
Een wens van veel ouders: het geld in de familie houden. Dit kunt u in uw testament regelen. Maar houd er rekening mee dat dit de financiële bewegingsruimte van volgende generaties flink kan beperken.
Geld in de familie houden
Ouders willen het beste voor hun kinderen en kleinkinderen. Ook financieel. Veel ouders hebben de wens om het vermogen ‘in de familie te houden’. Er is geen vaste definitie van dit begrip. Ik denk aan de situatie dat het vermogen na het overlijden van een kind naar een schoonkind vererft. Maar wellicht denkt u aan een andere situatie, zoals de bescherming van vermogen tegen het echtscheidingsrisico. U kunt dat doen door te schenken of na te laten onder een uitsluitingsclausule. U voorkomt dan dat het vermogen in een huwelijksgemeenschap kan vallen en gedeeld moet worden in de situatie van een echtscheiding. In ons artikel “Wat regelt de uitsluitingsclausule bij een erfenis of schenking eigenlijk precies?” leest u daar meer over.
Een andere invalshoek is de wens om vermogen bijeen te houden. Denkt u aan een familiebedrijf, een vakantiewoning of een beleggingsportefeuille. Ook dit kunnen we scharen onder het thema geld in de familie houden. Zeker als we dat combineren met de uitsluitingsclausule of de hierna te bespreken tweetrapsmaking. Meer hierover leest u in ons artikel “Vermogen overdragen met beleid”.
Tweetrapsmaking
Een voorbeeld: na uw overlijden krijgen uw kinderen uw nalatenschap. Als uw volwassen zoon trouwt en overlijdt zonder testament, erft zijn partner zijn bezittingen, inclusief wat er nog over is van uw nalatenschap. Daarmee verdwijnt uw nalatenschap uit de familie. Bij het overlijden van de partner erft immers alleen de schoonfamilie. Dat is niet altijd gewenst. Zeker niet als de relatie met het schoonkind niet goed is.
Het erfrecht biedt hiervoor een oplossing. In uw testament kunt u regelen dat het vermogen dat u aan uw zoon nalaat, na zijn overlijden moet worden doorgegeven aan uw andere kinderen. Deze regeling wordt een tweetrapsmaking genoemd. U beschikt in feite twee keer over uw eigen nalatenschap. De partner van uw kind krijgt zo niets.
In de situatie dat uw zoon zelf kinderen heeft, kunt u denken aan deze kinderen als opvolgende bestemming. Het argument om vermogen in de familie te houden is dan wellicht minder sterk, als uw schoonkind ook de ouder is van die kinderen. Uitgangspunt is immers dat de kinderen erfgenamen zijn van hun ouders.
Belastingbesparing
Een reden om deze regeling toe te passen kan de wens zijn om vermogen in de familie te houden. De tweetrapsmaking kan ook een belastingbesparing opleveren. Bijvoorbeeld als het kind dat van u erft zelf geen kinderen en echtgenoot/partner heeft maar wel broers en zussen. Bij het overlijden van het kind gaat het vermogen naar broers en zussen. Zij betalen maximaal 40 procent erfbelasting over deze nalatenschap. Zou het vermogen via een tweetrapsmaking naar de broers en zussen gaan, dan worden die geacht nogmaals te erven van hun ouder. De broers en zussen betalen dan maximaal 20 procent erfbelasting. Maar let op, als kleinkinderen de volgende bestemming zijn, dan bedraagt de erfbelasting maximaal 36 procent. Dat is 20 procent als zij ‘gewoon’ van hun eigen ouder erven.
Effect op de kinderen
Is de tweetrapsmaking een slimme manier om een vermogen zorgvuldig over te dragen en beschikbaar te houden voor toekomstige generaties? In theorie kan dat zo zijn, in de praktijk is het vaak een lastige regeling. Houd er bijvoorbeeld rekening mee dat de financiële bewegingsruimte van volgende generaties flink wordt beperkt. De erfgenaam – vaak het kind – kan niet zelf bepalen welke bestemming het vermogen bij zijn overlijden krijgt. Hij kan het vermogen niet gebruiken om een partner verzorgd achter te laten.
En dan is er de administratieplicht. De kinderen hebben niet voor de regeling gekozen, maar moeten de regeling wel uitvoeren. Vaak gedurende twintig jaar of nog langer. Uw kind moet bij zijn overlijden het vermogen (of wat daar dan nog van over is) doorgeven aan de door u aangewezen opvolgende erfgenaam. Dat vergt een goede administratie van het vermogen. In de praktijk lukt dat vaak niet, wat tot grote discussies kan leiden tussen de erfgenamen van uw kind en de door u aangewezen opvolgende erfgenaam. Wie heeft waar recht op?
Zoek de nuance
Als u een tweetrapsmaking opneemt, is het verstandig goed naar de formulering te kijken. En bijvoorbeeld ontbindende voorwaarden op te nemen. U kunt bepalen dat de tweetrapsmaking niet meer geldt als uw erfgenaam bijvoorbeeld zelf kinderen heeft, gehuwd is of een testament heeft gemaakt. Ook kan gedacht worden aan een vervaltermijn: na een periode van 10 jaar na uw overlijden komt de hele regeling te vervallen.
Een andere gedachte is om onderscheid te maken in de fase waarin kinderen kunnen zitten. Bij het overlijden van de eerste ouder zitten de kinderen vaak in de ‘wachtkamer’ met een niet-opeisbare vordering. Na het overlijden van de langstlevende hebben de kinderen het vermogen vrij in handen gekregen. Een overweging kan zijn om in de wachtkamerfase vermogen in de familie te houden, bijvoorbeeld als een kind zelf geen kinderen heeft. U beschikt dan over een ‘post in de boekhouding’; vermogen dat kinderen zelf nog niet daadwerkelijk in handen hebben gehad. In de vrije fase kunt u de tweetrapsmaking laten vervallen of ruimere ontbindende voorwaarden hanteren.
Weloverwogen over het graf heen regeren
Maar het blijft lastig om de toekomst te voorspellen. Het is mogelijk dat de regeling uw kind behoorlijk dwars zit. In de praktijk zien we dit regelmatig gebeuren. Bedenk ook dat de regelgeving kan veranderen. Een slimme formulering kan bij de huidige wetgeving een fiscaal nadeel wellicht voorkomen, maar de wet kan veranderen.
Het is dus mogelijk om ‘over het graf te regeren’. Dat het kan, wil nog niet zeggen dat u het ook moet doen. Overdenk de situatie vanuit het perspectief van de kinderen. Gebruik zo nodig een controlevraag: ‘Stel dat uw ouders dit voor u hadden geregeld, hoe zou u dat vinden?’
Het is verder denkbaar dat uw kinderen zelf ook de wens hebben om vermogen in de familie te houden. Uw oorspronkelijke doel wordt dan ook bereikt zonder een strikte en beperkende tweetrapsmaking.