Direct naar content

In een brief van 8 juli 2022 zette Staatssecretaris Van Rij de deur naar box 3-compensatie voor niet-bezwaarmakers nog op een kier. In die brief schetste hij verschillende scenario’s hoe hier invulling aan zou kunnen worden gegeven. Zoals eerder besproken, is deze compensatie van box 3-belasting het gevolg van een uitspraak van de Hoge Raad van 24 december 2021 (het ‘Kerstarrest’). Maar tot nu toe kwamen daarvoor alleen in aanmerking belastingplichtigen die vielen onder de massaal bezwaarprocedures voor box 3 (2017-2020) en voor alle belastingplichtigen waarvan de definitieve aanslag nog niet onherroepelijk vaststond of nog moest worden opgelegd. Op verzoek van de Kamer zette Van Rij  de mogelijkheden voor het compenseren van niet-bezwaarmakers op een rijtje. De media melden nu dat het kabinet heeft besloten om de niet-bezwaarmakers geen rechtsherstel aan te bieden.

Staatssecretaris Van Rij zag drie mogelijkheden voor compensatie:

  1. Geen rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers.
  2. Volledig rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers.
  3. Gedeeltelijk rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers, met verschillende denkbare invullingen.

Wat houden die scenario’s op hoofdlijnen in?

Scenario 1: Geen rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers

Naast het feit dat dit scenario op 20 mei 2022 groenlicht gekregen heeft van de Hoge Raad, is een logisch voordeel dat dit scenario niets extra’s kost. Een bijkomend voordeel is dat de Belastingdienst ontzien wordt.

Scenario 2: Volledig rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers

In dit scenario worden alle niet-bezwaarmakers gecompenseerd volgens de forfaitaire spaarvariant.  De bezwaarmakers en niet-bezwaarmakers worden dan dus op dezelfde wijze gecompenseerd. Een politiek gevoelig puntje is wel dat in dit scenario meer dan de helft van de compensatie terecht zal komen bij belastingplichtigen met vermogens boven de twee ton. Er wordt namelijk geen onderscheid gemaakt tussen grote of kleine spaarders.

Scenario 3: Gedeeltelijk rechtsherstel

Dit scenario valt in vier delen uiteen:

  1. Compensatie volgens de forfaitaire spaarvariant met maximering herstelbedrag
    In deze variant wordt de forfaitaire spaarvariant ook toegepast voor niet-bezwaarmakers, maar wordt de te ontvangen compensatie gemaximeerd, op bijvoorbeeld € 500 of € 1.000. Ook hier krijgen belastingplichtigen met hoge vermogens compensatie tot het maximumbedrag.
  2. Compensatie volgens de forfaitaire spaarvariant tot een maximum aan vermogen
    In deze variant wordt er compensatie volgens de forfaitaire spaarvariant geboden aan niet- bezwaarmakers met een vermogen tot bijvoorbeeld maximaal € 200.000. Daarmee komt deze compensatie alleen toe aan de belastingplichtigen met lagere vermogens. Daarmee lijkt deze variant tegemoet te komen aan de wens van (een deel van) de Kamer, maar Van Rij vraagt zich daarbij wel hardop af of een dergelijke harde grens objectief te rechtvaardigen is.
  3. Uitkering vast of variabel bedrag
    Naast een compensatie via het herstel van de oorspronkelijke aanslag, kan een compensatie ook verleend worden via de uitkering van een bedrag. Deze uitkering kan dan een vast of variabel karakter hebben. Vast: Bij uitkering van een vast bedrag worden zowel spaarders als beleggers tegemoet gekomen. Dus ook belastingplichtigen die een voordeel hadden van de forfaitaire rendementspercentages omdat zij een hoger werkelijk rendement hebben weten te maken. Om geen verschillende uitkomsten te krijgen, komen bezwaarmakers ook voor deze vaste uitkering in aanmerking. Zij krijgen dus te maken met een tweede herstelronde. Variabel: De groep die in aanmerking komt voor een uitbetaling kan ook beperkt worden. Van Rij oppert een uitkering van geld te doen aan mensen die box 3 belasting hebben betaald, van wie het spaargeld (na aftrek van schulden) meer dan 67% van het vermogen bedraagt en die maximaal € 200.000 vermogen bezitten.
  4. Verhoging heffingvrije vermogen
    Vierde variant is het met terugwerkende kracht verhogen van het heffingvrije vermogen bijvoorbeeld tot € 100.000 voor de jaren 2017-2020. Feit is wel dat beleggers dan ook net zoveel profiteren als spaarders, ongeacht of ze benadeeld zijn. Van Rij wijst er ook op dat in dit geval ook beleggers met veel vermogen zullen profiteren. Hij wil het maar genoemd hebben. Ook deze variant betekent een extra ronde voor de bezwaarmakers.

Het kabinet heeft gekozen

Volgens berichten in de media heeft het kabinet dus voor scenario 1 gekozen. De compensatie voor niet-bezwaarmakers is daarmee van de baan.  Het zou te duur zijn om alle spaarders te compenseren (scenario 2). Naar schatting ongeveer zeven miljard euro. En daarnaast is gedeeltelijke compensatie te ingewikkeld, juridisch bezwaarlijk en ook te duur (scenario 3). Naar schatting gaat het daarbij ook om enkele miljarden euro’s. Met Prinsjesdag zal blijken of de media goed geïnformeerd was.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.