Verkoop aan derden
Als u uw onderneming verkoopt aan een derde, stopt u met de onderneming en met het maken van winst. Dit is het moment waarop u ook voor de inkomstenbelasting de onderneming staakt en stakingswinst realiseert. Het berekenen van de stakingswinst kan erg complex zijn. Als u vooruitlopend op het staken van de onderneming geen plan maakt, heeft u eigenlijk maar twee mogelijkheden: belasting betalen over de stakingswinst of het betalen van belasting uitstellen door deze winst om te zetten in een stakingslijfrente. Hier zal ik later dieper op ingaan.
Verkoop
Zoals gezegd, als u uw bedrijf verkoopt, moet u belasting betalen over de stakingswinst. Grofweg wordt de stakingswinst berekend over de stille reserves en de goodwill in de onderneming. Dit is het verschil tussen de fiscale- en commerciële boekwaarde en de meerwaarde die voor de onderneming wordt betaald. Over deze totale waarde moet u inkomstenbelasting betalen in box 1 (in 2022: 37,07% over een belastbaar inkomen tot ongeveer € 70.000 en 49,5% over het meerdere). Stel dat u een onderneming met een meerwaarde van € 500.000 heeft. Dan betaalt u over het grootste deel dus 49,5%. Het staken van uw onderneming kost u dan bijna € 250.000,- aan inkomstenbelasting. Het netto-verkoopresultaat ligt daarmee € 250.000 lager dan de verkoopprijs. Er zijn alternatieven om deze hoge belastingdruk, en daarmee het lagere beschikbare bedrag, voor uw oude dag te verzachten.
Stakingslijfrente
Als u uw onderneming staakt, kunt u (een deel van) de winst omzetten in een stakingslijfrente. De bedragen en voorwaarden verschillen per situatie. Maar stel dat u in 2021 uw onderneming staakt en u minimaal 61 jaar en 4 maanden oud bent. Dan heeft u recht op een extra lijfrenteaftrek van maximaal ruim € 470.000. Dit betekent dat u over dit deel van de winst niet in één keer met de Belastingdienst moet afrekenen.
Lijfrente of bankspaarrekening
U kunt dit bedrag voor verschillende soorten oudedagsvoorzieningen inzetten. Zowel voor een lijfrente bij een verzekeraar als voor een bankspaarproduct bij een bank. Zou u kiezen voor banksparen, dan moet dit bedrag op een speciale, geblokkeerde bankrekening gestort worden. U kunt er dan bijvoorbeeld voor kiezen om gedurende 20 jaar vanaf uw AOW-leeftijd de uitkeringen te laten plaatsvinden. Dit is extra aantrekkelijk als die uitkeringen dan (grotendeels) belast zijn tegen het lage box 1-tarief van 19,17%. Zo kan een optimum worden bereikt voor de te betalen inkomstenbelasting en de door u gewenste maandelijkse inkomensaanvulling. Een nadeel is wel dat u niet langer over het afgestorte vermogen kunt beschikken én er nagenoeg geen rendement gemaakt wordt.
Lijfrente bij een BV
Maar er is een oplossing voor deze liquiditeits- en rendementsnadelen. U kunt er namelijk ook voor kiezen uw bedrijf ruim vóór de verkoop “verkoop klaar te maken”. Let wel, het doel van dit verkoop klaar maken is gebaseerd op zakelijke doeleinden en mag niet uitsluitend het behalen van belastingvoordeel zijn.
Wat moet u doen om uw bedrijf verkoop klaar te maken? Vooruitlopend op een toekomstige verkoop kunt u mogelijk uw bedrijf ruisend overdragen aan een BV. De onderneming wordt dan fiscaal gestaakt. De daarmee gepaard gaande winst kan ook nu weer tot maximaal € 470.000 omgezet worden in een lijfrente. Is er meer winst? Dan is dat meerdere belast in box 1. Het bijzondere hierbij is dat u deze lijfrente bij uw eigen BV mag afsluiten. Die lijfrente moet natuurlijk wel voldoen aan de gestelde voorwaarden. Het voordeel dat u de lijfrente bij uw BV kunt afsluiten, is dat u over de liquide middelen kunt blijven beschikken. De BV die de lijfrente maandelijks gaat uitkeren beschikt over voldoende middelen om aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. De uitkeringen zullen ook hier mogelijk (grotendeels) tegen het lage box 1-tarief van 19,17% belast zijn.
Als u de onderneming later aan een derde zou verkopen (bijvoorbeeld via een verkoop van activa en passiva), dan kan de BV de verkoopopbrengst gebruiken voor de lijfrente-uitkeringen. Het zou zelfs zo kunnen zijn dat de verkoopopbrengst groter is dan de waarde van lijfrenteverplichting. Als bestuurder van de BV kunt u zelf kiezen op welke manier u de verkoopopbrengst het beste kunt beleggen. Dit kan niet als de lijfrente is ondergebracht bij een bank of een verzekeraar.
Conclusie
Als u bij een toekomstige verkoop van uw bedrijf vooraf geen actie onderneemt, is het aantal mogelijkheden beperkt. Dan kunt u uitsluitend kiezen uit afrekenen met de Belastingdienst of het fiscaal vriendelijk aankopen van een lijfrente bij een bank of verzekeraar. Let wel, in beide gevallen moet u over voldoende financiële middelen beschikken. Als u wel tijdig actie onderneemt en uw bedrijf verkoop klaar gaat maken, zou een BV een mooie (tussen)oplossing kunnen zijn. In dat geval kunt u namelijk ook gebruikmaken van de stakingslijfrente maar zonder dat u een bedrag moet betalen aan de bank of verzekeraar. De BV zou dan de verkoopopbrengst kunnen gaan beheren en u een lijfrentepensioen gaan uitkeren. Op deze wijze zou er een optimalisatie gezocht kunnen worden voor uw pensioen bij de verkoop van uw bedrijf. Ook zou de BV die het lijfrentevermogen beheert, hierop rendement kunnen maken.
Uiteraard is dit een complexe materie. Dit artikel is een begin van een reeks en is geschreven in hoofdlijnen. Aanvullend op dit artikel gaan onder andere aan de orde komen; de waardering van de lijfrente aanspraak bij een uitkering vanuit de BV, het verschil tussen een ruisende en geruisloze inbreng in de B.V., de in de onderneming aanwezige ouderdagsreserve, beleggingsmogelijkheden in de B.V. als er een lijfrente aanwezig is in de B.V.
Binnenkort zal ik hier dan ook aandacht aan besteden. Ook kunt u contact met ons opnemen. Onze collega’s gaan graag een gesprek over dit onderwerp met u aan.