap terug moet doen, als het werkelijke rendement lager is dan het veronderstelde rendement. Hiervan zal sneller sprake zijn als iemand tijdens het jaar is overleden.
Het overlijden van een ondernemer
Het overlijden van een ondernemer wordt gezien als het stoppen van de onderneming of de overdracht van aandelen in een bv. Naast de jaarwinst tot het moment van overlijden moet dan de stakingswinst of meerwaarde in de aandelen van een bv worden vastgesteld. Dit is ingewikkelde materie, waarbij u de hulp van een belastingadviseur waarschijnlijk goed kunt gebruiken.
Als erfgenamen de onderneming voortzetten, dan kan belastingbetaling mogelijk worden voorkomen. De belastingclaim gaat dan door naar erfgenamen. Het is dus geen afstel, maar uitstel. In ons artikel “Bedrijfsopvolging: hoe werkt dat fiscaal?” leest u de hoofdlijnen voor een bv.
Als een bv beleggingsvermogen heeft, dan moet de inkomstenbelasting (box 2) direct worden afgerekend. Er is dan ook erfbelasting om rekening mee te houden en er kan vennootschapsbelasting spelen in de bv. Ziet u ons artikel “Beleggen in vastgoed: ongewenste gevolgen bij overlijden DGA” voor een voorbeeld (inmiddels is de box 2-belasting niet meer 26,9% maar maximaal 33%).
Belastingaangifte voor de erfgenamen
Het uitgangspunt van het erfrecht is dat alle rechten en verplichtingen van de overledene overgaan op de erfgenamen, vanaf het moment van overlijden. Het is niet zo dat u als erfgenaam pas vermogen krijgt bij verdeling van de nalatenschap. Tot het moment van verdelen heeft u, als er meer erfgenamen zijn, een aandeel in een ‘onverdeelde boedel’. Elke erfgenaam heeft als uitgangspunt een aanspraak op het geld, het huis enzovoorts, naar rato van het erfdeel. Na de verdeling heeft u wellicht geld gekregen, een huis en dergelijke.
Voor een legataris die bijvoorbeeld recht heeft op een geldbedrag geldt hetzelfde. Dat recht is ontstaan op het moment van overlijden, ook al wordt het wellicht pas maanden later uitbetaald.
Deze nuance is relevant als er een jaargrens zit tussen het moment van overlijden en het verdelen van de nalatenschap. Of bij een legaat: er zit een jaargrens tussen het moment van overlijden en uitkeren. De erfgenaam / legataris moet zijn aanspraak op 1 januari in box 3 opgeven. De valkuil is dat de erfgenaam nog niet het gevoel heeft vermogen te hebben gekregen en de aanspraak dan ook niet opgeeft.
Een uitzondering is de situatie waarin u een aanspraak krijgt op een langstlevende ouder. Dan is doorgaans sprake van ‘defiscalisatie’ en hoeft u de aanspraak niet op te geven. Zie hierover uitgebreider in “Belastingaangifte en overlijden: erfrechtelijke aanspraken”.
Aangifte erfbelasting
In de aangifte voor de erfbelasting komen alle bezittingen en schulden van uw ouder terug, en hoe de nalatenschap wordt verdeeld, zodat de Belastingdienst kan berekenen hoeveel erfbelasting u moet betalen. De aangifte erfbelasting moet worden ingediend binnen 8 maanden na de overlijdensdatum. In de praktijk komt het geregeld voor dat dan nog niet alle gegevens bekend zijn. In dat geval kunt u uitstel aanvragen.
Een aandachtspunt is dan de belastingrente. Die gaat lopen als u na 8 maanden aangifte doet. De belastingrente is op dit moment 7,5%. Dat is dus best een fors percentage. U kunt belastingrente voorkomen door een voorlopige aanslag te vragen. U krijgt dan een voorlopige aanslag die u moet betalen. Er geldt dan alleen belastingrente voor zover de uiteindelijke aanslag hoger is dan de voorlopige aanslag. Is de definitieve aanslag lager dan voorlopige aanslag? Dan krijgt u geen rente vergoed van de Belastingdienst.
Het is opletten voor bijzondere regelingen die kunnen gelden. Zoals de vrijstelling voor ondernemingsvermogen of NSW-landgoederen.
Erfbelasting als schuld in box 3
Belastingschulden die u nog niet heeft betaald, tellen als uitgangspunt niet als schuld mee in box 3. De erfbelasting is daarop een uitzondering. Die mag u wel als schuld in box 3 meenemen. Het is daarvoor niet nodig dat de omvang van de erfbelasting op de peildatum al is vastgesteld in een aanslag.
Het afwikkelen van een nalatenschap
In dit artikel concentreer ik me op de aangifte voor de inkomstenbelasting en de erfbelasting. Belangrijke zaken, maar bij het afwikkelen van een nalatenschap komt nog veel meer kijken. Mijn collega Marc Wes noemt in zijn artikel “De afwikkeling van een nalatenschap, hoe werkt dat?” veel andere onderwerpen.
Afronding
De afwikkeling van een nalatenschap is vaak een enorme klus. Er is altijd veel te regelen. Soms zijn er daarnaast ingewikkelde juridische of fiscale vraagstukken. Soms blijkt de administratie over vele dozen en mappen te zijn verdeeld en is vaststellen wat eigenlijk de situatie is, al een hele uitdaging.
De kans is groot dat u voor het eerst met dit soort vraagstukken te maken krijgt. Ik maak vaak mee dat mensen de mouwen opstropen en zelf aan de slag gaan. Prima, en hopelijk helpt dit artikel u een aantal stappen op weg. Maar verlies uw eigen gezondheid niet uit het oog? En hoe verzekert u dat u geen zaken over het hoofd ziet? Het kost natuurlijk geld, maar hulp inschakelen van adviseurs is in deze fase waarschijnlijk erg nuttig.
Heeft u een vraag over dit artikel?
De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.