Direct naar content

Eerder stoppen met werken, wat is daar voor nodig?

Gepubliceerd op:
6 min. leestijd

Eerder stoppen met werken, wie wil dat nou niet? Alle vrijheid om van het leven te kunnen genieten. Maar dan wel met behoud van de financiële armslag die u gewend bent. U wilt natuurlijk niet op een houtje moeten bijten. Maar eerder stoppen met werken betekent doorgaans ook dat op dat moment nog geen inkomensvoorzieningen zoals AOW en pensioen beschikbaar zijn. En u tijdelijk grotendeels aangewezen bent op andere vermogensbuffers, zoals spaargeld en beleggingen. Hoe groot moet de spaarpot dan zijn om de periode zonder inkomen comfortabel te kunnen overbruggen? En welk bedrag zou u vanaf nu periodiek opzij moeten zetten om die spaarpot tot het benodigde niveau te vullen? Dat hangt uiteraard af van uw persoonlijke situatie en wensen. We bekijken een voorbeeldcasus.

Jeroen en Floor

Jeroen (50) is werkzaam als internist in een streekziekenhuis. Hij is getrouwd met Floor (49), die als freelancer communicatieadvies geeft. Samen hebben zij drie kinderen in de leeftijd van 14 tot 18 jaar. De oudste is net begonnen aan een studie International Business in Groningen. Ook de jongste 2 hebben de ambitie om te gaan studeren na het behalen van hun vwo-diploma. Jeroen en Floor hebben samen een uitstekend inkomen. Ze leven niet bepaald zuinig, maar hebben de afgelopen jaren toch behoorlijk wat kunnen overhouden. Een deel hebben zij geïnvesteerd in hun tweede huis in de Franse Alpen, waar het gezin vooral tijdens het skiseizoen graag verblijft. Verhuur van het chalet buiten het seizoen levert een bescheiden extra inkomen op. ’s Zomers trekt het gezin er graag op uit in eigen land, met hun zeilboot die in Friesland ligt. Jeroen houdt van zijn werk, maar heeft  altijd gezegd uiterlijk op zijn 60ste – over 10 jaar dus – te willen stoppen met werken. De kinderen staan tegen die tijd als het goed is (bijna) allemaal op eigen benen. Gedurende vijf jaar zullen zij dan een periode zonder noemenswaardig inkomen moeten overbruggen. Het stel verwacht dan – in termen van koopkracht van vandaag – netto € 5.000 per maand nodig te zullen hebben, ofwel € 60.000 op jaarbasis. De vraag is wat daarvoor nodig is?

Invloed van rendement, belasting en inflatie

Als vertrekpunt nemen we een wereld zonder belastingen en inflatie. En houden we geen rekening met enig rendement op het vermogen. Dan is de rekensom heel simpel: om gedurende 5 jaar elk jaar € 60.000 te kunnen spenderen, is dan € 300.000 nodig. Dat kapitaal zou je bij elkaar kunnen sparen door 10 jaar lang gemiddeld € 30.000 per jaar ofwel € 2.500 per maand opzij te zetten.

Maar zo eenvoudig is het in werkelijkheid natuurlijk niet. Inflatie is een factor om terdege rekening mee te houden. Bij een inflatie van stel 2% per jaar zal over een jaar een bedrag van € 61.200 dezelfde koopkracht vertegenwoordigen als een bedrag van € 60.000 vandaag. Na 5 jaar is dat toegenomen tot € 66.245. Na 10 jaar – als de inkomensaanvulling voor het eerst nodig is – is dat bedrag al opgelopen tot € 73.140. En na 15 jaar – het jaar waarin de inkomensaanvulling voor het laatst nodig is – is het benodigde bedrag inmiddels € 80.752.

nettorendement 0% 2% 4%
geen inflatiecorrectie inkomensaanvulling gedurende 5 jaar €60.000 €60.000 €60.000
benodigd kapitaal over 10 jaar €300.000 €288.464 €277.794
jaarlijks uit inkomen te sparen €30.000 €26.344 €23.138
inflatiecorrectie 2% per jaar inkomensaanvulling gedurende 5 jaar €73.140 -€80.752 €73.140 – €80.752 €73.140 – €80.752
benodigd kapitaal over 10 jaar €380.622 €365.698 €351.901
jaarlijks uit inkomen te sparen €38.062 €33.398 €29.310

Rendement maken op het vermogen biedt tegenwicht voor de inflatie. Om de inflatie precies bij te houden is eenzelfde percentage aan nettorendement nodig. Hoe hoger  het nettorendement, hoe lager het bijeen te sparen kapitaal hoeft te zijn en hoe lager dan ook het benodigde jaarlijks opzij te zetten bedrag.

Invloed van belasting

In bovenstaande tabel is uitgegaan van nettorendementen, dat wil zeggen na belasting. Het belastingtarief in box 3 bedraagt 36% voor 2024. De bedoeling is dat vanaf 2027 de belasting zal worden berekend over het werkelijke rendement. In dat geval houdt u – gesteld dat het tarief niet verandert – dus 64% van het rendement over na belasting. Om 2% netto over te houden is dan circa 3,13% vóór belasting nodig, om 4% netto over te houden is 6,25% nodig, enzovoort.

Tot die tijd is in beginsel de huidige Overbruggingswet box 3 van kracht. Daarbij wordt de belasting nog berekend op basis van forfaitaire – voor iedereen gelijk veronderstelde – rendementspercentages over de waarde van uw vermogen op 1 januari (peildatum). Hierbij geldt een ‘heffingvrij vermogen’ van € 57.000 per persoon (fiscaal partners samen € 114.000). Het vermogen in box 3 wordt onderverdeeld in drie categorieën: ‘banktegoeden’, ‘overige bezittingen’ en ‘schulden’. Voor elke categorie geldt een apart rendementspercentage. Voor ‘overige bezittingen’ wordt het rendementspercentage jaarlijks vooraf berekend op basis van langjarige gemiddelden in het verleden. Dit komt voor 2024 uit op 6,04%. Bij een tarief van 36% komt de belasting neer op circa 2,17% van het vermogen, namelijk 36% x 6,04%. Om 2% netto over te houden is dan 4,17% vóór belasting nodig, om 4% netto over te houden is dat 6,17%, enzovoort.

Voor spaargeld (categorie ‘banktegoeden’) wordt het rendementspercentage jaarlijks achteraf vastgesteld. Daarbij wordt gekeken naar de gemiddelde rente op kortlopende deposito’s, zoals maandelijks gepubliceerd door De Nederlandsche Bank (DNB). Stel dat het gemiddelde voor 2024 bijvoorbeeld uitkomt op 1,5% dan zal de effectieve belasting 36% x 1,5% = 0,54% bedragen. Om 2% netto over te houden zou dan 2,54% vóór belasting nodig zijn.

Zoveel mensen zoveel wensen

Het bovenstaande voorbeeld is slechts bedoeld om u inzicht te geven in de invloed van inflatie, rendement en belastingen op de uitkomsten van de berekeningen. Maar uiteraard zal ook het gewenste bedrag om tijdens de periode zonder inkomen te kunnen uitgeven per persoon verschillend zijn. Ook heeft de een meer tijd om nog aan vermogensopbouw te werken dan de ander. En zal de lengte van de te overbruggen periode kunnen verschillen.

Hoe ontwikkelen uw inkomen en vermogen zich op basis van uw wensen en doelen? Is dit voldoende om uw toekomstplannen te realiseren zoals bijvoorbeeld eerder stoppen met werken? We gaan graag in gesprek over uw financiële situatie en bekijken samen hoe u impact kunt maken met uw vermogen.

Bent u al klant bij ABN AMRO MeesPierson, dan kunt u hiervoor het beste contact opnemen met uw persoonlijke private banker.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.