Voor de estate planning bij echtparen is het belangrijk om te weten of men met of zonder huwelijkse voorwaarden is getrouwd. Dit bepaalt wat wordt nagelaten en is relevant voor de planning. Een gelijke vermogensverdeling kan de erfbelasting verlagen. Hierna leest u waarom dat zo is.
Wat zijn de voordelen van een gelijke vermogensverdeling?
Bij een echtpaar of partners met kinderen en een gelijke verdeling van het vermogen bestaat de nalatenschap van de eerstoverledene uit de helft. Door progressieve tarieven voor de erfbelasting is dit voordeliger: twee keer 50 erven is goedkoper dan één keer 100. De langstlevende krijgt daarnaast een hoge vrijstelling en via het testament zijn verdere belastingbesparingen mogelijk. Met een gelijke verdeling kun je optimaal profiteren van deze elementen, ongeacht wie het eerst overlijdt.
Wanneer is er sprake van een gelijke vermogensverdeling?
Een huwelijksgemeenschap die alles omvat
Dit was het standaardstelsel voor echtparen die zonder huwelijkse voorwaarden zijn getrouwd voor 1 januari 2018. Er geldt dan een algehele gemeenschap van goederen. Het uitgangspunt is dat alles wat men had en tijdens het huwelijk krijgt, gezamenlijk bezit is van beide echtgenoten. Dat leidt dus tot een gelijke vermogensverdeling.
Een finaal verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden
Bij huwelijkse voorwaarden kan een finaal verrekenbeding zorgen voor een gelijke vermogensverdeling, alsof er sprake was van een algehele gemeenschap van goederen. Het beding moet ‘verplicht en wederkerig’ zijn. Ofwel, er is geen keuzevrijheid en geldt ongeacht de volgorde van overlijden. Het vermogen blijft gescheiden bij een finaal verrekenbeding; bij het einde van het huwelijk, meestal door overlijden, krijgt de minder vermogende partner een vordering zodat beide vermogens gelijk zijn. Dit in tegenstelling tot de algehele gemeenschap van goederen, waar bij elke beëindiging (ook echtscheiding) wordt gedeeld.
De vermogens zijn al in evenwicht
Bij huwelijkse voorwaarden kan een gelijke verdeling van het vermogen bestaan als beide partners (ongeveer) hetzelfde bezitten. Een finaal verrekenbeding is dan niet nodig.
Niet-uitgevoerd periodiek verrekenbeding
Het komt voor dat er sprake is van een niet-uitgevoerd periodiek verrekenbeding. Hierbij hebben partners in hun huwelijkse voorwaarden vastgelegd om besparingen jaarlijks te verrekenen, maar deze afspraak is niet nagekomen. Volgens de wet moet de verrekening bij beëindiging van het huwelijk alsnog plaatsvinden, waarbij het gehele vermogen betrokken wordt. Dit kan overeenkomen met een finaal verrekenbeding, afhankelijk van de specifieke omstandigheden.
Een finaal verrekenbeding en de legitieme portie van kinderen
Een finaal verrekenbeding bij overlijden pakt voor de erfbelasting hetzelfde uit als een algehele gemeenschap van goederen. Voor de legitieme portie is dat mogelijk niet zo. Een finaal verrekenbeding vermindert de legitieme portie voor kinderen mogelijk niet. Een voorbeeld:
- Een vader bezit € 1 miljoen. Hij is getrouwd in ‘koude uitsluiting’ en hij heeft twee kinderen. Bij het overlijden van vader zijn er drie wettelijke erfgenamen, die ieder een gelijk deel erven. De legitieme portie van de kinderen is daar de helft van, ofwel 1/6e deel (afgerond € 167.000).
- Vader en moeder brengen een algehele gemeenschap van goederen tot stand en het vermogen van moeder is nihil. Dit is geen schenking. De nalatenschap van vader bedraagt nu € 500.000. De legitieme portie van de kinderen neemt af tot afgerond € 83.000.
- Wat nu als sprake is van een finaal verrekenbeding bij overlijden? Voor de erfbelasting bedraagt de nalatenschap van vader € 500.000, maar voor de berekening van de legitieme portie € 1 miljoen. De kinderen hebben dus een legitieme portie van afgerond € 167.000. Dit is precies gelijk aan 1/3e deel over € 500.000, een ‘normaal erfdeel’. Maar zou door een regeling in het testament er meer vermogen naar moeder gaan, dan kan dat in strijd met de legitieme portie van de kinderen. Kort door de bocht: dat hoeven zij dan niet te accepteren.
Is een gelijke vermogensverdeling altijd mogelijk?
Schenkingen en erfenissen zijn vaak privé door een uitsluitingsclausule, die voorkomt dat ze bij een scheiding gedeeld moeten worden. Dit belemmert soms een gelijke verdeling van het vermogen. Een ‘zachte’ uitsluitingsclausule zorgt dat het vermogen bij overlijden alsnog in de gemeenschap of het verrekenbeding valt, waardoor toch gelijk kan worden verdeeld. Belangrijk is dus niet alleen of er is geërfd, maar vooral of er een uitsluitingsclausule geldt, en zo ja, welke.
Past een gelijke vermogensverdeling bij uw situatie?
Een gelijke vermogensverdeling kan voordelig zijn, maar moet passen bij uw wensen. Bij een echtpaar met veel verschil in vermogen leidt een finaal verrekenbeding tot meer erfbelasting als de armste partner overlijdt. De kinderen kunnen hier later voordeel van hebben, maar er moet eerst meer belasting worden betaald.
Het is belangrijk of echtgenoten hun vermogen hetzelfde willen bestemmen. Bijvoorbeeld:
- Een ondernemende partner die diens bedrijf aan de kinderen wil nalaten, moet bekijken of dit past bij een gelijke verdeling.
- Als de minst vermogende partner kinderen heeft uit een eerdere relatie, krijgen zij mogelijk aanspraak op vermogen via het finaal verrekenbeding. Dit kan wel of niet gewenst zijn.
Bij stellen zonder kinderen is een 50/50-verdeling van het vermogen niet altijd logisch. De grootte van het vermogen en de bestemming na overlijden spelen hierbij een rol. Meer hierover leest u in ons artikel “Estate planning voor stellen zonder kinderen”.
Samenwoners en een gelijke vermogensverdeling
Samenwoners hebben geen huwelijksgemeenschap zoals gehuwden. Ze kunnen samen iets kopen, bijvoorbeeld een huis, maar daarmee lossen ze vermogensverschillen niet op.
Samenwoners kunnen wel een finaal verrekenbeding afspreken waarmee vermogen verschuift, eventueel bij overlijden. Het was lang onduidelijk hoe de Belastingdienst dit beoordeelt. Inmiddels hebben zij hun standpunt bekend gemaakt. Het opnemen of het uitvoeren van finaal verrekenbeding is net als bij gehuwden geen schenking. Uit de toelichting blijkt echter dat de Belastingdienst zich de situatie voorstelt waarin de partners al kwalificeren als fiscale partners voor de schenkbelasting. Als de partners een notarieel samenlevingscontract hebben, is dat op zijn vroegst na 2 jaar. Op dat moment een finaal verrekenbeding afspreken is geen schenking, daarvoor kennelijk wel. Dat is een verschil met gehuwden, die zonder een schenkingsdiscussie vanaf het moment van trouwen een finaal verrekenbeding kunnen afspreken.
Het vervolg
De algemene gedachte is dat een gelijke vermogensverdeling gunstig is voor de erfbelasting. Maar er zijn een aantal nuanceringen. Zo is het de vraag of het bij uw wensen past. Verder is het goed om een concrete berekening te maken van uw eigen situatie. In ons artikel “Een berekening van de erfbelasting” ziet u hoe dat eruit kan zien.