Europa zit technologisch klem tussen twee grootmachten. Amerikaanse big tech beheerst onze cloud, socials, software en data. China heeft de grondstoffen, fabrieken en niet te vergeten TikTok, terwijl beide reuzensprongen maken in AI. Waar blijft de EU in dat krachtenspel? Wat kunnen we doen en wat gebeurt er al?
'We zijn veel te afhankelijk van software uit de Verenigde Staten’, zei Friedrich Merz, bondskanselier van Duitsland, in september tijdens een technologieconferentie in Berlijn. ‘We moeten als Europa onafhankelijker en autonomer worden en onze eigen krachten ontplooien.’ Zijn waarschuwing klonk nuchter maar urgent. Europese data draaien grotendeels op Amerikaanse cloudplatforms, de chipproductie leunt op Aziatische fabrieken en het groeikapitaal voor tech komt vaak van buiten het continent. De afhankelijkheid is niet nieuw, maar in het AI-tijdperk wordt ze tastbaar.
De boodschap van het rapport dat Mario Draghi vorig jaar uitbracht aan de Europese Commissie was glashelder. De Europese Unie komt jaarlijks 750 tot 800 miljard euro aan investeringen tekort om concurrerend te blijven. ‘We misten de internetrevolutie’, stelde de oud-ECB-president. ‘Nu staan we op een kruispunt: óf we investeren naar verhouding, óf we blijven afhankelijk.’
Regels als ruggengraat
Brussel probeert de situatie te keren. ‘We reguleren zodanig dat mensen en bedrijven technologie omarmen’, zei toenmalig mededingingscommissaris Margrethe Vestager in april 2024 bij Forum Europa in Madrid. Met de AI Act, de Digital Markets Act en de Digital Services Act bouwt de EU een juridisch raamwerk dat de macht van grote platforms inperkt en innovaties beschermt. Het doel is meer vertrouwen en perspectief, zodat Europese bedrijven durven investeren in digitale infrastructuur.
Kapitaal en schaal
Vertrouwen en perspectief zijn hard nodig, want zodra bedrijven willen opschalen, stokt de financiering. ‘Een start-up in Californië kan in vijftig staten geld ophalen, een Europese start-up stuit op 27 barrières’, zei Commissievoorzitter Ursula von der Leyen bij haar Staat van de Unie in september. ‘Om competitief te blijven, moet Europa de thuishaven worden van de volgende generatie baanbrekende technologieën.’ Ter illustratie: slechts 4 procent van de Europese start-ups haalt een investeringsronde van minimaal 15 miljoen dollar tegenover 8 procent in de VS.
Julia Krauwer, sectorspecialist Technologie, Media en Telecom (TMT) bij ABN AMRO, ziet uitblijvende financiering als knelpunt. ‘Europa heeft uitstekende kennis en veel startende deeptechbedrijven, maar te weinig kapitaal om ze door te trekken naar schaal. Pensioenfondsen en andere institutionele beleggers kunnen het verschil maken.’ Zonder eigen groeikapitaal blijft Europa een kraamkamer van ideeën die elders volwassen worden.
Infrastructuurkloof
Daarnaast ontbreekt het aan infrastructuur: servers en datacenters. ‘De grote AI-modellen draaien grotendeels op Amerikaanse infrastructuur’, zegt Krauwer. ‘Europese cloudaanbieders hebben samen minder dan 15 procent marktaandeel. En terwijl de cloudmarkt groeit, is hun marktaandeel de afgelopen jaren geslonken.’ Oorzaak: de VS investeren veel actiever in uitbreiding. In de eerste helft van 2025 kwam volgens Harvard-econoom Jason Furman maar liefst 92 procent van de Amerikaanse bbp-groei voort uit investeringen in datacenters en informatiesoftware. Wie het zwart-wit wil stellen: terwijl Europa debatteert over veiligheid, privacy, ethiek en vergunningsprocedures, stampen de VS hun nieuwe economische motor uit de grond.
Europese oplossingen
Toch ontstaan er ook Europese oplossingen en gebeurt er her en der veel moois. Zo werken cloudaanbieders in Nederland samen in ECOFED: een extra laag tussen applicaties en software enerzijds en cloudopslag/infrastructuur anderzijds, waardoor je software gemakkelijker van de ene naar de andere cloud kunt brengen. Op dergelijke initiatieven en hun positieve effecten op de groei van de sector wijst Mario Bersem, als econoom bij ABN AMRO verantwoordelijk voor prognoses van de TMT-sector. In een recent rapport schrijft hij: ‘De vooruitzichten voor de technologiesector zijn rooskleurig. ABN AMRO verwacht een groei van 5 procent in 2025 en 4 procent in 2026, aangedreven door de voortdurende digitalisering, cloudmigratie en innovaties door kunstmatige intelligentie.’ Voor de goede orde: hierbij weegt ook de uitbreiding van Amerikaanse clouds en infrastructuur in Europa door Europese uitvoerders en dienstverleners mee.
Europa’s digitale routekaart
AI Act (2024)
Juridisch kader voor risico-classificatie, transparantie en innovatie.
- Chips Act 2.0 (consultatie gestart in 2025)
Verdubbeling van investeringen in halfgeleiders. - IPCEI-CIS (2023)
Overkoepelend programma voor ondersteuning van Europese initiatieven in cloud- en edge-computing. - European Tech Champions Initiative (ETCI) (2023)
Europees investeringsfonds dat publieke en private middelen bundelt om snelgroeiende Europese techbedrijven in de scale-upfase te financieren. - AI Continent Action Plan (2025)
Actieplan dat Investeringen, innovatie en regelgeving rond AI versnelt. - EuroStack (2025)
Plan voor geïntegreerde Europese techstack (€ 300 mrd in 10 jaar). - Invest-NL/Nationaal Groeifonds
Nederlandse instrumenten voor deeptechfinanciering.
Chips cruciaal
Chips en chipproductie spelen een hoofdrol. Niet voor niets oefenen de VS druk uit op ASML om zijn toptechnologie niet te leveren aan China. De controverse bereikte een dieptepunt toen het kabinet de Chinese CEO van de Nijmeegse chipsfabrikant Nexperia uit zijn functie zette. ‘Zonder chips heb je niks’, zegt Bersem. ‘Qua economische waarde lijken ze misschien niet essentieel, maar geopolitiek is het volkomen logisch dat de VS willen voorkomen dat China de meest geavanceerde chips zelf kan maken. De Sovjet-Unie verloor de wapenwedloop doordat het geen chips in massa kon produceren om slimme wapens te maken. Ze zitten overal in en het is ongelofelijk dat bijna alle productie van de meest geavanceerde chips is geconcentreerd op één plek: Taiwan. De waardeketen van hoogwaardige chips is extreem complex en wereldwijd verspreid. Geen enkel land kan dat op eigen houtje. Europa moet ervoor zorgen dat het in de belangrijkste schakels meedoet en zelf kan beslissen.’
Wat al lukt
Ondanks de vele uitdagingen bij de opbouw van een Europese big tech, cloud en AI zijn er ook succesverhalen. In Frankrijk bouwt Mistral AI aan AI-modellen die kunnen concurreren met GPT-systemen en die draaien op Europese infrastructuur. Oprichter Arthur Mensch zei in maart tegen Le Monde: ‘AI verhoogt het bbp van elk land met dubbele cijfers. Eigen infrastructuur voorkomt financiële afhankelijkheid. Niet regulering, maar investering is het probleem.’
De EU kijkt al vooruit naar een Chips Act 2.0 en de Important Projects of Common European Interest on Cloud and Edge Infrastructure (IPCEI-CIS). Beide moeten de positie in chips, quantumtechnologie en cloudcapaciteit versterken. Ook de EuroStack-coalitie wint terrein. Dit publiek-private plan voor de bouw van een geïntegreerde Europese technologie-stack – van infrastructuur tot AI-laag – mikt op een budget van 300 miljard euro. Een immens bedrag, maar uitgesmeerd over tien jaar nog altijd een schijntje vergeleken met de budgetten van big tech.
Toch is sectorspecialist Krauwer optimistisch. ‘Digitale soevereiniteit is niet alleen nodig, maar ook een belangrijke groeistrategie. Door eigen cloud- en AI-capaciteit te bouwen, behouden we data en kennis en creëren we economische waarde in Europa. We hebben genoeg durfkapitaal, maar nog te weinig durf. Succesvol bouwen aan deeptech vraagt om tijd en volharding en dat betekent publiek-private samenwerking over langere cycli. Daar komt gelukkig meer aandacht voor.’
Van beleid naar bouwplaats
Daarvan zien we nu de eerste resultaten. In Nederland, Frankrijk en Duitsland verrijzen chip- en datacenters, energienetten worden uitgebreid, fondsen vullen zich met miljarden. In Groningen is 200 miljoen euro gereserveerd voor een AI-fabriek met test- en ecosysteem. Het idee: bundel kennis, infrastructuur en efficiëntie en creëer zo een ‘Gronicon Valley’. Zoals Von der Leyen in februari zei op de AI Action Summit in Parijs: ‘We gaan grootschalig investeren in digitale en schone technologie. Niet om anderen na te doen, maar om ons eigen pad te bewandelen.’

Waar blijft Gaia-X, de Europese cloud?
Gaia-X werd in 2019 gelanceerd als Europees alternatief voor de Amerikaanse cloudreuzen. Het is niet bedoeld als één megacloud, maar als federatief model waarin Europese organisaties hun data veilig kunnen delen binnen gemeenschappelijke, transparante regels. De organisatie in Brussel, met ruim 350 partners, werkt sinds 2022 aan data spaces in sectoren als energie, zorg en mobiliteit. Daarbij ligt de focus niet primair op opslag, maar op veilig data delen en interoperabiliteit. Het gaat echter traag en er klinkt kritiek: onder de deelnemers bevinden zich ook niet-Europese techbedrijven, wat twijfels oproept over de beloofde digitale autonomie. Nieuwe initiatieven zoals ECOFED brengen het federatieve cloudmodel al in de praktijk, waardoor Gaia-X zijn voorlopersrol deels verliest. Het project is nu vooral een proeftuin voor Europese standaarden en waarden rond datasoevereiniteit.
Urgentie en potentie
Daarmee staan we op een kruispunt. De afhankelijkheid van buitenlandse technologie is groot, maar langzaam verschijnen de contouren van een eigen ecosysteem. De waarschuwing van Merz voor te grote afhankelijkheid van Amerikaanse software is urgent. Maar de woorden van Mensch tonen dat de EU haar eigen AI-weg kan gaan, mits ze investeert in infrastructuur, kennis en kapitaal. Krauwer: ‘Digitale soevereiniteit is geen gesloten fort, het is een open ecosysteem waarin Europa zelf bepaalt met wie en hoe het samenwerkt.’ Want Europa mag dan tussen twee reuzen staan, het is financieel en intellectueel in staat tot onafhankelijkheid.
Meer weten?
ABN AMRO’s sectorspecialist Julia Krauwer publiceerde een artikel met een analyse van de tech-markt en de stappen die de Europese Unie zet richting ‘digitale soevereiniteit’. Het artikel is hier te lezen.
Of beluister de podcast in de reeks ‘Achter de cijfers’ waarin Julia vertelt hoe Europa zich kan losmaken van de afhankelijkheid van Amerikaanse big tech. De podcast is hier te beluisteren op Spotify.