De overheid heeft door diverse maatregelen het fiscale voordeel van de hypotheekrenteaftrek in box 1 steeds verder beperkt. Een eigenwoningschuld in box 1 is daardoor niet langer zonder meer voordelig. Bij een relatief laag bedrag aan aftrekbare hypotheekrente in verhouding tot de fiscale bijtelling van het eigenwoningforfait kan een hypotheek in box 3 soms meer fiscaal voordeel opleveren dan een hypotheek met renteaftrek in box 1. Maar kan een eigenwoningschuld wel in box 3 terechtkomen? En als het al kan, wanneer is dat dan gunstig?
Bepalende factoren
Factoren die ervoor kunnen zorgen dat een eigenwoninglening in box 3 voordeliger uitvalt dan een eigenwoninglening in box 1 zijn:
- de verlaging van het maximale verrekentarief in box 1 naar circa 37%;
- de lage hypotheekrentetarieven in de afgelopen jaren;
- het onder bepaalde omstandigheden relatief hoge fiscale voordeel van een schuld in box 3;
- het fors hogere eigenwoningforfait vanaf € 1,2 miljoen WOZ-waarde (‘villataks’);
- de ‘aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld’ (‘Hillen-aftrek’.
Bijtelling eigenwoningforfait
De eigen woning (hoofdverblijf) wordt belast in box 1 van de inkomstenbelasting. Als eigenwoningbezitter moet u jaarlijks een bepaald percentage van de WOZ-waarde bij uw inkomen in box 1 optellen: het eigenwoningforfait. Bij een waarde tot € 1.200.000 is dat 0,35% (2023). Maar bedraagt de WOZ-waarde meer dan € 1.200.000? Dan geldt over het meerdere een bijtelling van 2,35%. De belasting hierover wordt ook wel ‘villataks’ genoemd.
Aftrek rente eigenwoningschuld
Tegenover de bijtelling van het eigenwoningforfait staat dat de rente over schulden in verband met de eigen woning onder voorwaarden aftrekbaar is van het inkomen in box 1. Wanneer de renteaftrek meer bedraagt dan de bijtelling van het eigenwoningforfait, kan de aftrekpost ook effectief fiscaal voordeel opleveren. Het toptarief in box 1 bedraagt 49,50%. Maar het belastingvoordeel van de renteaftrek is al sinds 2014 niet meer altijd gelijk aan het tabeltarief. Voor zover de renteaftrek het inkomen in de hoogste tariefschijf – inkomen boven € 73.031 – heeft verlaagd, moet u 12,54% (2023) extra belasting betalen over het afgetrokken rentebedrag. Waardoor het maximale effectieve voordeel nog maar 36,96% is. Vanaf 2023 is het maximale fiscale voordeel van de renteaftrek in box 1 daardoor gelijk aan het basistarief in box 1 van circa 37%.
eigenwoning-forfait laag | eigenwoning-forfait hoog | toptarief box 1 | max. voordeel renteaftrek | |
2022 | 0,45% | 2,35% | 49,50% | 40% |
2023 | 0,35% | 2,35% | 49,50% | 36,96% |
‘Hillen-aftrek’
Wanneer iemand minder hypotheekrente aftrekt dan de bijtelling van het eigenwoningforfait, valt het saldo van die twee bedragen positief uit. Door de ‘villataks’ zal dit bij bezitters van dure huizen sneller het geval zijn. De zogenaamde ‘Hillen-aftrek’ zorgt ervoor dat het positieve saldo wordt gecompenseerd. Tot 2019 compenseerde de Hillen-aftrek het positieve saldo voor 100%, waardoor het saldo van inkomsten uit eigen woning op nul uitkwam. En men uiteindelijk ook geen inkomstenbelasting meer betaalde over het eigenwoningforfait. Vanaf 2019 is dit niet langer zo: de Hillen-aftrek wordt sindsdien in 30 jaarlijkse stapjes afgebouwd tot nihil. In 2023 compenseert de Hillen-aftrek een positief saldo van eigenwoningforfait en renteaftrek hierdoor nog maar voor 83,33%. In 2024 zal dit nog voor 80% het geval zijn, enzovoort. Hierdoor resteert toch nog een positief bedrag waarover men IB in box 1 betaalt. Door de verdere afbouw van de Hillen-aftrek neemt dat bedrag steeds verder toe. Tot het uiteindelijk gelijk is aan de bijtelling van het eigenwoningforfait.
Schuld in box 3
Met de invoering van de Overbruggingswet box 3 per 2023 is het fiscale voordeel van schulden in box 3 ingrijpend gewijzigd. Het fiscale voordeel van een relatief beperkte schuld in verhouding tot de waarde van de bezittingen levert veelal minder voordeel op dan onder het wettelijke stelsel tot en met 2022. Maar bij een relatief grote schuld in verhouding tot de bezittingen kan dat omslaan, wanneer de schuld in de buurt komt van de waarde van de bezittingen. Als de schuld gelijk is aan de waarde van de bezittingen minus het heffingvrije vermogen, is de grondslag sparen en beleggen nihil. En betaalt men helemaal geen box 3-heffing. Het voordeel van de schuld is dan maximaal en is gelijk aan het effectieve rendementspercentage bij de betreffende vermogensmix. Door het afbouwen van de Hillen-aftrek is jaarlijks steeds iets meer inkomstenbelasting verschuldigd over het eigenwoningforfait, als er (vrijwel) geen schuld is in box 1.
De ene schuld is de andere niet
Als u de netto kosten van een schuld in box 1 vergelijkt met die van een schuld in box 3 is het essentieel om het volgende onderscheid te maken. Kijkt u naar de kosten van de totale eigenwoningschuld als geheel? Of gaat het om de extra kosten van een aanvullende lening? Bijvoorbeeld om een verbouwing te financieren. Als u naar de totale eigenwoningschuld kijkt, dan bepaalt de bijtelling van het eigenwoningforfait mede de omvang van het fiscale voordeel in box 1. Maar gaat het om een aanvullende lening? Dan levert elke euro aan extra rente evenveel fiscaal voordeel op. Gesteld dat de rente op de al aanwezige eigenwoningschuld sowieso al meer bedraagt dan het eigenwoningforfait. Wat betreft schulden in box 3 bepalen de omvang van het vermogen tegenover de schuld en de samenstelling hiervan – ‘banktegoeden’ vs. ‘overige bezittingen’ – het effectieve fiscale voordeel dat de schuld oplevert.
Tot slot
In dit eerste deel van een reeks van 3 artikelen schetste ik de variabelen die het fiscale voordeel van een schuld in box 1 respectievelijk box 3 bepalen. Daarbij constateerde ik dat een eigenwoningschuld in box 1 in sommige situaties weinig of zelfs helemaal geen fiscaal voordeel oplevert. Hoe lager het hypotheekrentetarief, hoe lager de fiscale besparing in box 1. Een schuld in box 3 levert normaliter wél een fiscale besparing op, gesteld dat er voldoende ‘overige bezittingen’ tegenover staan. Al is die besparing in de meeste gevallen door de Overbruggingswet box 3 vanaf 2023 wel verminderd. Afhankelijk van de omstandigheden kan een schuld in box 3 soms voordeliger zijn dan een schuld in box 1. In deel 2 laat ik aan de hand van voorbeelden zien in welke situaties een schuld in box 3 meer fiscaal voordeel oplevert dan een schuld waarvan de rente in box 1 aftrekbaar is. In het derde en laatste deel leest u onder welke omstandigheden een schuld in box 3 terecht kan komen.