‘Na school naar voetbaltraining of zwemles, naar gitaarles of streetdance. Dat is helaas voor steeds meer kinderen een utopie, omdat er thuis geen geld voor is. Dan is het geweldig als ze alsnog die kans krijgen, omdat we vanuit het Jeugdfonds Sport & Cultuur de contributie of het lesgeld betalen.’
‘Ik geloof er heilig in dat als je alle kinderen laat meedoen met sport of culturele activiteiten, je bijdraagt aan kansengelijkheid. Over het belang van sporten voor kinderen weten we meer dan genoeg: bewegen is cruciaal voor een gezonder en langer leven, daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen. Kinderen die opgroeien in armoede hebben een lagere levensverwachting. Ze zijn het vaak niet gewend om naar een sportvereniging te gaan, wat eraan kan bijdragen dat ze te weinig bewegen en eerder dik worden. Naast het fysieke argument spelen uiteraard ook mentale en sociale aspecten: kinderen moeten kunnen meedoen met hun leeftijdgenoten en dezelfde kansen krijgen. Dan maakt het niet uit wat ze doen. Het ene kind wil toneelspelen of naar scouting, het andere wil boksen of muziek maken met anderen. Helaas hebben steeds meer ouders moeite om de contributie of het lesgeld te betalen. Ook op dat vlak wordt het leven steeds duurder. Neem zwemles: dat is voor een gemiddeld gezin erg prijzig geworden.’
‘Wij zijn lokaal georganiseerd. Zie ons als een intermediair tussen de gemeente die ons subsidieert, het kind of gezin en de sportvereniging en cultuurinstelling. Elke regio of stad heeft zijn eigen Jeugdfonds Sport & Cultuur. Ouders kunnen rechtstreeks een aanvraag bij ons indienen. Hulp kan ook worden aangevraagd door onze meerkrachten: een netwerk van docenten, jeugd- en schuldhulpverleners, maatschappelijk werkers en andere professionals die direct betrokken zijn bij de opvoeding of verzorging van een kind. Zij kunnen heel goed inschatten wat een kind nodig heeft. Bij de beoordeling van aanvragen kijken we niet zozeer naar harde inkomensgrenzen, want die zeggen lang niet altijd alles. Zo kunnen ouders een prima inkomen hebben, maar door grote schulden in de schuldsanering zitten. Die kunnen onze steun goed gebruiken.’
‘Vorig jaar hebben we ruim 86.000 kinderen en jongeren kunnen helpen. Zo’n 75.000 werden via ons lid van een sportclub, ruim 11.000 gingen iets cultureels doen, denk aan muziek- of theaterles. Onze steun is heel praktisch, we betalen waar nodig ook een judopak, dansschoenen of andere sportkleding. Wij zijn erg blij met de ondersteuning van onze partners. Zo organiseert de ABN AMRO Foundation niet alleen cultuureducatie in klassen, maar ook sportclinics bij het ABN AMRO Open-tennistoernooi en de Euro Hockey League. De schoolkinderen die daaraan meedoen vinden dat superleuk. Aanwezige ouders en leerkrachten wijzen wij dan op ons bestaan. We blijven continu werken aan onze naamsbekendheid, want lang niet alle ouders kennen ons. Daarom zijn we bij de start van dit schooljaar begonnen met een campagne om het Jeugdfonds onder de aandacht te brengen.’
‘Ik duik geregeld in onze mailbox, waar aanvragen en reacties van ouders en meerkrachten binnenkomen. Dat levert enorm veel inzichten op. Als team vinden wij het een sport om te kijken hoe we iedereen zo goed mogelijk kunnen helpen. We krijgen hartverwarmende mailtjes. Bijvoorbeeld als een kind zijn zwemdiploma heeft gehaald, of als een juf vertelt over een jochie dat via ons eindelijk naar zijn eerste judoles kon en niet meer in zijn eentje thuis op een matje hoefde te oefenen. Of een andere juf die zorgde dat een jongen in haar klas op voetbal kon. Ze ging met plezier mee naar zijn eerste training, omdat zijn ouders er niet waren. Die betrokkenheid vind ik geweldig, daar doe je het voor.’
Wie: Petra Bosman
Wat: Directeur Jeugdfonds Sport & Cultuur