Direct naar content

De economie van afval - Weggegooide waarde

Gepubliceerd op:
7 min. leestijd

Afval is een groot vraagstuk van onze tijd, maar gek genoeg blijft het vaak onderbelicht als we het hebben over duurzaamheid. Het is de ambitie van Nederland om in 2030 het gebruik van nieuwe grondstoffen te hebben gehalveerd. Dat lukt alleen als we meer uit ons afval halen. Hoeveel gooien we weg en hoeveel waarde schuilt er in die afvalberg?

Door:

Hoeveel afval we in Nederland produceren, is geen eenvoudige vraag. Want wat is afval? Cijfers over hoeveelheden verschillen vaak, afhankelijk van de toepassing: tel je naast materialen die als afval worden gezien ook reststromen of bijproducten mee (afval van afval). Afval monitoren is hierdoor een hele klus, maar een belangrijke om vast te stellen of we vooruitgang boeken.

Volgens het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023-2030 produceren we in Nederland 60 megaton afval per jaar. Dat zijn 6 miljard vuilniszakken. Een groot deel daarvan is bedrijfsafval, waaronder bouw- en sloopafval. Bij huishoudens werd in 2022 8,1 miljard kilo afval ingezameld, ongeveer 461 kilo per inwoner, de laagste hoeveelheid per persoon sinds 1994. In de coronajaren lag dat getal iets hoger, doordat veel mensen gingen verbouwen en opruimen.

EU-koploper

De helft van ons afval wordt gescheiden ingezameld en 80 procent gerecycled. Papier, glas en plastic worden zoveel mogelijk hergebruikt, van groente, fruit en tuinafval wordt compost gemaakt. Het restafval gaat naar verbrandingsinstallaties, waarbij de warmte dient om energie op te wekken. Robbert Loos, directeur van Vereniging Afvalbedrijven, vertelt dat er in Nederland maar een paar procent afval wordt gestort. ‘De stortverboden die sinds 2005 gelden, hebben absoluut invloed. Met recycling en verbranding kwamen er goede alternatieven, wat bij een verbod ook nodig is. Nu zijn we EU-koploper en hierdoor heeft de sector investeringen kunnen doen. Gft inzamelen is daar een voorbeeld van: door stimulans van de overheid is dat hard gegaan.’

Internationaal doen we het dus goed. Ons grondstoffengebruik ligt lager dan gemiddeld, we storten veel minder afval dan andere EU-lidstaten en we recyclen meer. Toch is er nog volop ruimte voor verbetering. Zo gaat een groot deel van het plasticafval naar Turkije en Indonesië voor verwerking, maar vaak eindigt het op de stort of in de verbrandingsoven. Systemiq wees hierop in een studie, de denktank schat dat in Europa slechts 14 procent van het plastic echt gerecycled wordt.

Levensgevaarlijke granaten

Ook het Nederlandse bedrijfsleven kan het beter doen, aangezien het grootste deel van dat afval eindigt in de verbrandingsoven. Daar wekt het weliswaar energie op, voor tientallen gemeenten en bedrijven in Nederland, maar er gaan veel herbruikbare grondstoffen verloren. Er is in lijn met Europese wetten import van buitenlands afval voor onze afvalverbrandingsinstallaties. Verbranden is beter dan storten, waarbij methaan vrijkomt dat veel schadelijker is dan CO2, maar dit systeem is duidelijk voor verbetering vatbaar.

Afvalverwerkers krijgen ook te maken met nieuwe uitdagingen. ‘Denk aan brandgevaarlijk afval, zoals lithium-ionbatterijen’, zegt Loos. ‘Die zitten bijvoorbeeld in tandenborstels, fietsen, auto’s, steps, baardtrimmers, vapes en wenskaarten met geluid. Als die via de kliko of containers in vuilnisauto’s terechtkomen, kan er makkelijk brand ontstaan. Daarom zeggen we: doe maar apart. Net als lachgascilinders, die je moet inleveren bij de milieustraat. Als die in een vuilnisauto of in een verbrandingsoven ontploffen, zijn dat levensgevaarlijke granaten.’

Recyclaat duurder dan nieuw materiaal

Het ene moment is een plastic fles afval, het andere moment de grondstof voor een kinderwagen. Dat is de ideale situatie, maar te vaak geven producenten de voorkeur aan nieuwe grondstoffen in plaats van goed, bruikbaar recyclaat. Loos: ‘We willen naar die circulaire samenleving, maar dan moet het ingezamelde materiaal ook meer en beter gebruikt worden. Er komt Europese wetgeving aan met een bijmengverplichting voor plastic, maar die gaat pas in 2030 in. Dat zouden we graag naar voren halen, al zal Nederland die bijmengverplichting eerder invoeren.’ Ook CO2-beprijzing zou, zeker bij kunststof, een enorm verschil maken in de economische afwegingen die fabrikanten maken. Immers: ‘Nieuw materiaal is nu goedkoper dan gebruikt.’

‘Hout is prima te recyclen, maar 90 procent gaat richting de energiemarkt en wordt verbrand’

- Dirk van Deursen, innovatieadviseur CBM

Om te stimuleren dat bedrijven vaker kiezen voor gerecyclede grondstoffen, moeten ondernemers die circulair (willen) werken steun krijgen in de vorm van subsidies en gunstige financiering van duurzame businessmodellen. De overheid heeft daarom transitieagenda’s opgesteld voor diverse productketens: consumptiegoederen, kunststoffen, de bouw en de maakindustrie.

Werk aan de winkel

De aandacht richt zich qua afvalscheiding nu vooral op huishoudens, maar ook kantoren, winkels en de horeca produceren afval. ‘Neem verpakkingen voor brood of vleeswaren: liefst geen papieren zak met plastic ruitje, want hoe minder vermenging, hoe beter’, zegt Loos. Ondernemers zijn best bereid om stappen te zetten, weet hij, dus maakt hij zich zorgen over het feit dat recyclaat moet opboksen tegen goedkopere primaire grondstoffen. ‘Laten we de markt voor de circulaire economie verder ontwikkelen, dat is mijn oproep. Ondernemers in de industrie en het mkb hebben steun van de overheid nodig willen we meer tempo kunnen maken.’

Meubelbranche hergebruikt hout

Producenten hebben een belangrijke rol aan het begin van de afvalketen. Wood Loop is een initiatief van de Nederlandse meubelsector om houtresten te hergebruiken. In de branche sneuvelt 20 procent van de grondstof bij de productie. Dit restmateriaal wordt vaak als afval verbrand, terwijl het prima te recyclen is. Wood Loop laat bedrijven in de meubelsector die houten plaatmateriaal gebruiken hun restmateriaal terugleveren om er nieuw plaatmateriaal van te maken.

Dirk van Deursen werkt als innovatieadviseur bij branchevereniging Koninklijke CBM en is vanaf de start in 2019 de projectarchitect van Wood Loop. ‘Als keten hebben we een industriële uitdaging die binnen onze verantwoordelijkheid ligt. Hout is prima te recyclen, maar 90 procent gaat richting de energiemarkt en wordt verbrand. Ik noem dat hout als brandstof. Wat wij willen recyclen willen de biomassacentrales graag hebben en zij betalen er, met de gestegen energieprijzen, veel meer voor. Dat is het grootste knelpunt in onze businesscase.’

Nieuwe campagne voor bedrijfsafval

Afvalinzamelaars en wegtransportbedrijven zijn op 1 maart een campagne gestart voor minimaal twee verschillende afvalbakken op kantoren, in winkels en in de dienstensector. Daar wordt nog maar de helft van de ruim 5 ton afval die zij per jaar produceren gerecycled. Dat kan beter en daarom krijgen nieuwe klanten die meer dan 240 liter bedrijfsafval per week aanleveren voortaan standaard minimaal twee bakken: een voor restafval en een voor gft, plastic of papier/karton. Het doel van de campagne 'Aan de bak': De hoeveelheid restafval halveren. Dat geldt ook voor de sportkantine en school.

Reststroom terug als grondstof

Van Deursen benadrukt dat Wood Loop een reststroom terugbrengt als grondstof. Dat lukt vooral door het materiaal te beschouwen als grondstof. Inzameling gaat via de houtleveranciers, als een retourzending. Bij hout als afval gebeurt dit door een afvalverwerker met een vergunning. Wood Loop scheidt bij de bron: de meubelmaker, die ook de meeste materiaalkennis heeft. ‘We hebben van de gemeente Zaandam, waar we alles uiteindelijk verzamelen, een einde-afvalstatus gekregen via een officieel rechtsoordeel. Dit was heel belangrijk. Wij produceren namelijk geen afval, maar grondstof.’ De meubelmakers nemen dus hun verantwoordelijkheid en zijn jaarlijks goed voor 100.000 ton aan herwonnen grondstof.

Voor het emballagesysteem is er een digitale applicatie die de kratten met resthout kan volgen in de keten. De CO2-besparing en bijdrage zijn zo zichtbaar in iedere ketenstap. Alle rollen van deelnemer, leverancier, planner, magazijnmedewerker en recycler/producent zijn digitaal verbonden via het platform. Deursen: ‘Het is een generiek platform dat ook voor andere productstromen geschikt is: kleding, schoenen, vloeren, noem maar op.’ Dat hout waardevoller is als biomassa dan als grondstof, blijft een obstakel. ‘Zodra de CO2-belasting er komt, kunnen we het economisch competitief maken. Tot die tijd hebben we steun nodig van investeerders.’ Wat nodig is om een initiatief als Wood Loop succesvol te maken is schaalgrootte, plus gedragsverandering bij mkb-ondernemers, de deelnemers. Aan beide wordt hard gewerkt.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.