Direct naar content

“Mijn partner is overleden. Kan ik de schulden aan mijn kinderen aflossen?”

Gepubliceerd op:
5 min. leestijd

Regelmatig spreek ik met klanten van wie de partner is overleden. Als de nalatenschap is afgewikkeld, hebben de kinderen meestal niet-opeisbare vorderingen gekregen. Ik krijg dan vaak de vraag: kan ik de schulden aan mijn kinderen aflossen? Mijn antwoord is: ja, dat kan zeker. Het is echter de vraag of het verstandig is. Verder is het goed om naar de fiscale gevolgen te kijken. Daarover leest u hierna meer.

De kinderen erven meestal een niet-opeisbare vordering

In een situatie van een echtpaar met kinderen is het meestal de bedoeling dat de langstlevende goed verzorgd achterblijft. In dat geval is de wettelijke verdeling een gebruikelijke regeling. De langstlevende wordt eigenaar van de bezittingen van de nalatenschap. De kinderen krijgen een niet-opeisbare vordering op de langstlevende. Een vergelijkbare regeling wordt ook bereikt bij testamenten met een zogenaamd legaat tegen inbreng en de quasi-wettelijke verdeling.

U kunt hier meer informatie vinden over de wettelijke verdeling. Over de fiscale uitwerking van de wettelijke verdeling leest u hier meer.

Mogen kinderen hun vordering tijdens uw leven opeisen?

De kinderen mogen hun vordering opeisen bij uw overlijden (als langstlevende). Bij de wettelijke verdeling is het uitgangspunt dat ze dat ook mogen doen bij uw faillissement of bij schuldsanering. In een testament staan vaak nog een andere gronden voor opeising, zoals opname in een verzorgingstehuis. Naast opeising op deze gronden, ben u degene die beslist over het uitkeren.

Wilt u de vorderingen van uw kinderen vrijwillig aflossen?

U kunt dus beslissen de vordering uit te keren. Voordat u uitkeert, doet u er goed aan eerst over het volgende na te denken.

  • Past het in uw financiële plaatje?
  • Wat zijn de gevolgen voor box 3 en uw eventuele eigen bijdrage voor de Wet langdurige zorg?
  • Wat zijn de fiscale gevolgen van voortijdig aflossen van de vorderingen?

Hierna gaan we in op dit laatste punt. De vraag is of het eerder aflossen van een vordering geen schenking is? Daarbij kijken we naar de waardering. Moet deze waardering plaatvinden volgens de wet of is een actuariële waardering ook mogelijk?

De waardering volgens de Successiewet

We maken onderscheid tussen het bedrag van de vordering (de nominale waarde) en de waarde van de vordering op dit moment (de contante waarde). Als de maximale rente van 6% van toepassing is op de vordering zijn deze twee gelijk. Bij een lagere rente of een renteloze vordering is de contante waarde lager. De contante waarde kan in beginsel worden bepaald aan de hand van de tabellen uit de Successiewet. Later zullen we zien dat deze ook anders kan worden berekend.

Voorbeeld 1. Stel een man heeft een renteloze schuld van EUR 200.000 aan zijn kind op grond van de wettelijke verdeling. Als hij 65 jaar oud is, geeft de wet een factor 8 aan. De wet hanteert een rente van 6%. Dan heeft de schuld een contante waarde van EUR 104.000. Dat is (100% – (6% x factor 8)) x EUR 200.000.

Als de langstlevende de schuld tegen de contante waarde (EUR 104.000) aflost, is er geen sprake van een schenking. Als de langstlevende evenwel tegen de nominale waarde aflost (EUR 200.000), is er wel sprake van een belaste schenking.

Een actuariële waardering

Soms kan het aantrekkelijk zijn de actuariële waarde aan te houden. Er kan meer worden uitgekeerd zonder dat sprake is van een schenking als de marktrente laag is.

Voorbeeld 2. Wederom eenzelfde renteloze schuld van EUR 200.000. Een paar jaar geleden was de marktrente veel lager dan de 6% die in de Successiewet wordt gehanteerd. Bij een rente van 1% en een normale gezondheid kunnen we in dit geval een contante waarde berekenen van circa EUR 165.000. De gedachte is nu dat bij een aflossing tegen EUR 165.000 er geen sprake is van een schenking omdat men ‘zakelijk handelt’.

We spreken echter niet meer over dit soort marktrentes. Als men een rente van 3,5 % zou hanteren dan zou er ongeveer EUR 100.000 kunnen worden afgelost. Een vergelijkbaar resultaat als dat vanuit de Successiewet dus op dit moment. In de toekomst kan dat dus weer wijzigen.  

Praat met uw notaris, fiscalist of accountant over deze benadering. De waardering op grond van de wet is niet verplicht. Sommige mensen willen zo veel mogelijk uitkeren, anderen willen juist minder.

Een vordering met een samengestelde rente van 6%

De vorige voorbeelden gingen uit van renteloze vorderingen. Als de vordering van het kind de maximale rente van 6% samengesteld draagt, dan kan de nominale waarde van de vorderingen uitgekeerd worden zonder dat er sprake is van een schenking. In het bovenstaande voorbeeld kan dan EUR 200.000 uitgekeerd worden.

De vordering aflossen of geld schenken?

Wellicht heeft u de keuze tussen het aflossen van de vordering of het schenken van hetzelfde bedrag in geld. Neemt u hierbij de volgende punten in overweging.

  • Bij overlijden kan het kind zijn vordering opeisen voor het nominale bedrag. Hierover hoeft het kind dan geen schenk- of erfbelasting te betalen.
  • Een rentedragende vordering kan gunstig zijn voor de erfbelasting. Jaar in jaar uit de nalatenschap van de langstlevende ‘uitgehold’. Dit stopt na het uitkeren van de vordering.
  • Door een schenking van geld krijgt het kind ook geld ter beschikking en daarmee verlaagt de langstlevende zijn vermogen ook. De vordering kan dan in stand blijven.

Conclusie

Of u tot uitkering van de schuld moet overgaan is niet zonder meer te zeggen. Overweegt u de vorderingen uit te keren, laat dit dan weten aan uw private banker. Die brengt u in contact met één van onze specialisten.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.