Direct naar content

Wijzigingen voor ondernemers in 2023

Gepubliceerd op:
8 min. leestijd

Het Belastingplan 2023 is per 1 januari definitief geworden. Ondernemers worden door wijzigingen in meerdere belastingwetten geraakt. Sommige maatregelen waren al vastgelegd in eerdere wetsvoorstellen. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste definitieve maatregelen in de respectievelijke belastingwetten.

Inkomstenbelasting

Verlaging zelfstandigenaftrek

In 2022 bedraagt de zelfstandigenaftrek voor ondernemers die aan het zogenaamde urencriterium voldoen € 6.310. De zelfstandigenaftrek wordt vanaf 2023 versneld afgebouwd naar € 900 in 2027.

Het doel van de afbouw, is kleinere belastingverschillen tussen werknemers in loondienst en zelfstandigen (ondernemers voor de inkomstenbelasting).

De startersaftrek, de verhoging van de zelfstandigenaftrek voor starters, blijft ongewijzigd op  € 2.123.

Afschaffen oudedagsreserve

Ondernemers met een eenmanszaak of vennootschap onder firma kunnen niet langer een bedrag op de winst in aftrek te brengen om een oudedagsreserve te vormen. De tot en met 31 december 2022 opgebouwde reserve kan volgens de huidige regels worden afgewikkeld.

Het doel van het afschaffen van de oudedagsreserve is een meer gelijke fiscale behandeling van werknemers en ondernemers. In de blog “Het einde van de oudedagsreserve, wat betekent dit voor u?” leest u daar meer over.

Middelingsregeling afgeschaft

De middelingsregeling in de inkomstenbelasting is per 2023 afgeschaft. Hieruit volgt dat 2022-2024 het laatste tijdvak is waarover middeling mogelijk is. Deze regeling is relevant voor mensen met wisselende inkomens. Een spreiding van het inkomen over meerdere jaren kan tot een lagere belastingdruk leiden.

Aanpassen doorschuifregeling (DSR)

Bij de overdracht van een onderneming is de ondernemer inkomstenbelasting verschuldigd over de meerwaarde van de onderneming of over de meerwaarde van de aandelen als de onderneming wordt gedreven in een vennootschap. Dit geldt ook als dat gebeurt in de vorm van een schenking of vererving.

De doorschuifregeling schuift de inkomstenbelastingclaim over deze meerwaarde van de overdrager door naar de verkrijgers. Zonder doorschuifregeling kan de heffing van deze belasting met name bij overdrachten via schenking of erfenis problematisch zijn, doordat de voormalige eigenaar geen tegenpresentatie ontvangt voor de onderneming. De DSR schuift de heffing van inkomstenbelasting bij bedrijfsoverdracht door naar de nieuwe eigenaar en naar een later moment.

In de eerst helft van volgend jaar komt het kabinet met een kabinetsreactie op de evaluatie van de DSR door het CPB. Het kabinet gaat zich de komende jaren inzetten om opmerkelijke belastingconstructies en negatief geëvalueerde fiscale regelingen aan te pakken.  Over verhuurd vastgoed wordt al opgemerkt, dat deze straks niet meer in aanmerking komt voor de DSR. Eventuele aanpassingen zouden naar verwachting op zijn vroegst per 19 september 2023 (Prinsjesdag) of 1 januari 2024 ingaan.

Invoering twee schijven box 2

Bij aanmerkelijk-belanghouders (kort gezegd: aandeelhouders met een belang van ten minste 5% in een BV) worden inkomsten uit de BV (zoals dividend) in de inkomstenbelasting belast in box 2. Het tarief in box 2 bedraagt nu 26,9%. Per 1 januari 2024 wil het kabinet in box 2 twee schijven introduceren. Over het box 2-inkomen tot en met € 67.000 tarief wordt het tarief 24,5% en voor het inkomen daarboven 31%.

2022 2023 2024
Tarief schijf 1 26,9% 26,9% 24,5%
Tarief schijf 2 31%
Schijfgrens € 67.000

Het doel van dit progressief tarief is het bevorderen van jaarlijkse winstuitkering en daarmee het tegengaan van belastinguitstel. Bovendien wil het kabinet met deze maatregel de inkomens van ondernemers, zelfstandigen en werknemers gelijker belasten.

Wet excessief lenen

Hoewel geen onderdeel uitmakend van het Belastingplan, maar toch het vermelden waard op deze plek, is dat het wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen vennootschap is aangenomen. Per 2023 gaan aandeelhouders met een aanmerkelijk belang (kort gezegd: aandeelhouders met een belang van ten minste 5% in een B.V,) met een schuld aan de B.V. van meer dan € 700.000,  inkomstenbelasting in box 2 betalen over het meerdere van € 700.000. De peildatum om te bepalen of sprake is van excessief lenen, wordt 31 december. Aanmerkelijkbelanghouders met hoge schulden hebben dus tot 31 december 2023 de tijd om die te verminderen.

Leningen die zijn aangegaan voor de financiering van de eigen woning (box 1-leningen) tellen niet mee. Voor nieuwe eigenwoningschulden na 31 december 2022 dient aan de vennootschap een recht van hypotheek te zijn verstrekt. In de blog “Wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen vennootschap aangenomen door de Tweede Kamer” leest u hier meer over.

Het doel van deze maatregel is het tegengaan van belastinguitstel.

Loonbelasting

Aanpassing gebruikelijk-loonregeling

Het gebruikelijk loon dat wordt belast, wordt ten minste gesteld op het hoogste van de volgende bedragen:

  • het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
  • het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn van hetzelfde lichaam of van een verbonden lichaam;
  • € 51.000

De doelmatigheidsmarge van 25% is afgeschaft. De doelmatigheidsmarge was het percentage waarmee de DGA zijn salaris tot en met 2022 mocht verminderen ten opzichte van iemand met de meest vergelijkbare dienstbetrekking.

Doel van de maatregel is het gelijker belasten van het inkomen van ondernemers met dat van werknemers in loondienst.

Vennootschapsbelasting

Aanpassing tarief vennootschapsbelasting

Per 2023 is het tarief waartegen in de eerste schijf wordt afgerekend verhoogd van 15% naar 19%. De schijfgrens is verlaagd van € 395.000 naar € 200.000. Hierdoor betalen bedrijven eerder het hoge vpb-tarief van 25,8%.

2022 2023
Tarief schijf 1 15% 19%
Tarief schijf 2 25,8% 25,8%
Schijfgrens € 395.000 € 200.000

Doel van deze maatregel is de inkomens van ondernemers, zelfstandigen en werknemers gelijker te belasten.

Schenk- en erfbelasting

Aanpassen bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)

De huidige BOR bestaat uit 3 onderdelen:

  • Een vrijstelling van 100% voor het verschil tussen de liquidatiewaarde en de going-concernwaarde.
  • Een vrijstelling van 100% voor de waarde van de onderneming tot € 1.205.871.
  • Een vrijstelling van 83% voor het deel van de waarde van de onderneming boven € 1.205.871.

De opvolger kan uitstel van betaling krijgen voor de schenk- en erfbelasting die over de resterende 17% van het ondernemingsvermogen is verschuldigd.

In de eerst helft van dit jaar komt het kabinet met een kabinetsreactie op de evaluatie van de BOR door het CPB. Het kabinet richt zich de komende jaren op het aanpakken van opmerkelijke belastingconstructies en negatief geëvalueerde fiscale regelingen.  Over verhuurd vastgoed wordt al opgemerkt dat deze straks niet meer in aanmerking komt voor de BOR. Eventuele aanpassingen zouden naar verwachting op zijn vroegst per 19 september 2023 (Prinsjesdag) of 1 januari 2024 ingaan. In de blog “Het CPB evalueert de Bedrijfsopvolgingsregeling” leest u daar meer over.

Zoals elk jaar zijn er ook nu wijzigingen in de belastingwetten. Het is van belang de ontwikkelingen in de gaten te houden. Voor 2023 staan bij voorbeeld verschillende evaluaties gepland. Dat kan leiden tot aanpassingen in de regelgeving. Onder meer op deze site houden wij u op de hoogte.

Terugkijken Webinar Eindejaarstips 2023

In dit webinar bespraken Henk van Beek en René Bruel, beiden Expert Vermogensplanning bij ABN AMRO MeesPierson, de aankomende veranderingen. Dit alles onder de deskundige leiding van presentatrice Daphne Frielink. Kijk nu het webinar terug via onderstaande link.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.