Direct naar content

Wijzigingen voor ondernemers in 2025

Gepubliceerd op:
4 min. leestijd

Met het definitief worden van het Belastingplan 2025 is de belastingwet- en regelgeving op een aantal punten veranderd. Sommige wijzigingen waren al vastgelegd in eerder aangenomen wetsvoorstellen. Voor ondernemers vindt u hieronder een overzicht van belangrijke wijzigingen in 2025.

Inkomstenbelasting

Verdere verlaging van de zelfstandigenaftrek
In 2025 is de zelfstandigenaftrek verlaagd van € 3.750 naar € 2.470. Dit bedrag is aftrekbaar tegen een maximumtarief van 37,48%. De zelfstandigenaftrek wordt na 2025 verder afgebouwd naar € 900 in 2027.

Verlaging MKB-winstvrijstelling
De MKB-winstvrijstelling is gedaald naar 12,7%.

Tariefswijziging in box 2
Het belastingtarief voor inkomen hoger dan € 67.804 (voor fiscale partners: € 135.608) is verlaagd van 33% naar 31%.

Afschaffing vrijstelling geven uit vennootschap
De vrijstelling in box 2 voor giften vanuit de bv aan goede doelen is afgeschaft indien zij hoger zijn dan 50% van de winst met een maximum van € 100.000. Meer hierover leest u in de blog "Hoe zit het met de schenkingsaftrek?".

Aanpassen doorschuifregeling (DSR)

Bij schenking of vererving van een onderneming of een aanmerkelijk belang kan de belastingclaim over de meerwaarde worden doorgeschoven naar de opvolger. Meer hierover leest u in de blog "Bedrijfsopvolging: hoe werkt het fiscaal? ".

Voor schenkingen is de zogenaamde dienstbetrekkingseis afgeschaft. De opvolger hoeft daardoor niet langer minimaal 36 maanden voorafgaand aan de overdracht, in dienst te zijn geweest. Ter vervanging is voor schenkingen een minimumleeftijd van 21 jaar ingevoerd.

Voor bedrijfsmiddelen met een waarde van meer dan € 100.000 die zowel zakelijk als prive worden gebruikt, komt alleen het zakelijk deel nog in aanmerking voor de DSR. Bij bedrijfsmiddelen tot € 100.000 komt bij gemengd gebruik nog steeds de hele waarde van bedrijfsmiddelen (denk aan een personenauto) voor de DSR in aanmerking.

Beleggingsvermogen in een onderneming komt niet in aanmerking voor de DSR. In 2024 mocht beleggingsvermogen nog tot 5% van het ondernemingsvermogen worden aangemerkt als ondernemingsvermogen. Deze marge wordt op een nog te bepalen datum afgeschaft.

Vennootschapsbelasting

Verhoging renteaftrek

Vanaf 2025 is het bedrag dat aan rente mag worden afgetrokken verhoogd van 20% naar 24,5% van de brutowinst of € 1.000.000 als dat hoger is.

Vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi) niet meer mogelijk voor familiefondsen

Een beleggingsinstelling die aan de eisen van het regime voor de vbi voldoet, is vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Een beleggingsinstelling kan alleen nog voor het vbi-regime in aanmerking komen als het een beleggingsinstelling is volgens de Wet op het financieel toezicht. Deze beleggingsinstellingen moeten een vergunning of registratie hebben. Hierdoor is het vbi-regime voor familiefondsen met een beperkt aantal aandeelhouders vervallen. Meer hierover leest u in de blog “Het einde van de familie-vbi”.

Definitie van het fonds voor gemene rekening (fgr) en commanditaire vennootschap (cv) aangepast

Veel families gebruiken een fonds voor gemene rekening (fgr) of commanditaire vennootschap (cv) om samen te beleggen. Een groot aantal fgr’s en cv’s zijn zelfstandig belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Op 1 januari 2025 is de definitie van fgr en cv voor de vennootschapsbelasting veranderd. Deze wijziging heeft gevolgen de fiscale behandeling. Meer hierover leest u in de blog "Fonds voor gemene rekening: voorkom afrekening belastingclaim in 2024" en "Commanditaire vennootschap: voorkom afrekening belastingclaims in 2024".

Schenk- en erfbelasting

Aanpassen bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)


De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) kent een voorwaardelijke vrijstelling bij de vererving of schenking van ondernemingsvermogen of een aanmerkelijk belang. Voor 2025 is de BOR-vrijstelling 100 procent van de going concernwaarde van de onderneming tot € 1.500.000 (in 2024: € 1.325.253) en 75 procent (in 2024: 83 procent) over het meerdere.

Voor bedrijfsmiddelen met een waarde van meer dan € 100.000 die zowel zakelijk als prive worden gebruikt, komt alleen het zakelijk deel nog in aanmerking voor de BOR. Bij bedrijfsmiddelen tot € 100.000 komt bij gemengd gebruik nog steeds de hele waarde van bedrijfsmiddelen (denk aan een personenauto) voor de BOR in aanmerking.

Beleggingsvermogen in een onderneming komt niet in aanmerking voor de BOR. In 2024 mocht beleggingsvermogen toch tot 5% van het ondernemingsvermogen worden aangemerkt als ondernemingsvermogen. Deze marge is per 1 januari 2025 afgeschaft.

Voor toepassing van de BOR geldt bij schenking (niet bij vererving) een minimumleeftijd van 21 jaar voor de bedrijfsopvolger.

De opvolger dient de onderneming of de verkregen aandelen gedurende vijf jaar te houden en de onderneming mag gedurende die periode niet worden gestaakt (de voortzettingseis). De voortzettingstermijn is verkort van vijf jaar naar drie jaar voor verkrijgingen vanaf 1 januari 2025.

Belastingwet- en regelgeving verandert voortdurend. Het is van belang de ontwikkelingen in de gaten te houden. Onder meer op dit platform houden wij u op de hoogte.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.