Direct naar content
3 min. leestijd

Mits het onderdeel is van een breder plan voor de woningmarkt, schrijft vermogensexpert Tjarko Denekamp.

Het advies van De Nederlandsche Bank (DNB) om de eigen woning in box 3 te belasten, heeft tot felle reacties van woningbezitters geleid. Hoewel nog niet duidelijk is hoe de heffing in box 3 eruit gaat zien, is het waar dat de gevolgen groot kunnen zijn. Daarnaast is de overstap naar box 3 niet dé oplossing voor de problemen op de woningmarkt. Het kan er hooguit aan bijdragen.

Huidige problemen

Het idee om de eigen woning naar box 3 te verplaatsen is niet nieuw. Ons huidige belastingsysteem is in 2001 tot stand gekomen en de eigen woning kwam toen in box 1 terecht. De huidige problematische ontwikkelingen op de woningmarkt zijn aanleiding om nog eens naar de fiscale aspecten van de eigen woning te kijken. Een volgend kabinet doet er verstandig aan dit thema voortvarend aan te pakken.

Want voor grote groepen is een koopwoning op dit moment niet of moeilijk haalbaar. Hierdoor wordt de kloof tussen huurders en woningbezitters steeds groter. Deze groeiende ongelijkheid zien we ook terug tussen de generaties. Ook is er een aanbodprobleem; er komen te weinig betaalbare woningen voor starters. Voor ouderen is doorstromen naar een kleinere woning wegens gebrek aan aanbod vaak niet mogelijk.

‘Inmiddels is de regelgeving in box 1 zo complex geworden, dat ze onderdeel is van het probleem’

Wordt de eigen woning in box 1 te ruim fiscaal gestimuleerd? Dat valt te bezien. Er zijn al veel maatregelen getroffen om het fiscale voordeel van een eigen woning (op termijn) te verminderen. Zo is de hypotheekrente sinds 2001 maximaal voor 30 jaar aftrekbaar. Ook is er de bijleenregeling waardoor er bij verhuizen geen renteaftrek voor een overwaarde is.

Verder is er een villataks in de vorm van een hoger eigenwoningforfait voor zeer dure woningen. Tegelijk wordt de Hillen-aftrek afgebouwd, zodat ook mensen die hun hypotheek hebben afgelost te maken krijgen met een belastingheffing. En dan is er nog de stapsgewijze verlaging van het maximale tarief waartegen de hypotheekrenteaftrek in box 1 verrekend kan worden. Dit raakt met name woningbezitters met hoge inkomens.

Inmiddels is de regelgeving in box 1 zo complex geworden, dat ze onderdeel is van het probleem. Dit komt omdat we woningbezitters gedurende 30 jaar volgen terwijl verhuizingen, echtscheidingen, overlijdens en nieuwe relaties plaatsvinden. Recent zijn Kamervragen over de eigenwoningregeling beantwoord die al 3,5 jaar openstonden. Niet alleen de praktijk worstelt er mee, ook het ministerie van Financiën. De overstap van de eigen woning naar box 3 biedt perspectief op eenvoudiger regelgeving.

Vrees voor extra belasting

De eigen woning is de financiële ruggengraat van veel woningbezitters. Dat is ook een van de redenen waarom de reacties op het box 3-voorstel zo fel zijn. Het aflossen van de hypotheek wordt vaak afgestemd op de pensioendatum om dan lagere lasten te hebben. Met de woning in box 3 vreest men juist een extra belastingaanslag.

Maar omdat macro-economen en beleidsmakers zich veelal op grote thema’s richten, zoals gelijkheid tussen huurders en kopers of vermogensongelijkheid, vinden zij het tijd voor verschuiving van de eigen woning naar box 3. Dit botst met de belangen van individuele huizenbezitters.

De woningmarkt wordt een belangrijk thema voor het volgende kabinet. De eigen woning naar box 3 kan heel goed onderdeel zijn van de oplossing, maar wel in een breder plan. Politieke moed, een lange overgangsperiode, tegemoetkoming voor probleemgroepen, en vergroting van het woningaanbod: een plan heeft pas kans van slagen als het ook deze ingrediënten bevat.

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd in het Financiëel Dagblad op 22 oktober 2021. 

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.