
De vennootschapsbelasting daalt per 2021 verder. Tegelijkertijd gaat de inkomstenbelasting in box 2 nog iets verder omhoog. Hoeveel houdt u als directeur-grootaandeelhouder (DGA) straks over in uw privéportemonnee van een euro winst die uw BV maakt? Behalve op toekomstige winsten komt ook op bestaande winstreserves een hogere box 2-claim te liggen. Wat betekent dat voor het omslagpunt ‘beleggen binnen BV vs. privé’? En is het aantrekkelijk om nog in 2020 dividend uit te keren?
Vennootschapsbelasting omlaag
De vennootschapsbelasting gaat per 2021 verder omlaag. In 2020 geldt een laag tarief van 16,5% over de winst tot € 200.000. Over het meerdere betaalt de BV 25%. Per 2021 daalt het lage tarief naar 15%. Het hoge tarief blijft 25%. Maar de grens tot waar het lage tarief geldt, schuift naar € 245.000. Een jaar later komt die grens zelfs nog € 150.000 hoger te liggen, op € 395.000.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
VPB laag | 19% | 16,50% | 15% | 15% |
Schijfgrens | € 200.000 | € 200.000 | € 245.000 | € 395.000 |
VPB hoog | 25% | 25% | 25% | 25% |
In onderstaande grafiek is het effect te zien van de verlaging van het lage tarief en het oprekken van de grens tot waar dit lage tarief geldt. Ten opzichte van 2020 is het voordeel in 2021 bij een winst van € 200.000 gelijk aan € 3.000. Namelijk (16,5% − 15%) x € 200.000. Bedraagt de winst meer dan de nieuwe tariefgrens van € 245.000? Dan komt het voordeel in 2021 ten opzichte van 2020 uit op € 7.500. Het extra voordeel is dan € 4.500, namelijk (25% − 15%) x € 45.000. Vanaf 2022 is het maximale voordeel in vergelijking met 2020 zelfs € 22.500. De tariefgrens schuift dan nog € 150.000 verder op. In euro’s levert dat nog eens (25% − 15%) x € 150.000 = € 15.000 extra voordeel op.
IB-tarief box 2 omhoog
Als aandeelhouder met een aanmerkelijk belang (5% of meer) betaalt u over de winst na vennootschapsbelasting (vpb) later nog inkomstenbelasting (IB) in box 2. Bijvoorbeeld als u de aandelen in uw BV verkoopt of als de BV dividend aan u uitkeert. Uiterlijk bij uw overlijden incasseert de fiscus die box 2-belasting. Het belastingtarief in box 2 was al sinds de invoering van het boxenstelsel in de inkomstenbelasting gelijk aan 25%. Per 2020 werd het tarief verhoogd naar 26,25%. En in 2021 stijgt het verder naar 26,9%.
2019 | 2020 | 2021 | |
IB box 2 | 25% | 26,25% | 26,9% |
Hoewel daar nog geen concrete plannen voor zijn, is het niet uitgesloten dat het belastingtarief in box 2 in de toekomst verder zal stijgen. Ambtenaren van het Ministerie van Financiën hebben in totaal 169 beleidsopties uitgewerkt, bedoeld als ‘Bouwstenen voor een beter belastingstelsel’ voor de toekomstige regering. Een van die beleidsopties gaat uit van een verhoging van het box 2-tarief naar 30% of wellicht zelfs 35%. Dit zou moeten bijdragen aan herstel van het evenwicht qua belastingdruk tussen DGA’s, zelfstandigen en werknemers. Of het zover komt, hangt sterk af van de samenstelling van een volgend kabinet na de verkiezingen van maart 2021. En de keuzes die de toekomstige coalitiepartners zullen maken in hun regeerakkoord.
Gecombineerde belastingdruk
Om te bepalen wat u als DGA in uw privéportemonnee overhoudt van een euro winst die de BV maakt, moeten we de gecombineerde belastingdruk bepalen. Dat is de optelsom van de vennootschapsbelasting in de BV en later de box 2-belasting over de winst na vennootschapsbelasting. Voor zover het lage vpb-tarief van toepassing is, daalt de gecombineerde belastingdruk in 2021 nog wat verder naar iets onder de 38%. Voor zover het hoge vpb-tarief geldt, stijgt de gecombineerde belastingdruk juist wat verder naar iets boven de 45%.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
IB box 2 | 25% | 26,25% | 26,9% | 26,9% |
VPB laag | 19% | 16,50% | 15% | 15% |
Combi laag | ± 39,3% | ± 38,4% | ± 37,9% | ± 37,9% |
Schijfgrens | € 200.000 | € 200.000 | € 245.000 | € 395.000 |
VPB hoog | 25% | 25% | 25% | 25% |
Combi hoog | ± 43,8% | ± 44,7% | ± 45,2% | ± 45,2% |
Onderstaande grafiek geeft het verloop weer van de gemiddelde gecombineerde belastingdruk naarmate de winst in de BV hoger is. Voor het leeuwendeel van de DGA’s daalt de gecombineerde belastingdruk de komende jaren per saldo. Alleen voor DGA’s die zeer forse winsten maken binnen hun BV, kan de gecombineerde belastingdruk iets toenemen ten opzichte van 2020. In 2021 ligt dat kantelpunt bij een winst van circa € 1,1 miljoen. In 2022 wordt een groter deel van de winst tegen het lage tarief belast, waardoor dat omslagpunt pas bij ruim € 3,3 miljoen wordt bereikt.
Omslagpunt beleggen in BV vs. privé
De verlaging van het lage vpb-tarief maakt het relatief aantrekkelijker om vermogen dat binnen uw BV is opgebouwd en waarover in de toekomst nog ooit in box 2 moet worden afgerekend, binnen de BV te blijven beleggen. Daarbij komt dat de belasting op vermogen in box 3 per 2021 voor mensen met een box 3-vermogen van meer dan € 100.000 per persoon iets stijgt.
Afrekenen in box 2 en privé in box 3 verder beleggen is alleen voordelig als u een hoger rendement behaalt dan een zeker omslagpunt. Blijft het rendement vóór belasting beneden het omslagpunt? Dan is het voordeliger om het vermogen binnen de BV te houden en in de toekomst in box 2 af te rekenen. In dit artikel leest u meer over deze afweging.
Als het tarief in box 2 een vast gegeven zou zijn, kon ook een vast omslagpunt worden berekend door de belastingdruk in box 3 te delen door de geldende vennootschapsbelasting:
Omslagpunt (rendement) = box 3-heffing / vpb
Stel dat het rendement op het vermogen binnen de BV tegen het lage vpb-tarief van 15% belast wordt in 2021. En de belastingdruk in box 3 bij uitkeren van dividend en verder beleggen in privé zou uitkomen op 1,4%. Dan bedraagt het omslagpunt 1,4% / 15% = 9,33%.
Is dividend uitkeren in 2020 voordelig?
Gegeven het feit dat het inkomstenbelastingtarief in box 2 per 2021 stijgt naar 26,9%, kan de vraag opkomen of het voordelig is om nog in 2020 tegen het tarief van 26,25% dividend uit te keren. In veel gevallen zal dit niet voordelig zijn. Met name als het netto dividend dat u privé ontvangt de heffingsgrondslag in box 3 op 1 januari 2021 verhoogt. De besparing van 0,65%-punten over het bruto dividend zal dan veelal niet opwegen tegen de extra box 3-heffing van vaak 1,4% of zelfs 1,76% over het netto dividend.
Maar als u het netto dividend gebruikt om in 2020 nog een uitgave te doen die de grondslag in box 3 niet verhoogt, kan dat wel een voordeel opleveren. Dat is bijvoorbeeld het geval als u met het netto dividend uw eigenwoningschuld in box 1 (gedeeltelijk) terugbetaalt. Of als u bepaalde goederen voor eigen gebruik of verbruik koopt, zoals een auto. Ook wanneer u het dividend bijvoorbeeld gebruikt om nog in 2020 een schenking te doen aan uw kind binnen de hoge vrijstelling voor de eigen woning, zal daardoor noch bij uzelf noch bij uw kind het box 3-vermogen stijgen.