Direct naar content

 

Veel mensen willen het oude jaar 2020 nog goed afsluiten, ook op financieel en fiscaal gebied. Iedereen doet dat anders. Hieronder staan onze fiscale eindejaarstips voor ondernemers met een BV. En hier vindt u onze algemene tips. Ondernemers zijn immers ook particulieren. Overleg met uw private banker over uw voorgenomen keuzes. Uiteraard is het belangrijk dat uw uiteindelijke keuzes passend zijn in uw situatie.

Privévermogen in eigen BV storten

Misschien behaalt u geen of nauwelijks rendement op uw vermogen in box 3. Over uw spaargeld moet u misschien wel rente betalen. Door in 2020 privévermogen in uw eigen BV in te brengen, als kapitaalstorting of als lening aan de BV, verhuist het vermogen van box 3 naar box 2 of naar box 1. En betaalt u vanaf 2021 voortaan belasting over het werkelijke rendement dat u maakt.

Bij een kapitaalstorting als aandelenkapitaal in de BV, betaalt de BV vanaf 2021 vaak 15% vennootschapsbelasting over het rendement. En betaalt u als aandeelhouder later nog 26,90% inkomstenbelasting in box 2 over het nettorendement ná vennootschapsbelasting. Dat komt neer op een gecombineerde belastingdruk van ongeveer 38%. Bij een (zeer) laag rendement is deze gecombineerde heffing over het werkelijke rendement voordeliger dan de forfaitaire heffing in box 3. Bij geld uitlenen aan de BV zit de vordering op de BV bij u privé in box 1. En bedraagt de effectieve belastingdruk op de rente die u van de BV ontvangt maximaal ruim 44%. Daarnaast wordt het rendement dat de BV behaalt na aftrek van de aan privé te betalen rente met de gecombineerde belasting van ongeveer 38% belast. Ook dat levert bij een (zeer) laag rendement een gunstiger resultaat op dan de forfaitaire heffing in box 3.

Een BV-structuur kan extra kosten met zich meebrengen. Om gestort kapitaal later weer onbelast uit uw BV te kunnen halen, is bijvoorbeeld een statutenwijziging bij een notaris nodig. Het voordeel moet uiteraard opwegen tegen alle te maken kosten. Laat u hierover goed adviseren door een belastingadviseur en notaris.

Dividend uitkeren uit BV

Als aandeelhouder met een aanmerkelijk belang (kortweg: bij een aandelenbelang van 5% of meer) in een BV betaalt u inkomstenbelasting in box 2 over alle voordelen uit de BV. Zo ook over dividend dat de BV aan u uitkeert. Per 2021 gaat het tarief in box 2 verder omhoog van 26,25% naar 26,90%. In bepaalde gevallen kan het voordelig zijn om nog in 2020 tegen het tarief van 26,25% dividend uit te keren. Met name als u het netto dividend gebruikt om in 2020 nog een uitgave te doen die de grondslag in box 3 niet verhoogt. Bijvoorbeeld als u met het netto dividend uw eigenwoningschuld in box 1 (gedeeltelijk) terugbetaalt. Of openstaande belastingaanslagen betaalt (met uitzondering van erfbelastingschulden). En ook als u bepaalde goederen voor persoonlijk gebruik of verbruik koopt. Wanneer u het dividend bijvoorbeeld gebruikt om nog in 2020 een schenking te doen binnen de eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling voor de eigen woning, zal daardoor noch bij uzelf noch bij de verkrijger het box 3-vermogen stijgen.

In gevallen waarbij het netto dividend de heffingsgrondslag in box 3 op 1 januari 2021 wél verhoogt, zal dat in de meeste gevallen onvoordelig zijn. De besparing van 0,65%-punten over het bruto dividend zal dan veelal niet opwegen tegen de extra box 3-heffing van vaak 1,40% of zelfs 1,76% over het netto dividend. Wanneer u met het netto dividend uit de BV in privé gaat beleggen, kan dat eventueel voordeliger zijn dan het vermogen binnen de BV blijven beleggen, als u structureel een relatief hoog rendement behaalt. In dit blog leest u meer over het uitkeren van dividend.

Schulden aan eigen BV aflossen

Heeft u een box 3-schuld aan uw eigen BV waartegenover bezittingen in box 3 staan? Dan levert dat voordeel op zolang u op de bezittingen in box 3 meer rendement maakt dan de rente die u over de schuld aan de BV moet betalen. Maar maakt u minder rendement dan de rente die u aan de BV betaalt? Dan kan aflossen met privévermogen voordelig zijn. Aflossen van de box 3-schuld door deze met een dividenduitkering uit de BV te verrekenen, is in dat geval praktisch gezien niet voordelig. De heffingsgrondslag in box 3 neemt dan toe, doordat de schuld aan de BV wegvalt en deze niet langer de waarde van de bezittingen compenseert.

Als er geen bezittingen (meer) aanwezig zijn in box 3 tegenover een box 3-schuld aan de BV, levert de schuld geen besparing van box 3-heffing op. In dat geval kan aflossen van de schuld door middel van een dividenduitkering wél voordelig uitpakken. Met name als de BV een relatief laag rendement maakt op het uit te keren vermogen.

Het kabinet heeft medio 2020 een wetsvoorstel ingediend met als doel om ‘excessief lenen’ bij de eigen BV onaantrekkelijk te maken. Volgens dit wetsvoorstel zal vanaf 2023 het gedeelte van de totale som van schulden aan de eigen vennootschap – niet zijnde eigenwoningschulden – dat meer bedraagt dan € 500.000 worden belast in box 2 tegen het dan geldende tarief van 26,90%. Als u geen privévermogen (meer) tegenover deze schuld heeft staan, kan geheel of gedeeltelijk aflossen van de schuld door middel van een dividenduitkering in 2020 een optie zijn. Maar als er wél vermogen tegenover de schuld staat en dat vermogen levert meer rendement op dan de rente die u aan de BV betaalt, is er geen reden om eerder dan in 2023 de schuld met privévermogen af te lossen.

Schulden aan eigen BV oversluiten

Lenen van uw eigen BV, bijvoorbeeld voor de financiering van uw eigen woning, kan aantrekkelijk zijn als het vermogen anders op een spaarrekening zou staan. Maar als u tegen dezelfde rente bij een bank of andere derde kunt lenen en uw BV op een andere manier een beter rendement op dat vermogen kan behalen, doet u de BV – en daarmee uzelf als aandeelhouder – tekort. Oversluiten kan dan interessant zijn. Daarnaast kunnen er ook nog andere overwegingen zijn om een lening bij uw BV over te sluiten naar de bank. Bijvoorbeeld als de BV een pensioen- of stamrechtverplichting op haar balans heeft staan en binnen afzienbare tijd uitkeringen moet gaan doen waarvoor onvoldoende liquiditeiten aanwezig zijn.

Houdt u er rekening mee dat u mogelijk een vergoedingsrente aan uw BV moet betalen. Dit zal normaliter een zeer beperkt financieel effect hebben. Het verrekentarief waartegen de boeterente privé aftrekbaar is, bedraagt in 2020 minimaal 37,35% en maximaal 46%. Terwijl de gecombineerde belastingdruk op die boeterente – eerst vennootschapsbelasting en later nog inkomstenbelasting in box 2 – in de meeste gevallen rond de 39% uitkomt.

Let op!
ABN AMRO geeft geen belastingadvies. Laat u altijd goed adviseren door uw eigen fiscalist voordat u voor één of meer van de genoemde mogelijkheden kiest.

Wilt u het zeer goed beoordeelde Webinar ‘Eindejaarstips’ terugkijken en alle tips downloaden als pdf? Klik dan hier.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.