Direct naar content

U betaalt inkomstenbelasting over uw inkomen uit sparen en beleggen. Op basis van de wet betaalt u belasting over forfaitaire–voor iedereen gelijk veronderstelde rendementspercentages over uw vermogen per 1 januari van een kalenderjaar. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de wet kan leiden tot een te hoge belastingheffing. Als dat het geval is moet u worden gecompenseerd voor de te veel betaalde belasting. In dit blog leest u meer over belastingheffing in Box 3.

De wettelijke regeling van  2017 tot en met 2022

In de jaren 2017 tot en met 2022 schreef de wet belastingheffing op basis van een forfaitair inkomen voor. In de wet stond een regeling om het forfaitair rendement te bepalen. De regeling ging ervan uit dat mensen met een hoog vermogen een groter deel van het vermogen beleggen dan mensen met een minder hoog vermogen. Daarbij werd aangenomen dat beleggingen beter renderen dan spaargelden. Omdat het forfaitair vastgestelde inkomen voor veel mensen hoger was dan hun werkelijke inkomen, maakten velen bezwaar tegen hun aanslag inkomstenbelasting. Op 24 december 2021, in het zogenaamde kerstarrest, bepaalde de Hoge Raad dat als het werkelijke inkomen lager is dan het forfaitaire inkomen, de belasting moet worden geheven over het werkelijk inkomen.

In de volgende blogs leest u meer over de wettelijke regeling en het kerstarrest:

Reactie regering op Kerstarrest: Forfaitaire spaarvariant

Omdat de Hoge Raad vond dat de box 3-wetgeving niet voldeed aan Europees recht, bedacht de regering een nieuwe methode voor het vaststellen van uw box 3- inkomen. De forfaitaire spaarvariant. Deze variant zou volgens het kabinet recht doen aan het oordeel van de Hoge Raad. Met de forfaitaire spaarvariant beoordeelt de belastingdienst of de box 3-wet zoals die tot 2022 van toepassing was, niet leidt tot een te hoge belastingheffing. Van 2023 tot en met 2026 is deze variant de wettelijke regeling om uw box 3-inkomen te bepalen.

Meer informatie over de forfaitaire spaarvariant leest u in de volgende blogs:

Forfaitaire spaarvariant in strijd met Europees recht

Op 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad aangegeven dat ook de forfaitaire spaarvariant in strijd is met Europees recht. Ook deze wet kan leiden tot een te hoge belastingheffing die moet worden gecompenseerd. De Hoge Raad heeft bepaald dat de belastingplichtige moet worden gecompenseerd als de belasting plichtig aantoont dat de belasting over het werkelijk behaalde rendement minder is dan de belasting die op forfaitaire wijze is berekend. Lees hierover meer in de volgende blogs:

De rechtspraak heeft gevolgen voor de fiscale behandeling van uw beleggingsvastgoed in box 3. Lees hier meer over deze gevolgen:

De belastingdienst heeft in afwachting van de uitspraken van de Hoge Raad geen aanslagen meer opgelegd waarin box 3 inkomen is begrepen. Onlangs heeft de belastingdienst aangekondigd dat zij weer aanslagen gaat opleggen. In het volgende blog leest welke acties  u kunt ondernemen:

De toekomst van box 3

Het is de wens van de regering om belasting te heffen over het werkelijk inkomen uit vermogen. Daarom heeft de regering een conceptwetsvoorstel in consultatie gegeven. Alle Nederlanders konden reageren op dit voorstel. Vervolgens is het wetsvoorstel in juni 2024 voor advies gezonden naar de Raad van State. Nadat de Raad van State haar advies heeft gegeven, zal de regering het wetsvoorstel, met dit advies, indienen bij de Tweede Kamer. Het is de bedoeling dat vanaf 2027 de wet voorschrijft dat de belasting in box 3 moet worden betaald over het werkelijk inkomen en niet meer over een forfait.

Meer over belasting in box 3 over het werkelijk rendement leest u in het onderstaande blog:

Tenslotte

Box 3 staat momenteel volop in de belangstelling. Wij volgen de ontwikkelingen nauwlettend en houden u op de hoogte via Financial Focus. Bezoek onze website regelmatig voor de laatste updates en inzichten over de wijzigingen in de belastingheffing van Box 3.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.